MAANDAG 20 JUNI 1932. 239 Beschuldigingen a. h. adres van Maatschappelijk Hulpbetoon; (Voorzitter c.a.) e.a. De Voorzitter zegt, dat verscheidene leden over deze zaak wenschen te spreken. Het is thans echter tien minuten voor elven en de Eaad zal het met spreker eens zijn, dat het zich niet laat aanzien, dat de besprekingen over deze zaak heden avond tot een einde gebracht kunnen worden. Spreker stelt daarom voor de beraadslaging over dit punt te schorsen en eerst in behandeling te nemen de punten, die geen uitstel gedoogen. Zoo dient in deze vergadering een beslissing ge nomen te worden omtrent punt 7 der agenda, aangezien anders de fatale termijn verstrijkt. Punt 9 betreft de nood zakelijke machtiging tot financiering en al zou men het een formaliteit kunnen noemen, dan nog is een beslissing om trent punt 11 noodig met het oog op de goedkeuring van de begrooting voor dit jaar. Ten slotte wenschen Burge meester en Wethouders den Eaad in een vergadering met gesloten deuren van een bepaalde zaak in kennis te stellen. De heer van Eek begrijpt, dat het moeilijk is de zaak, waarover mevrouw Braggaarde Does heeft gesproken, heden avond af te handelen, zoodat de raad zich bij de schorsing van de beraadslaging wel zal moeten neerleggen. Dit kan echter alleen geschieden onder voorwaarde, dat de eerstvol gende raadsvergadering zoo spoedig mogelijk zal worden gehouden, want reeds in de vorige vergadering is gebleken, dat het in deze niet alleen de vraag is, of mevrouw Brag gaarde Does juiste beschuldigingen heeft geuit, maar ook, of het wenschelijk is, dat de raad ingrijpt bij het optreden van Maatschappelijk Hulpbetoon. In dat opzicht is er alle haast bij de zaak. Kan de Voorzitter de toezegging doen, dat binnen zoo kort mogelijken tijd de volgende raadsvergadering zal plaats hebben? De Voorzitter kan voor de volgende vergadering geen be paalden datum noemen, maar vermoedt, dat ze vóór 11 Juli zal worden gehouden, want niet alleen dit punt, maar ook tal van andere zaken, die telkens uitgesteld zijn, moeten behandeld worden. Mevrouw Braggaarde Does vraagt, of dit punt dan als punt 1 op de agenda zal worden geplaatst, zoodat het niet op het laatst van den avond aan de orde komt. De Voorzitter zegt toe, dat dit punt onmiddellijk na de zoogenaamde hamerstukken op de agenda zal worden ge plaatst, dus als eerste punt, waarover Burgemeester en Wethouders discussie verwachten. Wordt overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten de verdere behandeling van punt 3 aan te houden tot een volgende vergadering. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming op voorstel van den Voorzitter besloten, de behandeling der punten 4, 5 en 6 der agenda tot een volgende vergadering aan te houden. VII. Praeadvies op het verzoek van het Bestuur van de R. K. Parochiale Jongensscholen onder R. K. Parochiaal Kerkbestuur, om beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een bijzondere lagere school aan de Pot- gicterlaan. (Zie Ing. St. No. 138.) De heer Vos zegt, dat de Eaad aan eigen eer verplicht is de medewerking tot stichting van deze school te weigeren. Allereerst heeft de Eaad 2 of 3 jaar geleden afwijzend be schikt op een verzoek tot stichting van een openbare school in hetzelfde stadsdeel voor 184 leerlingen, dus bijna 50 meer dan het aantal, waarvoor voor deze school handteekeningen zijn verkregen. In de tweede plaats heeft de Eaad op 9 Mei j.l. om bezuinigingsredenen niet geschroomd een reeks openbare scholen op te heffen, waarbij zelfs een met 176 leerlingen, ongeveer 40 meer dan voor de nu gevraagde school. Wanneer de Eaad afwijzend beschikt op dit verzoek en het school bestuur gaat in hooger beroep, dan zullen misschien hoogere autoriteiten in die argumenten redenen vinden om de be slissing van den Eaad goed te keuren. De heer Knuttel wijkt niet veel van de meening van den heer Vos af, maar herinnert eraan, dat bij de bespreking van de bezuinigingsvoorstellen op onderwijsgebied op 9 Mei j.l. sprekers bewering, als zou het bijzonder onderwijs be voordeeld worden bij het openbaar, is tegengesproken. Hier wordt echter een adres, ingediend door de ouders van over de 100 leerlingen, om een bestaande openbare school te behouden, eenvoudig niet geteld, maar door den Eaad ter Stichting r. k. lagere sehool aan de Potgieterlaan. (Knuttel e.a.) zijde gelegd; ook Gedeputeerde Staten storen zich daaraan in het geheel niet, terwijl maar een even groot aantal een