46
MAANDAG 15 FEBRUARI 1932.
Ontslagaanvraag Regent Weeshuis e.a.
(Voorzitter e.a.)
6°. Adres van de Leidsche Slagersvereeniging en de Roomsch-
Katholieke Slagerspatroonsvereeniging jSt.Pelagius", houdende
bezwaren tegen de voorgestelde wijziging van de Verordening,
regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van
het Openbaar Slachthuis.
Zal worden behandeld bij punt 18 der agenda.
7°. Verzoek van het Bestuur van de Roomsch-Katholieke
Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-Katholiek Parochiaal
Kerkbestuur, om medewerking voor de verandering van in
richting van het schoolgebouw aan het Pieterskerkhof No. 4.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
8°. Voorstel van P. M. Verhoef om alsnog wijziging te
brengen in de voorgestelde verordening tot verlaging der
slacht- en keuiloonen voor de alhier gevestigde vleeschwaren
en Conservenfabrieken.
9°. Amendementen van den heer Bergers op de voorgestelde
verordening tot wijziging van die, op de heffing van belastingen
voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis.
Zullen worden behandeld bij punt 18 der agenda.
Aan de orde is alsnu:
I. Praeadvies op het verzoek van B. J. J. N. Troost, om
eervol ontslag als Regent van liet H.G. of Arme Wees- en
Kinderhuis.
(Zie Ing. St. No. 29.)
Mevrouw de Clerde Bruijn verzoekt het College aandrang
uit te oefenen op het College van Regenten van het H. G. of
Arme Wees- en Kinderhuis, om in deze vacature mettertijd
een arbeider te doen benoemen.
De Voorzitter acht het moeilijk voor het College om aan
drang uit te oefenen bij het College van Regenten, doch deze
zullen waarschijnlijk wel kennis nemen van de opmerking van
mevrouw de Cler; die zal zeer zeker wel tot hen doordringen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten.
II. Voorstel:
a. tot beëindiging van de met C. ten Haken aangegane
huur van de woning aan de Heerenstraat No. 48;
b. tot verhuring van de sub a bedoelde woning aan P. van
der Burg.
(Zie Ing. St. No. 30.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
III. Voorstel:
a. tot beëindiging van de met H. Begeer Jr. aangegane
buur van het pakhuis aan de Vrouwenkerksteeg No. 10;
b. tot verhuring van liet sub a bedoeld pakhuis aan J.
la Brujère.
(Zie Ing. St. No. 31.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester, en Wethouders
besloten.
IV. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud
bij de gemeente van een tweetal strookjes grond, resp. ge
legen aan den Morscliweg en aan de Jan van Houtkade.
(Zie Ing. St. No. 32.)
Wordt zonder beraadslaging ot hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
V. Voorstel tot verkoop aan de N.V. Bouw- en Exploi
tatie-Maatschappij „Ons Eigendom", van een terrein, gelegen
aan de Cobetstraat, kad. bekend Sectie M No. 4208, gcd.
(Zie Ing. St. No. 33.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Verkoop Bouwterrein aan de Kernstraat e.a.
(Knuttel e.a.)
Va. Voorstel tot verkoop aan J. W. Rcyneveld, van een
gedeelte bouwterrein, gelegen aan de Kernstraat, kad. hekend
Sectie M. No. 4534 (oud), ged.
(Zie Ing. St. No. 43.)
Wordt zonder beraadslaging of hooidelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VI. Praeadvies op het verzoek van de N.V. Leidsche Duin-
watermaatschappij, om goedkeuring van een plan tot plaat
sing van een nieuwen electromotor met centrifugaalpomp
behoorende tot de installatie van haar bedrijf in de gemeente
Katwijk.
(Zie Ing. St. No. 34.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VII. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1931,
ten behoeve van de verhooging der subsidie aan de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
(Zie Ing. St. No. 35.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de aanvulling van meubilair en inventaris, in verband
met de uitbreiding van de gehouwen van de B. K. Vakschool
voor Meisjes.
(Zie Ing. St. No. 36.)
De heer Knuttel wenscht aan een dergelijke subsidieering
van het confessioneel onderwijs niet mede te werken en wenscht
geacht te worden, tegen dit voorstel te hebben gestemd.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(De heer Knuttel wenscht geacht te worden te hebben
tegengestemd.)
IX. Voorstel tot toekenning van eene jaarlijksche subsidie
aan dc Verccniging voor M.U.L.O. tc Enschedé, ten behoeve
van haar examenfonds M. U. L. O.
(Zie Ing. St. No. 37.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
X. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het leggen van de persleiding van liet zuidelijk riool
gemaal der centrale rioleering.
(Zie Ing. St. No. 38.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XI. Interpellatie van den lieer Kooistra, inzake het instorten
van een huis in de Bouwclouwcnsteeg.
De Voorzitter beantwoordt de door den heer Kooistra in de
raadsvergadering van 25 Januari j.l. (Verslag blz. 43) ge
stelde vragen als volgt:
Spreker beantwoordt de eerste vraag van den heer Kooistra
bevestigend.
Op de tweede vraag antwoordt het College, dat Burge
meester en Wethouders de mogelijkheid, dat ten aanzien van
meer dergelijke oude, slecht onderhouden woningen gevaar
voor instorting bestaat, niet uitgesloten achten.
Op de derde vraag antwoordt het College, dat door Bouw
en Woningtoezicht steeds zooveel mogelijk gelet wordt op
woningen, die wegens bouwvalligheid gevaar bij bewoning
opleveren; zoo noodig worden maatregelen ter voorkoming
van gevaar voorgeschreven. Aan klachten wordt steeds alle
aandacht gewijd; Burgemeester en Wethouders houden bij
voortduring hun aandacht op deze zaak gevestigd.
De heer Kooistra herinnert er aan, dat hij reeds meermalen
over de woningtoestanden te Leiden heeft gesproken, vooral
met het oog op het belang van de krotbewoners. Nu er een
instorting heeft plaats gehad, vestigt hij de aandacht van het
gemeentebestuur op de noodzakelijkheid om maatregelen te
nemen ter voorkoming van dergelijke dingen. Het voorstel,