52
MAANDAG 15 FEBRUARI 1932.
Bouw Openbare Bewaarschool.
(Tepe e.a.)
de kosten van den bouw van een bewaarschool, in casu van een
openbare, de ƒ50.000.niet zouden te boven gaan. Daarop is
ook gebaseerd de subsidieering van de bijzondere bewaarscholen,
welke een subsidie ontvangen tot een maximum van 50.000.
voor scholen bestemd voor 200 leerlingen. Gaan nu de kosten
van een openbare bewaarschool het bedrag van 50.000.
te boven, dan stijgt daarmede ook het bedrag, dat aan de
bijzondere bewaarscholen als subsidie wordt uitbetaald. Met
het oog daarop, lijkt het het college niet wenschelijk, waar
de begrooting juist aan de 50.000.toekomt, om overeen
komstig den wenscb van de onderwijscommissie, dat strookje
grond van 3J M. aan het terrein van deze school toe te voegen,
aangezien daardoor de begrooting met 1575.zou worden
verhoogd en de 50.000.zou overschrijden.
De mogelijkheid bestaat natuurlijk, dat men bij de aanbe
steding beneden de raming blijft en dan zou men dat strookje
grond nog aan de school kunnen toevoegen, maar ook al ge
schiedt dit laatste niet, dan nog bestaat de zekerheid, dat
gebruik gemaakt kan worden van het achter de school ont
worpen speelterrein.
De Raad kan dus gerust afwachten, hoe de zaak zich ont
wikkelt en met dit voorstel meegaan. Spreker wil gaarne de
verzekering geven, dat hij ertoe zal medewerken, dat uit
eindelijk deze bewaarschool een voldoende speelplaats krijgt.
De heer van Es hoopt, dat de Wethouder van onderwijs
spoedig gereed zal komen met de indertijd door den Raad
aangenomen verordening, welke aan bijzondere vereenigingen
gelegenheid zal bieden over te gaan tot oprichting van
bewaarscholen. Wordt die gelegenheid spoedig geopend, dan
zal dit ter geruststelling van den heer Knuttel, die zich
heeft beklaagd over den langen duur der voorbereiding van
den bouw van deze bewaarschool groote haast worden
gemaakt met den bouw van één of twee bijzondere bewaar
scholen.
De heer Huurman wenscht een opmerking te maken naar
aanleiding van het gesprokene door den heer Bosman. Indertijd
is door den Raad besloten om in »de Kooi" een bewaarschool
te stichten, waaruit voortvloeit het voorstel om voor dat
doel de noodige gelden beschikbaar te stellen. Nu vraagt de
heer Bosman of het wel zoo noodzakelijk is met het oog op
den tijd om tot dien bouw over te gaan. Dit geeft spreker
aanleiding zijn standpunt daar omtrent eens uiteen te zetten.
Als men elke gelegenheid aangrijpt om het doen verrichten
van allerlei werkzaamheden uit te stellen, met het oog op
de tijdsomstandigheden, dan drijft men meer en meer menschen
naar het crisis-comité. Op deze wijze komen steeds meer men
schen zonder werk, die gaarne hun brood verdienen. Indien er
gebouwen van algemeen nut kunnen worden gesticht, en
geld daarvoor beschikbaar is, dan moet men z. i. daartoe zoo
spoedig mogelijk overgaan. Wanneer de gemeente of iemand,
die over eenig geld kan beschikken, met het oog op de
tijdsomstandigheden van het doen verrichten van werkzaam
heden afziet, dan vergroot hij het aantal werkloozen.
In dit verband wijst spreker op een circulaire, welke van
Burgemeester en Wethouders is uitgegaan en waarin op
beperking van personeel wordt aangedrongen. Indien iemand,
die b.v. 40 personen in dienst heeft en den arbeid zoodanig
verdeelt, dat hij met 36 kan volstaan, en er dientengevolge
4 ontslaat, stuurt hij die vier rechtstreeks naar het crisis
comité. Wat schiet de overheid daarmede op?
Met hetgeen in diezelfde circulaire staat over beperking
van het aantal overuren, kan spreker zich vereenigen. Als
men het aantal overuren zooveel mogelijk beperkt, kunnen
er enkelen, die geen werk hebben, wellicht ook werk vinden.
Spreker hoopt, dat het voorstel van Burgemeester en Wet
houders zal worden aangenomen en zoo spoedig mogelijk
met het bouwen dezer school zal worden begonnen.
De heer Mcijnen zegt, dat zijn fractie zich, uit principe,
zoo lang mogelijk tegen den bouw van bewaarscholen van
gemeentewege heeft verzet, maar dat zij, nu de Raad bet
vorige jaar een besluit in anderen zin heeft genomen, geen
reden heeft om haar bezwaren nog te handhaven en derhalve
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal meegaan.
