306 MAANDAG 11 JULI 1932. Voortzetting van de geschorste openbare vergadering des avonds te 8 uur. Afwezig is ook thans alleen de heer Meijnen. De Voorzitter spreekt een woord van dank aan hem, die de schoone gedachte heeft gehad den Raadsleden hier bij wat men zou kunnen noemen de begrafenis van het oude Stadhuis nog een herinnering daaraan te brengen. Dit zijn echter tevens de bloemen bij de geboorte van het nieuwe Stadhuis, dat nog wel in den schoot van dezen Raad ligt, maar dat binnen enkele kwartieren te voorschijn zal komen in den vorm van een schoon besluit. Spreker stelt achtereenvolgens eerst aan de orde: IV. Praeadvies op het verzoek van dcN.V. Gebrs. Gcrzon's Modemagazijnen te Amsterdam, om ontheffing van het bepaalde bij art. 19 van de verordening op het Bouwen en Sloopen, ten aanzien van een gedeelte van den gevel in de Mostaardstceg, zulks in verband met de uitbreiding van haar winkelgebouw aan de Breestraat. (Zie Ing. St. No. 148.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1931, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden, ongevallen- en ziekteverzekering van ambtenaren en werk lieden. (Zie Ing. St. No. 155.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel tot verhooging van verschillende posten der begrooting, dienst 1931, waarvan de raming te laag is ge bleken, en tot toevoeging van eenigc nieuwe posten aan die begrooting. (Zie Ing. St. No. 156.) De heer de Reede zou over dit voorstel niet gesproken hebben, zooals bij dergelijke voorstellen gebruikelijk is, indien de toelichting op één post niet minder gelukkig was uitge vallen. Spreker meent, dat de toelichting bij volgnummer 29 (Ing. St. No. 102), «ontvangsten uit hoofde van winstuitkeering en concessionarisrechten van de Leidsche Duinwater Maat schappij" niet juist is. Deze ontvangsten behooren naar hun karakter op den gewonen dienst en het is dus niet juist een bedrag van ƒ5.296.44, naar den kapitaaldienst over te brengen. Spreker zal geen voorstel in dien geest doen, omdat bij de begrooting voor 1932 een dergelijke post ook naar den kapitaal- dienst is verwezenspreker is het daarmede echter niet eens en moet daartegen bezwaar maken, omdat z.i. onder de tegen woordige omstandigheden er voor reservevorming geen geld beschikbaar is en men bedragen, die op de gewone middelen thuis hooren, ook beschikbaar moet houden om de onge twijfeld te verwachten tekorten te dekken. De heer Goslinga zegt, dat bij de overneming van de aan- deelen der Leidsche Duinwater Maatschappij door het College met zoovele woorden is betoogd, dat het niet de bedoeling was om daaruit voor de gewone huishouding der gemeente een extra voordeel te trekken, dat het zeer blij en voldaan zou zijn, indien uit de baten der aandeelen, dus dividend en concessionaris-rechten, betaald konden werden rente en aflos sing van het kapitaal, dat de gemeente moest opnemen om die aandeelen te betalen, flet is dus zeer begrijpelijk, dat het College, gebonden als het is aan de toenmalige besprekingen, thans voorstelt om hetgeen van de Leidsche Duinwater Maatschappij over 1931 overschiet, nadat daarvan afgetrokken is het gewone winstaandeel der gemeente en hetgeen de leeningdienst eischte, over te hevelen naar den kapitaaldienst. Spreker geeft den heer de Reede volmondig toe, dat dit is een gewone ontvangst, gewoon geld, maar in verband met de toezegging van het College bij de overneming der aan deelen, is het toch zeer begrijpelijk dit komt toch tot uit drukking in den opzet der begrooting voor 1931 dat dat overschietende bedrag, dezen keer 5.296.44, naar den kapitaal dienst overgebracht wordt. Het spreekt vanzelf, dat de toezegging, die Burgemeester en Wethouders bij de overneming van de aandeelen hebben gedaan, den Raad niet bindt. Als de zaken van de waterleioing blij ven gaan, zooals zij nu gaan, zal het saldo ieder jaar grooter worden, aangezien ieder jaar afgelost wordt op het kapitaal, dat opgenomen is voor de betaling van de aandeelen en ieder Wijziging begrooting, dienst 1931; e.a. (Goslinga e.a.) jaar dus het bedrag van de rente kleiner wordt. De Raad kan besluiten dit bedrag toe te voegen aan de gewone middelen. In verband met het besluit, dat in het najaar van 1930 bij de behandeling van de begrooting voor 1931 is genomen, is het echter zeer begrijpelijk, dat thans dit voorstel wordt gedaan. De dienst 1932 zal in tegenstelling met den dienst 1930 niet zoo goed sluiten. De dienst 1931 zal waarschijnlijk nog wel een bate opleveren, die het bedrag van 150,000.zal overschrijden, maar op den dienst 1932 dreigen tekorten, zoodat rekening is te houden met de vraag van den heer de Reede om te overwegen, of het voor 1932 niet wenschelijk is van de tot nu toe gevolgde gedragslijn af te wijken. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel in zake goedkeuring van de normale uitbrei dingen van de Gasfabriek en de Eleetriciteitsfabriek over 1931. (Zie Ing. St. No. 149.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel: a. tot wijziging van de bcgrootingen der Gasfabriek en der Eleetriciteitsfabriek, in verband met de afsluiting van de rekeningen dier fabrieken over 1931; b. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1931. (Zie Ing. St. No. 150.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IX. Voorstel: a. tot wijziging van de bcgrootingen der Gasfabriek en der Eleetriciteitsfabriek, dienst 1932, in verband met de kosten van fabrieksuitbrciding en uitbreiding van het buizennet, respect, kabelnet, enz.; b. tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1932. (Zie Ing. St. No. 151.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IXa. Voorstel tot wijziging van de gemeente-bcgrooting, dienst 1932. (Zie Ing. St. No. 158.) De heer Kuipers wenscht bij de behandeling van de be grooting terug te komen op de bezuiniging, die thans plaats heeft op de jaarwedden van het politiepersoneel in verband met de vacatures. De Voorzitter zegt, dat de heer Kuipers vermoedelijk be doelt dat besparing plaats heeft door de vacatures nog niet te vervullen. Het staat den heer Kuipers vrij, daarop bij de behandeling van de begrooting terug te komen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Voortgezet wordt de behandeling van punt: III. Voorstel in zake de te ontwerpen plannen voor den bouw van een nieuw Raadhuis. (Zie Ing. St. No. 145.) De heer Simonis stelt voor in het voorstel van Burgemeester en Wethouders de woorden »de te verbreeden Koornbrugsteeg" te schrappen. Mocht zijn voorstel worden verworpen, hetgeen vrij zeker is, dan zal spreker voorstellen te lezen in plaats van »de te verbreeden Koornbrugsteeg'' de woorden »de te verbreeden Maarsmanssteeg". Indien er inderdaad veel geld voor den bouw van het stadhuis beschikbaar is, kan het kleine fmancieele verschil, dat hierdoor ontstaat, van geen invloed zijn. De Wethouder heeft gesproken van ƒ2.000.000.—. De heer Splinter merkt op, dat het verschil zal zijn 2.000.000.600.000.—, dus 1.400.000.—. De heer Simonis betwijfelt, of het verschil inderdaad zoo groot zal zijn. Dit zou een heel waardige plaats vooreen stadhuis zijn; wanneer die punt daar wordt weggebroken en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 14