178 MAANDAG 9 MEI 1932. Opheffing en stichting van openbare scholen. (Groeneveld e.a.) Punt III van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 19 tegen 16 stemmen. Vóór stemmen: de heeren van Eecke, van Tol, Coster, Beekenkamp, Meijnen, van der Reijden, Bergers, Eikerbout, van Es, Splinter, Romijn, Goslinga, Tepe, Wilbrink, van Ros malen, Wilmer, de Reede, Bosman en Huurman. Tegen stemmende heeren Schüller, Kooistra, mevr. Brag- gaarde Does, mevr. de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Vos, Vallentgoed, Knuttel, van Stralen, Donders, Groeneveld, Manders, Simonis, van Eek, Verweij en Kuipers. De heer Groeneveld vraagt nog even het woord over punt IV van het voorstel van het College. De Voorzitter zegt, dat de Raad nu met de stemmingen bezig is; het debat over dit punt is gesloten. Den heer Groeneveld is daarvan niets bekend. De Voorzitter zegt, dat de heer Groeneveld verklaard heeft, dat hij hierover het woord niet wenschte te voerenhij heelt dat ook niet gedaan. Ook heeft hij niet voorgesteld om de zaak gesplitst te behandelen; dan had men daarin kunnen treden. Door alle andere sprekers is dit punt wel in bespre king genomen. De heer Groeneveld zegt, dat thans aan de orde komt punt IV, ten aanzien waarvan spreker heeft aangekondigd, dat hij er het woord over wilde voeren, nadat een beslissing was genomen over punt III. De Voorzitter heeft niet gezegd, dat hij spreker daarover het woord niet wilde verleenen. De Voorzitter is het met den heer Groeneveld niet eens. Het geheele voorstel is behandeld en de heer Groeneveld kan derhalve over punt IV het woord niet meer voeren. De heer Groeneveld stelt nu voor hem in de gelegenheid te stellen over punt IV het woord te voeren. De Voorzitter zegt, dat voorstel in stemming te zullen brengen. De heer Groeneveld wenscht zijn voorstel toe te lichten. De Voorzitter geeft den heer Groeneveld daartoe het woord. De heer Groeneveld wijst er op dat, indien punt 111, strekkende om de meisjesopleidingsschool aan de Boommarkt op te heffen, was verworpen, punt IV geen agendapunt had kunnen uitmaken, omdat het dan van zelf was vervallen. De vraag, of punt IV behandeld zou worden, hing dus uit sluitend af van de beslissing over punt III. Nu de Raad punt III heeft aangenomen, komt punt IV pas in behandeling en is het niet meer dan redelijk, dat spreker in de gelegenheid wordt gesteld daarover het woord te voeren. Indien hem dat werd geweigerd, zou hij dat een schandaal vinden. Van obstructie zijnerzijds is geen sprake. Voor hem als lid van de onderwijscommissie geldt ook niet de bepaling van het Reglement van Orde, dat een lid over een onderwerp slechts twee keer het woord rnag voeren. De obstructie is hier aan de zijde van den Voorzitter. Spreker beveelt zijn voorstel aan. De Voorzitter komt op tegen de uitlating van den heer Groeneveld, dat spreker hier obstructie zou voeren. Dit is het geval niet. Het was mogelijk geweest bij de behandeling van het voorstel over punt IV veronderstellenderwijs te spreken. Dit gebeurt meermalen, wanneer de beslissing over een onder deel van een voorstel afhangt van de beslissing over een ander onderdeel. Het is hier altijd gewoonte geweest, zco'n voorstel dan geheel onder het oog te zien; in dit geval was er niet het minste bezwaar tegen om over dit voorstel veronderstellen- derwijze te spreken, zooals ook gedaan is door alle andere sprekers. Spreker wil echter niet langer bezwaar maken, om den heer Groeneveld, nu hij dit alsnog verlangt, over dit punt het woord te geven. De heer Groeneveld ziet, nu de Raad tot opheffing van de school aan de Boommarkt heeft besloten, geen andere moge lijkheid dan aanneming van punt IV van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Spreker is het niet eens met den heer Vos, om ook deze nieuwe school dan als een filiaal van de school aan de Aalmarkt te beschouwen; die is toch reeds veel te