GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
53
INttEKOMEX STUKKEN.
N°. 101. Leiden, 23 April 1932.
Wij hebben de eer U voor fce stellen te besluiten tot ver
hooging van verschillende posten der gemeentebegrooting
voor 1931, waarvan thans reeds bekend is, dat de uitge
trokken bedragen onvoldoende zijn, alsmede tot toevoeging
van eenige nieuwe posten aan die begrooting.
De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de na
volgende:
Volgn. 182. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren8.018.84
1°. een bedrag van 827.90 wegens restitutie
aan de woningbouwvereeniging „Tuin,stadwijk"
van over de jaren 1926/27, 1927/28, 1928/29,
1929/30 te veel betaalde annuïteit over de
koopsom van den grond voor plan II;
2°. een bedrag van 1.265.25, dat alsnog aan
de woningbouwvereeniging „Ons Belang" moest
worden uitgekeerd als bijdrage (ƒ892.49) in de
betaling van de 10e annuïteit (exploitatiejaar
1928/29) en als bijdrage 372.76) in de be
taling van de 11e annuïteit (exploitatiejaar
1929/30, van het toegekende voorschot voor
het He plan;
(De hoogere Rijksbijdragen in bovenbedoelde
annuïteiten respectievelijk bedragende ƒ669.37
en 279.58 zijn verantwoord op volgn. 3
„Achterstallige inkomsten van vorige dienst
jaren" (zie de verhooging van dat volgnummer)
3°. een bedrag van 600.dat alsnog aan
het Centraal Bureau voor Verificatie en Finan-
ciëele Adviezen der Vereeniging van ïseder-
landsche Gemeenten moest worden uitgekeerd
voor het controleeren van de administratie
van den gemeente-ontvanger over 1930 (Raads
besluit van 28 September 1931, Ingek. Stukken
No. 154 van 1931);
4°. een bedrag van ƒ1.808.85 ter zake van
nog over 1930 verschuldigde gelden voor ver
pleging in ziekeninrichtingen en voor opera
tieve en radiologische behandeling van onver
mogende ingezetenen;
5°. een aan de Stedelijke Fabrieken van Gas-
en Electriciteit gerestitueerd bedrag van 136.38
wegens te veel betaalde grondbelasting over
1929;
6°. een bedrag van 490.81 wegens restitutie
van betaalde schoolgelden voor het openbaar
en bijzonder lager onderwijs over 1930;
7°. een bedrag van ƒ568.40 ter zake van
alsnog over 1928 en 1929 verschuldigde gelden
voor geleverd drukwerk;
8°. een bedrag van ƒ78.61, zijnde de slotuit-
keering van de over 1930 aan de Gezondheids
commissie verschuldigde toelage;
9°. een bedrag van ƒ107.76 wegens betaalde
bijdragen over de jaren 1923, 1924 en 1929,
ingevolge art. 104, ie lid, en art. 205, 6e lid,
der Lagere Onderwijswet 1920;
10°. een bedrag van 166.30 wegens betaalde
bijdragen over de jaren 1927, 1928 en 1929,
ingevolge art. 25, 3e en 4e lid der Nijverheid»-
onderwijswet
(Vermits de vaststelling van de onder sub
9° en 10° vermelde bijdragen vóór 1931 heeft
plaats gehad, moeten de ter zake gedane uit
gaven op dit volgnummer worden verantwoord)
11°. de alsnog aan het Rijk verschuldigde
extra-subsidie ad 670.23 over het tijdvak
van 1 Januari tot 30 April 1930 ten behoeve
van werkloozenkassen van landarbeiders, waarop
de crisisregeling van toepassing was;
12°. de, ingevolge Raadsbesluit van 30 Maart
1931, toegekende subsidie ad 288.75 ten be
hoeve van den cursus tot opleiding van Chr.
bewaarschoolhouderessen, over het tijdvak 1
Septemberultimo December 1930;
13°. de, ingevolge Raadsbesluit van 22
December 1930 toegekende subsidie ad 725.72
ten behoeve van de bijzondere school voor
buitengewoon lager onderwijs aan denZoeter-
woudschen Singel, over het tijdvak van 1
Octoberultimo December 1930;
14°. een bedrag van 283.88 ter betaling van
een zestiental posten van uiteenloopenden aard,
welke betrekking hebben op vorige dienstjaren
Volgn. 182 dient dus in totaal met 8.018.84
te worden verhoogd, welk bedrag echter ruim
schoots wordt gedekt door ontvangsten van
vorige dienstjaren.