De heer Scliiiller zegt, dat de Vrijheidsbond stelselmatig
aanstuurt op vergrooting van de werkloosheid, in plaats van
te trachten haar te verminderen. Daarvan heeft men heden
middag hier weder twee staaltjes beleefd.
Wat betreft de door den heer Huurman besproken circu
laire, welke van Burgemeester en Wethouders is uitgegaan
aan de bedrijfshoofden en de commissies, aarzelt spreker niet
dat een zeer laakbare circulaire te noemen, omdat Burge
meester en Wethouders door aan te sturen op het ontslaan
Bouw Openbare Bewaarschool e. a.
(Schuilei- e.a.)
van personeel, toonen, de werkloosheid niet te willen bestrijden,
maar haar te willen vergrooten. Dit is in strijd met de mede-
deeling, welke tijdens de interpellatie van den heer van
Stralen en bij de behandeling van de begrooting van de
tafel van het College is gedaan, dat alle middelen worden
aangegrepen om de werkloosheid te bestrijden. Hier heeft
men een officieel stuk, dat rechtstreeks aanstuurt op ver
grooting van de werkloosheid en spreker moet ten sterkste
tegen een dergelijke circulaire van Burgemeester en Wet
houders protesteeren.
De heer Bosman neemt acte van de verzekering van den
Wethouder, dat de gemeentefinanciën den bouw van deze
bewaarschool wel toelaten. Spreker is die meening niet toe
gedaan. Hij heeft de mededeeling van den Wethouder van
Onderwijs niettemin met genoegen gehoord, in de onder
stelling, dat zulks ook de meening van den Wethouder van
Financiën weergeeft. Spreker ontkent niet, dat deze bouw zou
medewerken om de werkloosheid te bestrijden, zooals de heer
Huurman betoogde; spreker is geheel van dezelfde meening,
maar ook na de woorden van den heer Huurman, zou spreker
diezelfde vraag hebben gesteld, omdat het voor hem niet in
de eerste plaats de quaestie is, of men aldus de werkloosheid
helpt bestrijden, dan wel of de gemeente op den duur financieel
niet vastloopt, welke vraag natuurlijk van geheel anderen
aard is. Overal hebben de gemeenten moeite om op langen
termijn te leenen; Leiden is dat niet gelukt, daardoor zal
Leiden na eenigen tijd weer moeten leenen en is de Wet
houder er nu zoo zeker van, dat Leiden dat geld dan zal
krijgen? Het is heel moeilijk te zeggen, hoe de wereld in
dat opzicht zal loopen en of men op financieel gebied betere
of nog veel moeilijker tijden tegemoet gaat. Overigens is
spreker het met den heer Huurman eens, dat men, door
alles terug te houden, eerder de werkloosheid vergroot dan
tegengaat.
Volgens den heer Schüller zou de Vrijheidsbond de werk
loosheid eerder willen vergrooten dan verkleinen; spreker
weet niet wat die uitroep te beteekenen heeft; de heer
Schüller heeft dat niet nader gemotiveerd; het was alleen
een uitroep zonder meer; spreker is het daarmede niet eens,
ziet niet in, waarop dat gegrond is en gaat er dus niet
verder op in. De Voorzitter zegt nu, dat het niet aan de
orde is, maar het is toch gezegd en de Voorzitter heeft het
laten passeeren en spreker mag dus toch zijn bevreemding
over die uitlating wel uiten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(Tijdens de beraadslaging over dit agendapunt komt ook de
heer Donders ter vergadering.)
XVII. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de
inrichting van een terrein ten noorden van den Lagen
Rijndijk als kinderspeeltuin;
b. lot ingebruikgeving van het sub a bedoelde terrein aan
de Speeltuinvereeniging „Oosterkwartier", als kinder
speeltuin
c. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de
demping van sloolgedeellen in de terreinen, grenzende
aan het terrein sub a bedoeld.
(Zie Ing. St. No. 41.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 22 Januari 1923 (Gein.blad No. 4), regelende de beffing
van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slacht
huis te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 42.)
De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde het adres van
de Leidsche Slagersvereeniging en de R.K. Slagerspatroons-
vereeniging »St. Pelagius", benevens het verzoek van P. M.
Verhoef ter zake en bij de desbetreffende artikels de dooi
den heer Bergers daarop ingediende amendementen.
De Algemeene Beschouwingen worden geopend.
De heer Bergers drukt allereerst zijn spijt uit, dat zijn
amendementen zoo laat ingekomen zijnhij had gehoopt, ze
eerder te kunnen indienen, zoodat zij vóór vandaag gedrukt