MAANDAG 15 AUGUSTUS 1932.
347
Wijziging Raadsbesluit in zake overplaatsingen perso-
(Voorzitter e.a.) neel o.l. onderwijs.
ontslag te verleenen als hoofd van de o. 1. school aan het
Schuttersveld B.
Dit laatste besluit is noodig, aangezien het Raadsbesluit
om den heer Zeelenberg aan het hoofd te stellen van de
o. 1. school aan de Paul Krugerstraat A niet direct, maar
eerst op 1 Augustus 1932, tijdstip, waarop de vacature
aan die school ontstond, kon ingaan en de heer Zeelenberg
gevaar zou loopen gedurende den tusschentijd geen wacht
geld te krijgen.
De heer Verweij vraagt aan Burgemeester en Wethouders
om den Raad in kennis te stellen met de motieven, waarop
dat besluit van de Kroon berust. Wellicht kan het stuk ter
visie worden gelegd of worden voorgelezen.
De Voorzitter zegt toe, dat het schrijven van den Minister
ter visie zal worden gelegd.
De heer de Reede maakt bezwaar tegen deze wijze van
behandelen. Dit besluit is al vrij oud en er had dus zeer
wel een toelichting kunnen komen bij dit voorstel. Het maakt
op spreker een zeer onaangenamen indruk, waar de zaak
door het College zoo op de spits is gedreven, dat aan den
Raad de voorlichting wordt onthouden, waarop hij recht heeft.
De Wethouder heeft gezegd: de Raad moet voorzichtig zijn,
dat hij niet buiten zijn bevoegdheid gaat, waarop spreker
heeft geantwoord: dat moeten de menschen maar uitmaken,
die daarover te oordeelen hebben, maar hoe weet de Raad
nu, dat hij niet buiten zijn bevoegdheid gaat bij aanneming
van dit voorstel? Sprekers vertrouwen in deze zaak is niet
zoo groot, dat hij zonder behoorlijke voorlichting bereid is
om dit maar te doen. Spreker zou er dus prijs op stellen.,
dat de zaak volledig ter kennis van den Raad werd ge
bracht.
De Voorzitter heeft hiertegen geen bezwaar, maar wijst er
op, dat deze zaak verleden week Donderdag, toen de raads
stukken al waren uitgegaan, pas in het College is behandeld.
Eerst een paar dagen te voren was die brief ontvangen, nl.
4 Augustus, en in de eerstvolgende vergadering van Burge
meester en Wethouders is die brief officieel ingekomen en
behandeld.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden te brengen heeft.
De heer Coster vraagt in welke plaatsen de film, welke
in het voorjaar is gemaakt ter propaganda voor de gemeente
Leiden als woonstad, gedraaid heeft of nog gaat draaien.
De heer Tepe zegt, dat de Orion-fabriek, die de film
gemaakt heeft, bij contract op zich heeft genomen hem in
verschillende theaters te plaatsen. De volgende week draait
de film in het Luxor-Theater te Haarlem, de week daarop
in het Pas sage-Theater in den Haag, dan komen Vlissingen,
Venlo, Schagen, Apeldoorn, de Nederlandsche Bioscooptrust
met zijn theaters in den Haag, Groningen, Utrecht, Nijmegen
en Tilburg, terwijl de film ook in Rotterdam gaat loopen.
Er wordt telkens werk van gemaakt, dat de film in een
volgende plaats gaat draaien.
Ook de Rotterdamsche Lloyd heeft zich bereid verklaard
de film op haar mailschepen te vertoonerj.
Behalve te Leiden heeft de film nog nergens gedraaid.
Spreker heeft moeite gedaan om haar te doen draaien in
alle groote theaters van de Ufa, maar dat is niet gelukt.
De heer Vallentgoed vraagt, of het niet mogelijk is een
wandelpad te maken langs de Stadsmolensloot tot aan het
(Vallentgoed e.a.)
