162 concept-overeenkomst tot aanvulling van de op 19/23 Mei 1921 met de gemeente Leimuiden gesloten en op 13 Februari 1925 gewijzigde overeenkomst, betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteits- fabriek te Leiden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden i| N°. 224. Leiden, 26 October 1932. In haar hieronder afgedrukt adres verzoekt de Afdeeling Leiden van den Nederl. E. K. Volksbond Uwe Vergadering over te gaan tot de invoering van muntmeters voor elec triciteit, teneinde aldus tegemoet te komen aan de bezwaren, die voor werkloozen en in het algemeen voor personen met kleine inkomens aan de maandelijksche betaling van het verschuldigde wegens electriciteitsverbruik zijn verbonden. Uit den hieronder mede afgedrukten brief van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, wier ge voelen wij omtrent het bovenbedoelde adres inwonnen, blijkt, dat Commissarissen, hoezeer ook overtuigd van de wenschelijk- heid om de betaling bij kortere termijnen mogelijk te maken of haar op andere wijze te vergemakkelijken, niettemin van meening zijn, dat het daartoe door adressante aangegeven middel ondeugdelijk is, alleen al om deze reden, dat het noodwendig zou leiden tot een niet onaanzienlijke verhooging van de tarieven, waardoor uit den aard der zaak de ver bruikers eerder zouden zijn geschaad dan gebaat. Intusschen wenschen Commissarissen de zaak zelve, waarbij niet alleen een verbruikers-, doch ook een bedrijfsbelang is betrokken, niet met een afwijzende beschikking op het adres als af gedaan te zien beschouwd, doch zeggen zij toe nog nader te zullen overwegen, of wellicht op andere wijze het door adressante gestelde doel ware te bereiken. Onder mededeeling, dat wij ons met het advies van Commissarissen kunnen vereenigen en dat naar onze meening voorshands met hun toezegging genoegen kan worden ge nomen, geven wij alsnu Uwe Vergadering in overweging op het adres afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 21 September 1932. In haar hierbij weder teruggaand adres verzoekt de af deeling Leiden van den Nederl. E K. Volksbond den Eaad, te willen overgaan tot de invoering van muntmeters voor electriciteit, teneinde aldus de bezwaren te ondervangen, die voor personen met kleine inkomens aan de maandelijksche betaling van het verschuldigde wegens electriciteitsverbruik zijn verbonden. Hoezeer wij met adressante er van over tuigd zijn, dat het scheppen van de gelegenheid tot betaling over korteren termijn, vooral in de huidige tijdsomstandig heden, een zeer groot aantal electriciteitsverbruikers zou gerieven en hoezeer wij ervan doordrongen zijn, dat met de belangen van de verbruikers in dezen tevens de belangen van het bedrijf zouden worden gediend, meenen wij toch in overweging te moeten geven op het verzoek niet in te gaan, omdat inwilliging daarvan tot gevolgen zou leiden, welke ook adressante noch zal hebben bedoeld noch gewild. De aanschaffingskosten van electriciteitsmuntmeters zijn nl. ongeveer driemaal zoo hoog als die van de hier thans in gebruik zijnde wisselstroomenkeltariefmeters, terwijl hun onderhoud twéé- a. driemaal duurder is dan dat van laatst genoemde meters. Het spreekt dus vanzelf, dat invoering van electriciteitsmuntmeters zou moeten leiden öf tot ver hooging van de eenheidsprijzen, welke dan 2 tot 7 cent per K.W.U. zou moeten bedragen, öf tot het in rekening brengen van een hooger bedrag aan meterhuur, welk hooger bedrag dan door den muntmeter zou moeten worden geïnd als een extra vastrecht. In beide gevallen beteekent invoering van electriciteitsmuntmeters voor den verbruiker dus een nadeel, omdat hij voor hetzelfde verbruik, over een maand gerekend, veel meer zal moeten gaan betalen dan hij thans doetdaar tegen weegt uit den aard der zaak het gerief van de ge legenheid tot betaling over korteren termijn dan een maand niet op. Voorts zouden bij invoering van electriciteitsmuntmeters ter besparing op de administratiekosten woningen, waarin een zgn. huurleiding aanwezig is, en verbruikers, die volgens het woonhuistarief electriciteit betrekken, van het muntmeter tarief moeten worden uitgesloten; geschiedde