MAANDAG 7 MAART 1932. 65 Subsidie Belasting ophaaldienst. (Wilbrink c.a.) uitkomen, dat het grootste deel van het gemeente-personeel achter hen stond en in de moderne organisatie georganiseerd was; wanneer dit inderdaad waar is, dan mag men daaruit concludeeren, dat een onevenredig deel van de socialistische burgerij in gemeentedienst is geplaatst en dat de sociaal democraten alles doen om de opengevallen gemeentebetrek kingen te bezetten, en daarnaar jagen. De heer Groeneveld insinueert nu, als zouden de vertegenwoordigers der partijen, die vertegenwoordigd zijn in het College, hun uiterste best doen om hun menschen in gemeentedienst te plaatsen, maar dan zou ook het argument vervallen, dat het grootste deel van het gemeente-personeel achter de sociaal-democraten staat; dit is echter wel zoo, want het grootste deel van het gemeente-personeel is georganiseerd in den modernen bond, waaruit dus volgt, dat de sociaal-democraten terdege kans hebben gezien om hun menschen in gemeentedienst geplaatst te krijgen, in tegenstelling met hetgeen de heer Groeneveld hier valsch insinueert. De heer de Reede zegt, dat dit kleine voorstel een geweldige discussie heeft weten te ontketenen. De gelegenheid was te schoon om een stokpaardje te berijden en de sociaal-demo craten laten zoo'n gelegenheid niet voorbijgaan zonder daar aan veel woorden inderdaad te verspillen. De ophaaldienst in zijn tegenwoordigen vorm werkt uitstekend en spreker vindt het zonderling, dat tegen deze overheveling van een zeer klein deel van het werk van den Gemeente-ontvanger bezwaar wordt gemaakt, omdat de geheele opzet van dezen maatregel juist was, om verbetering te brengen in depositie van het personeel van den ophaaldienst; het is toch bekend, dat het bestuur van den ophaaldienst de salarieering van het personeel gaarne wat wilde verbeteren. Tegen dit voorstel, waardoor de middelen van den ophaaldienst belangrijk zouden verbeteren, worden nu allerlei bezwaren opgeworpen: die dienst moet naar de gemeente overgebracht worden. Wanneer er echter niets op aan te merken is, waarom moet het dan nog op een andere manier gedaan worden? Thans kunnen de belanghebbenden er zelf invloed op uitoefenen; dat is toch de beste vorm, dien men zich denken kan; laat het zoo blijven. Het bestuur krijgt de middelen om verbete ringen aan te brengen; ongetwijfeld zal dat de functionneering van den dienst niet beïnvloeden, want die is zoo goed mogelijk, maar het zal wel een gunstigen invloed hebben op depositie van het personeel, dat met nog meer liefde zijn werk zat doen. Volgens den heer Schüller hebben de arbeiders deze zaak zoo goed opgeknapt. In de eerste plaats beteekent dit heel weinig; wanneer men iets op zich neemt, is men ook ver plicht dat goed te laten functionneerenhet bestuur zag dat goed in, maar bovendien is die geheele organisatie van den ophaaldienst niet uitgegaan van de arbeiders, maar het bestuur heeft haar overgenomen en gezorgd, dat zij bleef loopen zooals altijd, in de perfectie. Spreker wenscht thans nog een enkel woord te zeggen naar aanleiding van de zeer zure opmerkingen van den heer Groeneveld. Het is bekend, dat zoowel van de christelijk- historische partij als van de andere rechtsche partijen ambte naren lid zijn. Dat bewijst, dat ook tot die partijen menschen behooren, die hart hebben voor den gang van zaken der gemeenschap. De heer Groeneveld gelieve echter een toontje lager te zingen, want het is bij de S. D. A. P. precies zoo gesteld. De heer Duys, die thans bijna 30 jaar non-activiteits traktement ontvangt, was in 1903 reeds ambtenaar. De heer Lindner is hoofdambtenaar bij het Rijk. Bij de benoeming van de voorzitters van de Raden van Arbeid hebben ook de sociaal-democraten daarvan hun deel gehad. De sociaal democraten zitten overal. Dat is hun recht. Wanneer de heer Groeneveld dat recht gevoelt, moet hij nalaten daaromtrent zure opmerkingen te maken als andere partijen in het spel zijn. De heer Goslinga herinnert er aan, dat sedert 1919 de sociaal democratische fractie herhaalde malen voorstellen heeft inge diend tot oprichting van een gemeentelijken ophaaldienst, welke voorstellen telkenmale werden verworpen. Enkele arbeidersorganisaties hebben toen een ophaaldienst ingericht en onder sprekers wethouder schap is daarvoor door de gemeente subsidie gegeven. Het subsidie, dat aanvankelijk ƒ750.be droeg, is, toen de dienst bleek goed te werken, steeds ver groot en thans wordt voorgesteld den toestand te consolideeren. Op het oogenblik is geen voorstel aanhangig tot het instellen van een gemeentelijken dienst en wanneer de heer Schüller nu tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemt, beteekent