Kanaal, waardoor het mogelijk is de nog al lange wandelweg
te halveeren.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders deze
zaak zullen overwegen.
De heer Knuttel zegt, dat het hem in deze warme dagen
heeft gefrappeerd, dat volgens een bericht in het Leidsch
Dagblad een aantal personen is bekeurd wegens het zwemmen
in het Nieuwe Kanaal. Hij acht dit een averechtsche toe
passing van de betreffende verordening, want deze verbiedt
wel het zwemmen in openbare wateren, maar die bepaling
moet men in dien zin toepassen, dat het zwemmen belet
wordt op plaatsen, waar men anderen er mede hindert, of
op onhygiënische plaatsen. Het mag niet worden een jacht
op overtredingen op afgelegen plaatsen. Spreker vraagt
toepassing in den door hem aangegeven zin.
Onlangs zag spreker, dat iemand zijn hond liet zwemmen
in den piasvijver in den Leidschen Hout en toen hij dien
persoon er over aansprak, antwoordde deze: iedereen doet
het. Spreker zou gaarne zien, dat in den Raad werd uit
gesproken, dat dit niet mag.
De Voorzitter zegt overweging toe.
De heer van Es zegt, dat het hem is opgevallen, dat Schraven-
dijk dag en nacht verhuisauto's laat staan op de Garenmarkt,
waardoor hij aan de bewoners van de Hoefstraat het uit
zicht beneemt. Hij vraagt, of Schravendijk daartoe het
recht heeft en daarvoor betaalt. Is dat het geval niet, dan
wil hij er een eind aan gemaakt zien.
De heer Wilbrink heeft de vorige Raadsvergadering, waarin
is besloten bij de firma Staal een leening te sluiten, niet
kunnen bijwonen en nu zou hij uit ingezonden stukken in
de couranten moeten opmaken, dat Leiden op ongunstige
voorwaarden heeft geleend. In die stukken is verwezen naar
de provincie Groningen en naar den Haag. Hij weet wel,
dat de provincie Groningen tegen een lagere rente heeft
geleend dan Leiden en dat den Haag heeft geleend tegen 5
maar de overige voorwaarden van de Haagsche leening kent
hij niet. Hij zou gaarne van den Wethouder vernemen, of
Leiden inderdaad ten deze in een zoo ongunstige positie
verkeert als in die ingezonden stukken wordt voorgesteld.
De heer Goslinga deelt mede, dat Leiden heeft geleend
tegen 572% tegen een koers van 100%. Het netto rendement
is 5,526%. Dordrecht heeft een week te voren geleend tegen
5V/0 tegen een koers van 100%. Den Haag een paar dagen
later 5 millioen tegen 5 maar met een disagio. De leening
was uitgegeven tegen 997/8%; tegen hoeveel de bankiers de
leening hebben overgenomen is niet bekend, omdat dat altijd
geheime cijfers zijn, maar als het ongeveer op dezelfde wijze
is gegaan als in Leiden, zal die leening een rendement hebben
van ongeveer 5,2%. Den Haag heeft nog 3 millioen geleend
bij de Nederlandsch- Indische Spoorweg Maatschappij tegen
5 maar tegen een geheime koers van overname.
Amsterdam heeft een leening van 5 millioen gesloten tegen
een uitgifte koers van 95,5%; de overname koers van de
bankiers is niet bekend, maar uitgerekend op de wijze als
bij den Haag is het rendement van die leening 5,63
Breda heeft een leening gesloten bij de Rijkspostspaarbank
tegen 574% en Utrecht bij de Nationale Levensverzekering-
Bank tegen 51/8 en 5l/i%. In vergelijking met andere ge
meenten heeft Leiden dus niet ongunstig geleend en er
waren weinig kosten op. Het advies om naar de groote
banken te gaan heeft spreker niet kunnen toejuichen, omdat
die duurder waren dan waarvoor de gemeente thans die
leening heeft ondergebracht.
Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.