51
Een andere maatregel, die niet in de eerste plaats is in
gegeven door het financieel belang der gemeente, doch dien
wij in het belang van het onderwijs zeer gewenscht achten,
is deze, om, in afwachting van de totstandkoming van een
nieuw gebouw voor een tweede opleidingsschool voor Gym
nasium en H.B.S., zoo spoedig mogelijk over te gaan tot
splitsing in twee scholen van de reeds 11 klassen tellende
opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S., aan de Aalmarkt.
De tegenwoordige toestand, dat de leerlingen dier school
over drie schoolgebouwen (Aalmarkt, Breestraat en Boom-
markt) zijn verdeeld, mag o. i. niet langer dan strikt nood
zakelijk is, worden bestendigd. Wordt de school aan de
Boommarkt opgeheven, dan kunnen onmiddellijk 5 klassen
van de school aan de Aalmarkt als afzonderlijke school in
het schoolgebouw aan de Boommarkt worden ondergebracht.
Naar onze meening zal daarmede een groote verbetering
worden verkregen. Een bijkomstige, gelukkige omstandigheid
is nog, dat alsdan het salaris van een leerkracht méér voor
rekening van het Kijk zal komen. Het spreekt wel vanzelf,
dat de splitsing aldus zal geschieden, dat de school aan de
Aalmarkt, ook na de splitsing een goed bezette school zal
blijven.
Aanvankelijk lag het in ons voornemen te bevorderen,
dat zoo spoedig mogelijk zou worden overgegaan tot de
stichting van een nieuw schoolgebouw voor de tweede op
leidingsschool voor Gymnasium en H.B.S., welk gebouw o.i.
moet worden gesticht in het Zuiden van de stad en wel op
een gemeentelijk terrein, gelegen aan de Zuid-Oostzijde van
de geprojecteerde verlenging van de Thorbeckestraat. De
zeer ongunstige financiëele omstandigheden van de gemeente
maken het echter, tot ons leedwezen, niet mogelijk voors
hands aan dat voornemen uitvoering te geven,. Toch schijnt
het ons van belang, dat Uwe vergadering thans tot stichting
van de school besluit, opdat, zoodra de omstandigheden
daartoe gunstiger zijn, ten spoedigste met den bouw een
aanvang kan worden gemaakt.
De meerderheid van de Commissie voor het Onderwijs
heeft bezwaar tegen de splitsing van de Aalmarkt-school in
twee afzonderlijke scholen. Beter acht zij het die zoo gunstig
functionneerende school onder één hoofd intact te laten.
H. i. is het dan echter noodzakelijk, dat het hoofd der school
ambulant wordt, opdat hij zich ten volle aan de school in
haar geheel kan wijden. Met de onderbrenging van een
aantal klassen van de school aan de Aalmarkt in het school
gebouw aan de Boommarkt gaat zij accoord.
De hoofden van de openbare lagere scholen kunnen zich,
blijkens hun advies, in deze met de meening van de meerder
heid van de Commissie voor het Onderwijs vereenigen. Blijk
baar achten zij het niet noodzakelijk het hoofd der school
ambulant te maken; in het advies wordt daarvan althans
niet gerept.
De minderheid van de Commissie geeft de voorkeur aan
de door ons voorgestelde splitsing van de Aalmarkt-school
in twee zelfstandige scholen. Met alle waardeering voor het
werk van het tegenwoordige hoofd der school meent zij,
dat de door de meerderheid aangegeven oplossing al te zeer
gekoppeld wordt aan den persoon van het hoofd. Legt het
hoofd, om welke reden ook, zijn functie neer, dan zou de
nieuwe toestand zijn gebouwd op een omstandigheid, die
dan niet meer aanwezig is. Terecht merkt de Commissie o.i.
verder nog op, dat dan nog één hoofd der school méér op
wachtgeld zou moeten worden gesteld en dat het ambulan-
tisme van het hoofd der Aalmarkt-school aangenomen,
dat de Minister van Onderwijs daartoe toestemming zou
verleenen van ongunstigen invloed zou zijn op den klasse-
deeler en daardoor weer op de uitkeering van de vergoeding
wegens salarieering van boventallige leerkrachten aan de
bijzondere scholen. Wij voegen hieraan nog toe, dat boven
dien het salaris van één leerkracht méér voor rekening van
de gemeente zou komen.
Kan het gebouw aan de Boommarkt aldus zij het dan
ook tijdelijk weder voor onderwijsdoeleinden worden benut,
ook aan het in de toekomst te ontruimen gedeelte van het ge
bouw op het Schuttersveld kan een andere bestemming worden
gegeven. Het komt ons namelijk voor, dat daarin de Gemeente
lijke Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen
kan worden gevestigd. Het tegenwoordige gebouw van de
Kweekschool is te klein en is ook in andere opzichten niet
meer geschikt voor huisvesting van de Kweekschool. Dat
de overgang van de Kweekschool eerst over een paar jaren
kan plaats vinden, achten wij geen onoverkomelijk bezwaar.
Ook al zou worden besloten tot de stichting van een nieuw
Kweekschoolgebouw, zou die voorziening niet veel minder
tijd vorderen.