dit, indien de meerderheid van den Raad zijn voorbeeld volgt, dat deze particuliere dienst verdwijnt. De heer van Stralen, wien spreker hulde brengt voor zijn betoog, bleek de realiteit zeer goed te zien. De heer van Eek Subsidie Bclastingopliaaldienst. (Goslinga c.a.) interrumpeert nu wel, dat bij verwerping van het voorstel van Burgemeester en Wethouders er iets anders voor in de plaats komt, maar daarop behoeft hij volgens spreker niet te rekenen. De heer Groeneveld beging een fout, toen hij in zijn betoog een vergelijking trof tusschen het personeel van dezen parti culieren dienst en de ambtenaren. Het deed spreker echter genoegen te hooren, dat de ambte naren zoo bevoorrecht zijn. De heer Schüller zei zelfs, dat zij in een dorado wonen, want hij merkte op, dat het voor dit personeel nog geen dorado was, zooals bestaat voor de men schen, die in dienst zijn van de overheid. De heer Groeneveld wil verder de verzorging van alles, waarbij het gemeentebelang eenigszins betrokken is, doen promoveeren tot een gemeentetaak. De gemeente subsidieert echter tal van instellingen, waarbij het gemeentebelang betrokken is, maar waarbij volgens het College en de leden, die daarachter staan, niet direct van een gemeentetaak sprake is. Op dit punt blijkt juist het verschil, dat bestaat tusschen de sociaal-democraten err de overige leden van den Raad. De Wethouders zijn zeker niet te dom om een dienst als dezen behoorlijk te doen functionneeren. Die vraag is echter op het oogenblik niet aan de orde. Het gaat hier om de subsidieering van een bestaanden dienst, die eenige jaren geleden na veel strijd is opgericht. Als dit voorstel wordt verworpen, gebeurt er niets. De interruptie van den heer van Eek: de belastingen moeten toch binnenkomen, is juist, maar daartoe beschikt men ook nog over andere middelen dan een ophaaldienst, die veel onaangenamer zijn voor de confribuabelen. In tal van ge meenten komen de belastinggelden binnen zonder de mede werking van een ophaaldienst. Er is dus bij het ophalen een, niet al te groot, gemeentebelang betrokken, maar de contri- buabelen moeten goed begrijpen, dat het goed functionneeren van dezen dienst hun eigen belang is. Spreker kan thans reeds den heer van Stralen mededeelen, dat hij zal stemmen tegen een eventueel voorstel tot oprichting van een gemeentelijken ophaaldienst. Met den heer van Stralen, die de werkelijkheid ziet, is echter te spreken. Als de sociaal-democraten en de heer Knuttel, alsmede andere leden tegen het voorstel stemmen en het verwerpen, is er dan sprake van werkelijkheidspolitiek? Spreker waarschuwt ten zeerste daartegen. Aan de hulde,-deze vereeniging gebracht, wil spreker niets afdoen. Men weet niet, welk een schat van krachten in het volk verborgen zijn. Indien alles naar de gemeente wordt verschoven, zal het leiden tot het vermoorden van de volks kracht. Thans kunnen de gemeente en de gemeente-ambtenaren alles doen, maar als men op een ander oogenblik anders ge mutst is, maakt men de Wethouders uit voor personen, die half rijp zijn voor Endegeest. Bij de S. D. A.P. en de haar verwante partijen bestaat een schromelijke overdrijving van wat de gemeente wel kan doen. Men moet zich daarvan echter niet te veel voorstellen. Wanneer de gemeente zich beperkt tot wat eigenlijk tot haar taak behoort, zal zij inderdaad veel kunnen doen, maar wanneer zij zich begeeft buiten het terrein, dat men het hare kan noemen, zal zij in vele opzichten te kort schieten. Het gemeentebestuur moet de gemeente besturen, de arbeiders en anderen moeten belasting betalen; dat zijn twee geheel afzondei lijke zaken. De particuliere ophaaldienst biedt den contribuabelen de helpende hand, maar dat wil nog niet zeggen, dat Burgemeester en Wethouders zijn taak moeten overnemen. Spreker constateert, dat men elkaar in deze discussie weer eens flink de ooren heeft gewasschen, maar gelooft, dat men het in den grond van de zaak met elkaar eens is en dat niet de heer Schüller alleen, maar de geheele sociaal-democratische fractie blij zal zijn, als het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet wordt verworpen. Laten de sociaal-democraten een principieele verklaring af leggen, maar niet tegen dit voorstel stemmen het zou spreker spijten, wanneer het afgestemd werd. De heer Schüller vraagt voor de derde maal het woord. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel van den heer Schüller, luidende »Ondergeteekende stelt voor, het voorstel vervat in punt 10 der agenda niet aan te nemen." Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en kan derhalve een onderwerp van beraadslaging uitmaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 7