dit niet, dan zou toch öf maandelijks nog een quitantie wegens huur en vastrecht moeten worden aangeboden öf wel zou aanschaffing van muntmeters van nog meer gecompliceerde constructie, dus met nog hoogere aanschaffings- en onderhoudskosten, noodig zijn. Aan het gebruik van muntmeters is ook nog dit bezwaar verbonden, dat, indien er geen geld of penningen in den meter worden geworpen, de geheele woning van licht ver stoken blijft; bij de thans in gebruik zijnde meters kan men daarentegen op het electriciteitsverbruik bezuinigen door het uitnemen van lampen en (of) door het gebruiken van lampen met geringere lichtsterkte, waardoor men op plaatsen, waar licht niet kan worden gemist, over licht kan blijven be schikken. Alleen voor de uiteraard zeer weinige verbruikers, die zich geen beperking in het verbruik van electriciteit kunnen opleggen zonder de dwingende kracht van een gebrek aan meterpenningen, zou de electriciteitsmuntmeter van eenig voordeel kunnen zijn; voor de groote meerderheid der ver bruikers en ook voor het bedrijf zelf is hij echter een nadeel. Ook elders heeft men met deze meters geen gunstige ervaringen opgedaan, getuige het feit, dat een 5-tal electri- citeitsbedrijven ze weder hebben afgeschaft. Weliswaar worden in de groote steden, zooals Amsterdam, Eotterdam en 's-Gravenhage, electriciteitsmuntmeters, ook voor de groote verbruikers, gebruikt, doch daar dienen zij in de eerste plaats ter ondervanging van de bezwaren, welke voor het bedrijf aan het opnemen van de meters en de inning van het verschuldigde in de veelal hooge huizen verbonden zijn. De motieven, die daar tot de invoering van electrici teitsmuntmeters hebben geleid, gelden uiteraard niet voor Leiden. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College dan ook in overweging den Eaad voor te stellen op het onderwerpelijke verzoek afwijzend te beschikken. Dit be teekent evenwel niet, dat wij de zaak, waarom het hier eigenlijk gaat, hiermede als afgedaan beschouwen. Zooals toch reeds boven bleek, beschouwen ook wij het scheppen van de gelegenheid tot betaling over korteren termijn dan van een maand niet alleen als een verbruikers-, doch ook als een bedrijfsbelang, dat de moeite van overweging alles zins waard is. De wijze, waarop dit eventueel zal moeten geschieden, staat echter nog niet vast en maakt bij de Directie een onderwerp van studie uit; zoowel voor de Directie als voor onze Commissie staat echter wèl vast, dat invoering van electriciteitsmuntmeters daartoe een ondeugde lijk middel zou zijn. Commissarissen der Sted. Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. J. A. v. D. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 28 April 1932. Aa de Eaad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Dames en Heeren, Ondergeteekenden respectievelijk voorzitter en secretaris van den Ned. E. K. Volksbond afdeeling Leiden, domicilie kiezende Leliestraat 7, hebben de eer de Eaad der Gemeente Leiden het volgende onder Uw aandacht te brengen. Het komt den laatsten tijd bij herhaling voor dat personen welke reeds geruimen tijd werkloos zijn, bij ons bestuur komen met de mededeeling dat het hen moeilijk valt de maandelijksche rekening te betalen van het verbruikte elec- trisch licht. Wij kunnen ons dit zeer goed indenken, wanneer men in aanmerking neemt dat deze menschen reeds langen tijd, sommige zelfs zeer langen tijd met een klein bedrag aan werkloozen uitkeering moeten rondkomen. Niet alleen dat het deze menschen bezwaarlijk wordt de maandelijksche kwitantie te voldoen, waarbij nog komt de steeds terugkeerende meterhuur. Gezien deze toestand komt het ons bestuur voor dat er iets gedaan moet worden. Verzoekt Uw Eaad beleefd doch dringend het daar heen te willen leiden, om in overleg met de Directie van de Sted, Lichtfabrieken, in te voeren het systeem van muntmeters voor electriciteit, zooals op andere plaatsen is ingevoerd. Door het invoeren van muntmeters voorkomt men dat de menschen meer stroom verbruiken dan zij willen, zonder ge vaar te loopen den een of andere keer voor het feit te komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 4