oijzondere school behoeft te vragen de roomsch-katholieke scholen zijn per klasse gemiddeld niet sterker bezet dan de openbare of er wordt direct voorgesteld, een bijzondere school te bouwen. Dit bewijst, dat de pacificatie alleen een middel is, om het bijzonder onderwijs alles toe te staan en het openbaar onderwijs volkomen machteloos te maken en dit aan alle mogelijke inperkingen en inkrimpingen bloot te stellen. De Eaad mag dit in geen geval doen. Behalve de reden, die spreker altijd tegen dergelijke voorstellen aan voert, n.l. zijn tegenstand tegen de pacificatie en het con fessioneel onderwijs, heeft hij er nog een ander bezwaar tegen. Sinds Januari j.l. zijn n.l. de kapitaalsuitgaven der gemeente door Gedeputeerde Staten nog geen van alle goedgekeurd, zoo b.v. voor de bewaarschool in de Kooi, waartoe al lang geleden is besloten. Ten aanzien van een bijzondere school wordt echter gezegd: de wet eischt het en dan wordt het wel toegestaan; dan is er zelfs zoo'n haast bij, dat het geen zitting meer kan wachten. Dit is een zeer absurde toestand, die nog absurder wordt dan vroeger, nu aan de gemeente alle kapitaalsuitgaven zoo goed als onmogelijk gemaakt worden. Het is zaak, dat een gemeente zich daar eens vierkant tegenover stelt, waar men niet kan voldoen aan de op de gemeente rustende verplichtingen ten aanzien van het openbaar onderwijs. Daaraan moet een einde gemaakt worden. De heer de Reede weet niet of het mogelijk zal zijn, aan de hand van de wet, tegen dit voorstel bezwaar in te brengen; hij zal dat ook niet probeeren, maar hij heeft toch wel bezwaar tegen een deel van dit voorstel, n.l. dat, waarbij de kosten van den bouw worden geraamd op 132.000.dat bedrag is veel te hoog. Op den Raad rust in dezen tijd zeer zeker de verplichting om zoo zuinig en bescheiden mogelijk de scholen in te richtennog kort geleden is een uitstekend ingerichte school gereedgekomen, die tamelijk minder gekost heeft. Dit gedeelte van het voorstel maakt voor spreker het geheele voorstel onaan nemelijk, omdat het meer zou zijn dan een uitspraak van den Eaad, dat in beginsel tot medewerking wordt besloten. Indien het College niet bereid is, het bedrag van 132.000. uit het voorstel te schrappen, zal spreker er zijn stem niet aan kunnen geven. De heer Wilmer erkent, dat het een plicht is om in dezen tijd zoo bescheiden en zuinig mogelijk te bouwen. Spreker is er van overtuigd, dat het schoolbestuur dit doen zal en dat ook Burgemeester en Wethouders in dezen geest actief zullen zijn. Spreker begrijpt, dat de heer Knuttel bezwaren tegen dit voorstel heeft, maar alle andere leden, wier partijen staan op den grondslag van de pacificatie, zullen moeilijk bezwaar tegen dit voorstel kunnen maken, aangezien het voldoet aan de eischen van de wet, waarmede alle partijen zich in de Staten-Generaal accoord hebben verklaard. Wat betreft de bevoorrechting van het bijzonder onderwijs boven het openbaar: ook wanneer deze school zal zijn gebouwd, staat het nog zonder twijfel vast, dat de openbare scholen voor het bezoeken van de leerlingen veel gunstiger verspreid liggen dan de katholieke scholen. Zelfs na de opheffing van eenige openbare scholen is dit feit niet tegen te spreken. Als men de cijfers aandachtig beschouwt en de scholen, waarvan eenige reeds betrekkelijk oud zijn, stuk voor stuk nagaat, komt men tot de conclusie, dat er een absoluut gebrek aan schoolruimte dreigt en daarom is dit verzoek ingediend, waartegen geen enkel redelijk bezwaar is in te brengen. De heer Verweij zal eenige bezwaren tegen dit voorstel aanvoeren, al weet hij ook, dat alles, wat over het voorstel wordt gezegd, eigenlijk een praatje voor den vaak is. On afhankelijk van het besluit van den Eaad zal de school er volgens de wet moeten komen. Intusschen: met den bouw van openbare scholen gaat het niet zoo gemakkelijk, als een beroep op de pacificatie wordt gedaan. Eeeds bij de behandeling van de begrooting voor 1925 heeft spreker voorgesteld een openbare school aan den Haagweg te bouwen en niettegenstaande de verklaring van den toenmaligen Wethouder, dat het College ter zake diligent was, is die school nog steeds niet gebouwd. Tegen den bouw van een tweede opleidingsschool voor Gym nasia en H B S.-en aan de Thorbeckestraat, van welke school aangenomen kan worden, dat zij er vooralsnog niet zal komen, voert men financieele bezwaren aan, die moeten worden ont-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 25