groot, telt 11 klassen; het is te verwachten, dat Opheffing cn stichting van openbare scholen; e. a. (Groeneveld.) ook de nieuwe school aan de Boommarkt sterk zal groeien en dan zou deze school veel te groot worden. Spreker gaat dus mede met het voorstel van het College om, waar beslist is, dat die school er zal komen, daarvan dan ook een af zonderlijke school te maken, die geheel op zich zelf staat en een hoofd heeft. Het amendement van den heer Vos, luidende: »Bij onverhoopte aanneming van het voorstel tot opheffing van de Boommarktschool stelt ondergeteekende voor: IV. De leerlingen van de Aalmarktschool worden over deze en de Boommarktschool verdeeld tot de nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Thorbeckestraat kan worden geopend.", wordt verworpen met 33 tegen 2 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Schüller, Kooistra, mevrouw Braggaarde Does, de heer van Eecke, mevrouw de Cler de Bruijn, de heeren Koole, van Tol, Beekenkamp, Meijnen, van der Reijden, Vallentgoed, Knuttel, Bergers, Eikerbout, van Stralen, van Es, Splinter, Romijn, Goslinga, Tepe, Wilbrink, van Rosmalen, Wilmer, Donders, Groeneveld, de Reede, Bosman, Huurman, Manders, Simonis, van Eek, Verweij en Kuipers. Vóór stemmen: de heeren Vos en Coster. Punt IV van het voorstel van Burgemeester en Wet houders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het gewijzigd amendement van den heer van Eecke, luidende: „V. tot stichting van een schoolgebouw, bestemd voor de sub IV bedoelde nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. op een gemeentelijk terrein, gelegen aan de Zuid-Oost zijde van de geprojecteerde verlenging van de Thorbecke straat en tot den bouw der bedoelde school onmiddellijk over te gaan, indien een aanvrage tot het bouwen van een bijzon dere school op grond van wettelijke voorschriften in die stads wijk niet geweigerd kan worden." wordt verworpen met 23 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Schüller, Kooistra, mevr. Braggaar—de Does, mevr. de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Vos, Meijnen, Vallentgoed, Knuttel, van Stralen, van Es, Goslinga, Tepe, Wilbrink, van Rosmalen, Donders, Groe neveld, de Reede, Huurman, Simonis, van Eek, Verweij en Kuipers. Vóór stemmen: de heeren van Eecke, van Tol, Coster, Beekenkamp, van der Reijden, Bergers, Eikerbout, Splinter, Romijn, Wilmer, Bosman en Manders. Punt V van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 31 tegen 4 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Schüller, Kooistra, mevr. Brag gaarde Does, de heer van Eecke, mevr. de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Vos, van Tol, Coster, Beekenkamp, Vallent goed, Knuttel, Bergers, Eikerbout, van Stralen, van Es, Splinter, Romijn, Goslinga, Tepe, van Rosmalen, Wilmer, Donders, Groeneveld, Bosman, Huurman, Manders, Simonis, van Eek, Verweij en Kuipers. Tegen stemmen: de heeren Meijnen, van der Reijden, Wilbrink en de Reede. Punt VI van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. II. Herstemming over het voorstel, in zake de toepassing van een tijdelijke korting op de wedden en loonen van het Gemeentepcrsoneel, voor zooveel sub d en e betreft. (Zie Ing. St. No. 99.) De punten d en e van het voorstel van Burgemeester en Wethouders worden achtereenvolgens aangenomen, elk met 18 tegen 15 stemmen. Vóór stemmen: de heeren van Eecke, Coster, Beekenkamp, Meijnen, van der Reijden, Bergers, Eikerbout, van Es, Splinter, Romijn, Goslinga, Tepe, Wilbrink, van Rosmalen, de Reede, Bosman, Huurman en Simonis. Tegen stemmen: de heeren Schüller, Kooistra, mevrouw Braggaarde Does, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Vos, van Tol, Vallentgoed, Knuttel, van Stralen, Wilmer, Groeneveld, van Eek, Verweij en Kuipers. (De heeren Donders en Manders hadden de vergadering inmiddels verlaten.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 16