MAA DAG 15 AUGUSTUS 1932.
333
Benoeming tijdelijke leerares Hoogere Burgerschool; e.a.
(Voorzitter e.a.)
IX. Benoeming van eene tijdelijke leerares in het Duitseh
aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, voor
den cursus 19321933.
(Zie Ing. St. No. 165.)
Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen Mej. L. C.
J. Wery.
X. Benoeming van een tijdelijk leeraar in Aardrijks
kunde en Geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool met
5-jarigen cursus 19321933.
(Zie Ing. St. No. 165.)
Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen de heerD.
G. Magé.,
XI. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Lichamelijke
Oefening aan de Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen.
(Zie Ing. St. No. 166.)
Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen de heer
H. Kiihler.
XII. Benoeming van een onderwijzer in de Lichamelijke
Oefening bij het openhaar lager onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 167.)
Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen de heer
H. Kiihler.
XIII. Benoeming van een 2dcn geneesheer aan de gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest".
(Zie Ing. St. No. 162.)
Wordt benoemd met algemeene (24) stemmen de heer
N. Verweij.
(De heer Donders komt ter vergadering.)
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
XIV. Begrooting van den Keuringsdienst van Waren voor
het district Leiden, voor den dienst 1933.
(Zie Ing. St. No. 168.)
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld.
XV7. Voorstel tot verhuring van de perceelen weiland,
Sectie L, nis 935, 936, 629, 630, 623 en 1454 ged., gelegen
achter de Mariënpoelstraat en de Oegstgcesterlaan, aan L.
Menken.
(Zie Ing. St. No. 169.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud
bij de gemeente:
a. van de N.V. Lcidsche Exploitatie-Maatschappij van
Onroerende Goederen, een strook grond aan de Tessel-
schadestraat en aan de Spieghelstraat, Sectie P Nis. 1762
en 1755 beide ged.;
b. van Jac. Kukler Hzn., een strookje grond aan den
Stillen Bijn, hoek Vrouwenstceg, Sectie H No. 3511 ged.
c. van Th. G. Barthen Sr., een strookje grond en sloot
aan de Bijn- en Schiekade, Sectie M No. 4836, ged.
(Zie Ing. St. No. 170).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVII. Voorstel tot het geven van namen aan een 4-tal
straten.
(Zie Ing. St. No. 171).
De Voorzitter zegt, dat bij dit voorstel tevens aan de
orde is het heden ingekomen adres van H. P. Jansen.
De heer Coster zegt, dat het hem vreemd aandeed, toen
hij zag, dat Burgemeester en Wethouders aan straten namen
van vruchten wilden geven. Hij vermoedt, dat dit is ge
schied, omdat die straten liggen in de nabijheid van de
plaats, waar sedert twee jaren de groeteveiling gevestigd
Straatnamen.
(Coster e.a.)
is. Nu meent hij, dat het te Leiden altijd gewoonte is ge
weest om geschiedkundige namen aan straten te geven en
hij kan zich dan ook wel vereenigen met hetgeen in het adres
van Jansen wordt gevraagd.
Alvorens een voorstel in te dienen, zal hij afwachten of
over dit voorstel ook andere leden iets te zeggen hebben.
De heer Vallentgoed heeft niets tegen het voorstel om aan de
straat tusschen den Hoogen Bijndijk en de Pruinstraat, ten
Zuid-Oosten van den Zoeterwoudschen Singel, den naam
„P. J. Blokstraat" te geven, maar moet er toch zijn be
vreemding over uitspreken, dat niet is gedacht aan personen,
die in Leiden van grooter bekendheid zijn, n.l. Prof. Drucker
en Prof. Lorentz. Hij had er de voorkeur aangegeven, indien
die twee mannen waren vernoemd en geeft aan Burge
meester en Wethouders in overweging om, indien er weer
namen aan straten moeten worden gegeven, aan die twee
groote Leidsche mannen te denken.
