GEMEENTERAAD YAN LEIDEN.
87
INCEKOKEN «TUKKEN.
N°. M5. Leiden, 30 Juni 1932.
Bij besluit van 2 November j.l. verzocht Uwe Vergadering
ons de noodige voorstellen in te dienen, teneinde alsnog
eenige door IJ aan te wijzen architecten uit te noodigen
plannen te ontwerpen voor den bouw van een nieuw Raad
huis op het zoo noodig naar de zijde van de Koornbrug-
steeg uit te breiden terrein aan de Breestraat en wel met
behoud van den ouden gevel.
Eerst thans is het ons mogelijk die voorstellen bij IT aan
hangig te maken, zooals U uit den hierna geschetsten gang
van zaken duidelijk zal worden.
Uw besluit werd genomen aan den vooravond van de
vaststelling van de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag betreffende de begrooting voor 1932. Vervol
gens moest ons College zich prepareeren op de behandeling
van de begrooting, waarmede Uwe Vergadering zich, gelijk
bekend, gedurende de maanden December en Januari onle
dig hield.
Zoodra ons College niet meer gehandicapt werd door de
voorbereiding van de behandeling van de begrooting en die
behandeling zelve, werd onmiddellijk weder het Stadhuis
vraagstuk ter hand genomen.
In onze vergaderingen van 18 en 25 Februari 1932 werd de
naar aanleiding van Uw besluit te volgen gedragslijn over
wogen.
Besloten werd, overeenkomstig den duidelijk door U te
kennen gegeven wensch over het plan-Dudok nog geene
beslissing te nemen, den heer Dudok mede te deelen, dat
in verband met den loop van zaken in de raadszitting van
2 November .1931 de beslissing omtrent het door hem ont
worpen plan zou worden aangehouden, totdat Uwe Ver
gadering in de gelegenheid zou zijn geweest ook over de in
het raadsbesluit van 2 November bedoelde plannen van
eenige andere architecten een besluit te nemen, terwijl op
16 Maart een uitvoerig schrijven tot de Commissie van
Fabricage werd gericht, waarin haar gevraagd werd hare
zienswijze te doen kennen over de punten, waarop thans
eene beslissing moest worden genomen, welke punten in het
schrijven nader werden aangegeven.
Het gevoelen der commissie mochten wij vernemen uit
hare rapporten van 20 April en 2 Mei j.lwelke een onder
werp van beraadslaging uitmaakten in onze Vergaderingen
van 28 April, 9 Mei en 19 Mei.
Tot ons genoegen ontwaarden wij uit de adviezen van de
commissie, dat zij zich kon vereenigen met het dezerzijds
ontworpen nader terreinplan, waarbij van de gelegenheid is
gebruik gemaakt, om de smalle en aan de hoek-Breestraat
gevaarlijke Koornbrugsteeg te verbreeden en het nieuwe
Raadhuis in verband hiermede, doch natuurlijk met intact-
laten van den ouden gevel, eeuigszins oostwaarts te projec
teeren. Zooals uit de ter visie liggende nota en situatietee-
kening A blijkt, is het de bedoeling de steeg te verbreeden
van 6 tot 13 M. en het Raadhuis aan de nieuwe straat
te doen grenzen. De rijweg, ter breedte van 7 M., zal in
de as van de Koornbeursbrug komen te liggen, terwijl ter
weerszijden trottoirs, resp. 4 en 2 M. breed worden gemaakt.
De te amoveeren perceelen Vischmarkt Nis 22, 23, 24 en
25, Koornbrugsteeg Nis 2, 4, 6 en 8, 't kadastrale perceel
1499, en de perceelen Breestraat Nis 100, 102 en 104 heb
ben een gezamenlijke oppervlakte van 653 M2., waarvan
373 M2. aan het Raadhuisterrein ten goede kan komen en
280 M2. aan de straatverbreeding. Aankoop van de perceelen
Vischmarkt Nis 7 en 8, ter gezamenlijke oppervlakte van
210 M2., is bij aanvaarding van het nieuwe terreinplan niet
noodig, aangezien de gevellengte bij de gedachte verschui
ving nagenoeg gelijk blijft 78.5 M.) Vergeleken met het
plan-Dudok zal het te bebouwen Raadhuisterrein dus 133
M2. grooter in oppervlakte zijn en 3952 M2. bedragen. De
verdere voordeelen, aan het nieuwe terreinplan verbonden,
kan men in de nota lezen. Slechts zij hier nog vermeld, dat
volgens eene in verband met de gewijzigde tijdsomstan
digheden opgemaakte nadere taxatie van de waarde van
alle perceelen, waarop voor de verwezenlijking van het nieuwe
plan beslag moet worden gelegd, die waarde inclusief be
drijfsschade en de kosten van aankoop van de reeds eigen
dom van de gemeente zijnde perceelen, bedraagt 600.000.
waarvan ten laste van de verbreeding van de Koornbrug
steeg een gedeelte, groot 70.000.zal moeten komen.
Ook omtrent de keuze van de architecten, die alsnog tot
het indienen van plannen zullen worden uitgenoodigd, zijn
wij met de commissie tot overeenstemming gekomen. Met
haar is onze keuze gevallen op de heeren: C. J. Blaauw,
te Haarlem, A. J. Kropholler, te Wassenaar en H. F. Mertens,
te Bilthoven. Overeenkomstig de meening van de Commissie,
besloten wij verder ook den heer Dudok in de gelegenheid
te stellen een ontwerp voor het thans aangegeven bouw
terrein in te dienen.