In ons tot de Plaatselijke Schoolcommissie gericht schrijven
deelden wij nog het volgende mede:
„In den tijd, die moet verloopen tot de opheffing van
een der Schuttersveldscholen haar beslag zal hebben ver
kregen, zouden wij nog willen overwegen de omzetting van
de overblijvende Schuttersveld-school in een opleidingsschool
voor U. L. O., tevens leerschool verbonden aan de Ge
meentelijke Kweekschool of overbrenging van de tegen
woordige Leerschool naar het gebouw op het Schuttersveld
en overgang van de Schuttersveld-school naar het tegen
woordige gebouw van de Leerschool. Mocht zulks mogelijk
blijken, dan zou in de nabijheid van den Eijnsburgerweg
de beschikking worden verkregen over een opleidingsschool
voor U. L. O. en zouden de Kweekschool en de Leerschool
in hetzelfde gebouw worden gehuisvest, eene oplossing, die
uit onderwijs oogpunt vele voordeelen biedt".
Aangezien het nimmer in onze bedoeling heeft gelegen,
reeds thans omtrent een van de in deze mededeelingen
vervatte zaken een voorstel te doen, veroorloven wij ons
de daaromtrent in de adviezen opgenomen wenken voor het
oogenblik stilzwijgend voorbij te gaan.
Ten slotte komen wij tot de vraag: wanneer zullen de
verschillende veranderingen moeten ingaan? Wij vestigen er
Uwe aandacht op, dat de hoofden van scholen, als ook de
Commissie voor het Onderwijs, wijzen op het bepaalde bij
artikel XCII van het ontwerp van wet tot wijziging van
de Lager-Onderwijswet 1920.
Te Uwer informatie deelen wij mede, dat bij het genoemde
artikel wordt bepaald, dat de Eijksvergoeding in de salari
eering van het onderwijzend personeel tot 1 Januari 1935
nog naar de thans geldende subsidieschaal zal worden berekend
voor de op 30 Juni 1932 bestaande scholenmet dien ver
stande, dat daarbij buiten aanmerking blijven de onder
wijzers, die van 1 Juli 1932 af in dienst treden.
Het is derhalve gewenscht, dat tevoren wordt gezorgd,
dat van 1 Juli 1932 af zoo weinig mogelijk mutatie komt in
het onderwijzend personeel.
Bij aanneming van de voorstellen zullen de leerkrachten
van de op te heffen scholen Haverstraat B en Boommarkt
moeten worden overgeplaatst. Gebeurt dat na 30 Juni, dan
heeft het teugevolge vervroegde invoering van de voor de
gemeente nadeelige subsidie-regeling. Het zelfde gevolg heeft
de opheffing van beide Schuttersveld-scholen en stichting
van een nieuwe Schuttersveld-school en opheffing van de
Duivenbodestraat-school en stichting van een nieuwe Duiven-
bodestraat-school, indien zulks geschiedt na 30 Juni. Immers
dan zijn de oude scholen verdwenen en geldt voor de
nieuwe scholen de ongunstige subsidie-schaal.
Uit financieel oogpunt is het derhalve van belang, dat de
veranderingen vóór 30 Juni a.s. ingaan.
Nu merken de hoofden wel op, dat de veranderingen het
best bij het begin van het schooljaar kunnen ingaan, doch
zij vermelden daarbij, dat deze opmerking slechts „volledig
heidshalve" wordt gemaakt.
Hoewel ook wij als datum van ingang de voorkeur geven
aan 1 September, meenen wij, dat, waar de bezwaren tegen
vervroegden ingang niet onoverkomelijk zijn, het financieel
belang van de gemeente meebrengt, de veranderingen te
doen ingaan vóór 30 Juni a.s.
Op grond van het vorenstaande en met verwijzing naar
de ter inzage gelegde adviezen, geven wij U mitsdien in
overweging te besluiten:
I. de o. 1. scholen aan de Haverstraat B en aan de Dui-
venbodestraat B op te heffen en over te gaan tot stichting
van een nieuwe o. 1. school in het gebouw aan de Duiven-
bodestraat
II. de o. 1. scholen op het Schutterveld A en B op te
heffen en over te gaan tot de stichting van een nieuwe o. 1.
school in het gebouw op het Schuttersveld;
III. de meisjesopleidingsschool voor U. L. O. aan de Boom
markt op te heffen;
IV. de opleidingsschool voor Gymnasium en H. B.S. aan
de Aalmarkt te splitsen in twee afzonderlijke scholen, de
nieuwe school voorloopig te vestigen in het te ontruimen
schoolgebouw aan de Boommarkt en die nieuwe school voor
loopig aan te duiden als opleidingsschool voor Gymnasium
en H. B. S. aan de Boommarkt;
V. tot stichting van een schoolgebouw bestemd voor de
sub IV bedoelde nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium
en H. B. S. op een gemeentelijk terrein gelegen aan de zuid
oostzijde van de geprojecteerde verlenging van de Thor
beckestraat
VI. den nieuwen toestand te doen ingaan op 27 Juni 1932.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Overzicht van het aantal leerlingen der o. 1. seholcn
op 1 April 1932.
School Aalmarkt.
klasse
I
Ia
II Ila III lila
IV
V
Va
VI
Vla
totaal 324.
23
22
28 28 31 32
42
28
29
30
31