Wat betreft de punten II en III van het voorstel, gevoelt
spreker het meeste voor het denkbeeld van Burgemeester
en Wethouders om aan deze straten namen van vruchten
te geven. Hij kan zich niet vereenigen met hetgeen Jansen
in zijn adres in overweging geeft om buitengewoon moeilijk
uit te spreken namen als „Bartholomeus Baaphorst-
straat" en „Albert van Beijerenstraat" te kiezen. Hij geeft
de voorkeur aan eenvoudige namen als „Meloenstraat" en
„Tomatenstraat", welke passen in de wijk, waarin de straten
liggen.
De keuze van „Van den Bran delerlaan" voor de straat,
uitkomende op de Cronesteinkade en loopende langs de
Stadsmolensloot, vindt spreker niet erg gelukkig. Vooreerst
is die naam moeilijk uit te spreken, vooral voor menschen
die een spraakgebrek hebben, maar bovendien is hier geen
sprake van een laan; er is een straat geprojecteerd. In ieder
geval zou spreker dus willen voorstellen den naam „Van den
Brandelerstraat" te kiezen.
De heer de Reede geeft in overweging den naam „Van
den Brandeierlaan' te wijzigen in „Van den Brandelerkade",
omdat aan den eenen kant de begrenzing wordt gevor d
door water en er dus meer sprake is van een kade dan
van een laan.
De heer Wilmer acht het geven van namen aan straten
een bij uitstek geschikt middel om de historie van de stad
te bewaren en levendig te houden, vooral wanneer, zooals
in andere plaatsen reeds gebeurt en binnenkort ook waar
schijnlijk te Leiden zal geschieden, op het bordje bij den
naam van de straat een korte verklaring wordt gevoegd.
Hij vindt het dan ook niet gewenscht om aan straten namen
van vruchten te geven. Dit zou den schijn wekken, alsof de
stad zoo weinig historie had, dat men geen geschiedkundige
namen meer kon vinden en zijn toevlucht moest nemen tot
namen van vruchten. „Pruimenstraat", „Perenstraat" en
„Appelenstraat" zijn namen, welke men iederen dag kan
wijzigen en welke absoluut niets beteekenen. Spreker geeft
de voorkeur aan historische namen en staat dus geenszins
afwijzend tegenover het denkbeeld van den heer Jansen.
Tegen namen als „Bartholomeus Baaphorststraat" en
„Albert van Beijerenstraat" wordt het bezwaar aangevoerd,
dat zij niet gemakkelijk zijn uit te spreken, maar daarbij
laat men zich, naar spreker meent, een beetje verblinden
door den klank op zich zelf. Als men een naam voor het
eerst hoort, denkt men altijd, dat die moeilijk uit te spreken
zal zijn, maar men vindt te Leiden tientallen van namen,
waarvan men aanvankelijk zou hebben gedacht, dat zij
moeilijk uit te spreken zouden zijn, terwijl zij in den loop
der jaren toch gemakkelijk in de spraak zijn gevallen. Zoo
zal het ook met deze namen gaan.
Spreker zal de discussie afwachten, maar geeft voorloopig
aan zijn medeleden in overweging om aan deze straten niet
de armzalige namen van vruchten te geven, maar historische
namen te kiezen.
De heer Wilbrink geeft toe, dat het heel moeilijk is op
andere wijze de bedoeling van Burgemeester en Wethouders,
om den naam van den historicus Prof. P. J. Blok te ver
eeuwigen, aan te duiden, omdat meerdere personen met
denzelfden eigennaam een zekere bekendheid hebben ver
worven door een professoraat aan de Universiteit, maar in
het algemeen heeft hij bezwaar tegen het noemen van een
straat naar iemand, wiens voorletters er bij moeten worden
geplaatst, aangezien daardoor verwarring kan ontstaan.
Wat betr ft de klacht van den heer Wilmer, dat Burge
meester en Wethouders voorstellen aan de straten nabij den
Zoeterwoudscheweg zoo weinig poëtische, nuchtere namen