Zie de verhooging van volgn. 3 der ont
vangsten.
Volgn. 187. Presentiegelden der leden van den
Baad
De uitgaven op dit volgnummer hebben
bedragen ƒ6.950.een bedrag van 5.000.
was uitgetrokken.
De overschrijding is voornamelijk een gevolg
van de omstandigheid, dat in 1931 de gemeente
begrooting voor 1931 en bijna geheel ook die
voor 1932 behandeld zijn.
Volgn. 189. Jaarwedden van de ambtenaren
en bedienden der Gemeente-Secretarie, den con
cierge en de boden en van het kantoor van den
Gemeente-Ontvanger
De uitgaven, welke waren geraamd op
ƒ135.359.—, bedragen ƒ137.423.56 of 2.064.56
meer.
De overschrijding is o.a. een gevolg van de
omstandigheid, dat een arbeidskracht aan de
afd. „Financiën", die tevoren op arbeidsover
eenkomst werkzaam was, in vasten dienst werd
aangesteld als klerk Ie kl. (Zie de toelichting bij
volgn. 207 der begrooting voor 1932.)
Voorts werd de voor assistentboden en voor
de bewaking van het Gemeentehuis uitge
trokken som van ƒ2.930.tengevolge van
de kosten van vervanging wegens ziekte, met
ƒ264.56 overschreden.
Aanvulling van den post met 1.800.f-
264.56 2.064.56 is dientengevolge noodig.
Volgn. 190. Schrijfloonen
De uitgaven ter zake hebben bedragen
ƒ12.540.33, d. i. ƒ1.040.33 meer dan was ge
raamd.
Deze overschrijding is een gevolg van
het vele type- en cyclostylewerk, gedurende
het jaar 1931, alsmede van de kosten van
vervanging wegens ziekte van personeel van
de typekamer.
Zie ook de toelichting bij de verhooging van
volgn. 191 der uitgaven.
Volgn. 191. Schrijf- en bureaubehoeften, brief
porten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven
De uitgaven, welke waren geraamd op
ƒ3.500.zullen bedragen/4.705.05 of ƒ1.205.05
meer.
De in den loop van 1931 noodig gebleken
aanschaffing van eenige dossierkasten had eene
niet-voorziene uitgaaf van 231.tengevolge.
De overschrijding wordt echter voornamelijk
veroorzaakt door de kosten van aanschaffing
van cyclostyle- en carbonpapier, stencils enz.,
waarvoor eene uitgaaf van 2.359.05 werd
vereischt.
Het drukke gebruik, dat van de cyclostyle
wordt gemaakt, heeft uiteraard eene besparing
op de kosten van drukwerk tengevolge.
Van het voor andere gemeente-instellingen
vervaardigde cyclostyle-werk hebben de kosten
ƒ900.bedragen.
Volgn. 20 „Overige inkomsten terzake van
het algemeen beheer," waarop eene terug
ontvangst van 600.is geraamd, kan der
halve met ƒ300.worden verhoogd. (Zie de
verhooging van dat volgnummer met 300.
Volgn. 205. Verteringen ten behoeve van de
bureaux van stemopneming
De kosten terzake hebben voor de verkie
zingen van de Provinciale Staten en den
Gemeenteraad in totaal bedragen 3.507.93;
geraamd was ƒ3.000.
Volgn. 210. Uitgaven ter zake van de elfde
algemeene volkstelling
De kosten van deze volkstelling, welke voor
„memorie" waren uitgetrokken, hebben be
dragen 7.855.27.
De daarin van het Rijk te ontvangen tege
moetkoming zal vermoedelijk 5.311.87 be
dragen.
Zie de verhooging van volgn. 11 der ont
vangsten met 5.311.87, welk volgnummer even
eens voor „memorie" was uitgetrokken.
1.950.—
2.064.56
1.040.33
1.205.05
607.93
7.855.27