In afwijking van de commissie, die in meerderheid aarzelend
staat tegenover de opneming van winkels in het Stadhuis
gebouw en die opneming in geen geval als eisch zou willen
stellen, doch den architecten enkel de mogelijkheid zou
willen laten een winkelgalerij of parterre-winkels in hunne
plannen op te nemen, zonden wij het opnemen van een
winkelgalerij of van parterre-winkels aan de zijde van de
Vischmarkt als eisch gesteld willen zien. Wij vreezen toch,
dat de Vischmarkt, een winkelstand bij uitnemendheid,
anders een doodsch aanzien zou verkrijgen.
Aan de zijde van de Vischmarkt dient het gebouwgeheel
binnen de rooilijn te worden gebouwd, zoodat derhalve ook
geen uitbouw buiten de rooilijn zal mogen worden gemaakt,
een en ander met dien verstande, dat de galerij buiten de
rooilijn mag liggen en dat uit den aard der zaak boven die
galerij mag worden gebouwd. Verder zal in elk geval een
toren moeten worden geprojecteerd, waaromtrent de archi
tecten vrij zullen zijn met betrekking tot de plaats, den
vorm, enz.
Als maximum-bouwsom voor het nieuwe Raadhuis (exclusief
de restauratie van den ouden gevel) noemt de commissie
een bedrag van 1.500.000.met het oog op de daling
van de tot voor kort exhorbitant hooge bouwkosten in de
laatste tijden, komt ons een maximum-bouwsom van
1.250.000.voldoende voor.
De door de architecten in te dienen plannen moeten o. i.
bestaan uit platte gronden, doorsneden, gevelteekeningen
en verschillende perspectieven en moeten vergezeld zijn van
eene globale kostenraming (exclusief de restauratie van den
ouden gevel). Voor het ontwerpen van deze plannen ware
aan elk van de architecten een honorarium van 5.000.
toe te kennen. Voor dat bedrag zouden dan de plannen
worden gekocht. Het uitschrijven van een prijsvraag of het
houden van een wedstrijd ligt dus niet in de bedoeling.
Alleen zal bij eventueele opdracht tot uitvoering aan een
der uit te noodigen architecten het bedrag ad 5000.uit
den aard der zaak in mindering dienen te worden gebracht
op het architecten-honorarium.
Blijkens haar rapport kan de Commissie van Fabricage
zich met een en ander vereenigen.
Ten aanzien van de wijze van behandeling van de inge
diende plannen sloot de meerderheid van de commissie zich
bij ons gevoelen daaromtrent aan, n.l. om over de plannen
het advies in te winnen van eene Commissie van beoor
deeling, welke adviescommissie dan tegelijk met de aan
wijzing van de bouwmeesters, aan wie zal worden verzocht
de nieuwe plannen te ontwerpen, moet worden samengesteld.
De minderheid der commissie acht een dergelijke advies
commissie niet noodig en zou tot samenstelling daarvan
alleen willen zien overgegaan, indien na indiening van de
nieuwe ontwerpen de noodzakelijkheid ervan mocht blijken.
Ons College is daarentegen met de meerderheid van oor
deel, dat het noodig is, dat een dergelijke deskundige com
missie ons College en Uwe Vergadering bijstaat bij de be
oordeeling van de in te dienen plannen en het aangehouden
plan-Dudok, echter in dien zin, dat geen bindend advies zal
worden uitgebracht, zoodat de uiteindelijke beslissing aan
Uwe Vergadering blijft. Met de commissie van advies ware
tevens het programma van eischen, hetwelk den architecten
bij het maken van hunne plannen tot grondslag zal strekken,
te bespreken en na overleg met haar definitief vast te
stellen.
In haar nader rapport van 2 Mei j.l. geeft de Commissie
van Fabricage in overweging de commissie van advies te
doen bestaan uit twee vooraanstaande architecten en een
niet-architect, terwijl dan de Directeur van Gemeentewerken
aan de commissie zou zijn toe te voegen.
Ons College kan zich in het algemeen wel met het ge
voelen van de commissie vereenigen; alleen komt het ons
gewenscht voor, daarin tevens als lid op te nemen iemand,
bij uitstek bekend met Leiden en de Leidsche toestanden.
Als zoodanig hebben wij ons oog geslagen op den oud-
Directeur van Gemeentewerken, Ir. G. L. Driessen.
Met gebruikmaking van het advies van de Commissie van
Fabricage bomt het ons dus voor, dat moeten worden uit
genoodigd, om in de deskundige commissie van advies
zitting te nemen de heeren Dr. H. E. van Gelder, Directeur
van den Dienst voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven -
hage, Ir. G. C. Bremer, Rijksbouwmeester te 's-Gravenhage,
H. van der Kloot Meijburg, architect te 's-Gravenhage,
Ir. G. L. Driessen, oud-Directeur van Gemeentewerken te
Leiden en qualitate qua de Directeur van Gemeentewerken
alhier.
Ter belooning van de diensten van de niet in dienst van