MAANDAG 25 JANUARI 1932. 41 Regeling schoolartsen. (van Es e.a.) Wat betreft de kinderen, die voor het eerst op school zullen komen, vindt spreker het een zeer goede gedachte van den heer Donders, dat die kinderen vooraf kunnen worden onder zocht door den huisarts en daaromtrent een attest kunnen mee brengen; doen zij dit binnen een maand niet, dan kunnen zij door den schoolarts worden onderzocht. Het voorstel, om de kinderen van het vierde en laatste leerjaar te doen onderzoeken, maakt op spreker den indruk buitengewoon willekeurig te zijn; spreker kan zich indenken, dat men de kinderen onderzoekt, vóórdat zij op school komen, zoodat zij een attest van lichamelijke gezondheid kunnen overleggen, maar om het tweede en derde leerjaar uit te sluiten, maar weer een volledig onderzoek te doen plaats hebben bij het 4de en laatste leerjaar, acht spreker zeer willekeurig. Waarom dan de kinderen niet elk jaar, niet 2 X per jaar onderzocht? Tenslotte kan er in een half of een heel jaar heel wat gebeuren; een kind, dat gezond op school komt, kan, al is het niet op of door de school, toch op geheel andere wijze besmet worden, door of in de maatschappij; waarom is dan in het 2de of 3de leerjaar een dergelijk vol ledig onderzoek niet gewenscht? Legt men geen willekeurigen maatstaf aan, dan moet een kind toch 2 X Pei' jaai' onder zocht worden; dat is toch niet te veel en dan was het de vraag, of 2 vol-ambtenaar-schoolartsen voldoende waren spreker is het met den heer Donders eens, dat men dan voor groote uitgaven komt, die zeker ook op het oogenblik niet voor Leiden verantwoord zouden zijn. Spreker kan natuurlijk begrijpen, waarom bij de 400 onder zoekingen op het schoolspreekuur afwijkingen gevonden zijn, die niet gevonden zijn bij de 28.000 onderzoekingen op school op het spreekuur worden de kinderen nauwkeuriger en geheel onderzocht, waardoor dingen ontdekt worden, die anders niet gevonden zouden worden. Dit spreekuur is voor spreker echter iets, dat haast meer op het terrein der behandeling ligt; de schoolarts verwijst de kinderen zeer zeker naar den huisirts der ouders, maar feitelijk kunnen die precies hetzelfde be reiken daarvoor is gelegenheid te over door zich te wenden tot het consultatiebureau, tot den fondsdokter of tot hun eigen huisarts, in gevallen van twijfel; die kunnen dat onderzoek even goed en even nauwkeurig doen. Spreker heeft eens voor dit spreekuur hooren pleiten, omdat daar een geval was ontdekt van een kind, dat al 3 dagen met een gebroken arm rondliep, maar daarvoor houdt men toch geen school spreekuur; die ouders zijn voor het gemak maar niet naar den dokter gegaan; dat was een ontzaglijke verzaking en verwaarloozing van hun plicht, dien zij op zich genomen hebben. Daarom moet spreker zich tegen een schoolspreekuur verzetten. In de practijk zal dit telkens, ook wanneer de schoolarts de kinderen naar den huisarts stuurt, moeilijkheden geven. Spreker heeft daarover inlichtingen van de school artsen gekregen, die klaagden, dat de samenwerking tusschen schoolarts en huisarts nog heel dikwijls moeilijk is, terwijl zij van de schoolhoofden alle medewerking ondervonden. De schoolarts kan toch ook niet een huisarts in zekeren zin voorschrijven, wat deze zal moeten doen; daardoor zullen steeds moeilijkheden ontstaan; dat brengt ook de eigenaardig heid van de medische practijk mede; daarbij is helaas ook nog een beetje jalousie de métier. De heer van Eek geeft in overweging, waar het bijna 11 uur is, de verdere behandeling van dit voorstel tot de vol gende vergadering uit te stellen, te meer waar door den heer Donders amendementen zijn ingediend, welke de Raadsleden niet kunnen beoordeelen zonder ze gedrukt vóór zich te hebben. De Voorzitter antwoordt, dat die amendementen bij de artikelen kunnen worden behandeld. Wethouder Romijn zou het op hoogen prijs stellen om nog even aan het woord te komen. De heer van Eek zegt, dat het toch zeker niet de bedoeling is de zaak geheel af te handelen. De Voorzitter antwoordt, dat dit niet de bedoeling is. Waar de heer Romijn een enkel woord wil spreken over de amendementen van den heer Donders, wil spreker even mededeeling doen van het inkomen dier amendementen. Zij luiden als volgt: »1. Oridergeteekende stelt voor artikel 42e lid, sub avan de verordening regelende het geneeskundig schooltoezicht te lezen als volgt: a. een grondig onderzoek van alle nieuw ter school komende leerlingen, van alle leerlingen van het vierde leerjaar en van alle leerlingen van het laatste leerjaar." »1I. Ondergeteekende stelt voor artikel 9 van de verordening Regeling schoolartsen. (Voorzitter e.a.) regelende het geneeskundig schooltoezicht te lezen als volgt: 1. Bij de toelating van nieuwe leerlingen op de lagere school wordt aan de ouders of verzorgers van het kind ge vraagd eene verklaring over te leggen van hun huisarts omtrent den hygiënischer) toestand van het kind, waarbij in het bijzonder gelet wordt, dat het kind niet lijdende is aan eenige in- of uitwendige besmettelijke ziekte. Deze verklaring wordt in gesloten couvert gezonden aan den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. Indien dit bewijs ontbreekt, zal de schoolarts, vóór dat het kind tot de school wordt toegelaten, een kort onderzoek naar besmettelijke aan doeningen instellen. Van de resultaten van dit voorloopig onderzoek doet hij mededeeling aan den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde verklaring die kosteloos door den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst wordt verstrekt en door het Hoofd der School bij de inschrijving uitgereikt, moet zijn gedagteekend en mag niet ouder zijn dan één maand. 3. De schoolarts is verplicht alle nieuw op school gekomen leerlingen grondig te onderzoeken en wel binnen den tijd van 2 maanden na hunne toelating tot de school. 4. De schoolarts is verplicht alle leerlingen van het vierde leerjaar en alle leer ingen van het laatste leerjaar der onder zijn toezicht staande scholen grondig te onderzoeken en wel die van het vierde leerjaar gedurende het trimester loopende van de Kerstvacantie tot aan de Paasch vacantie en die van het laatste leerjaar gedurende het trimester loopende van de Paaschvacantie tot aan de zomervacantie. 5. Indien de schoolarts wenscht over te gaan tot het in het 3e of 4e lid van dit artikel bedoelde onderzoek doet hij hiervan door het Hoofd der School kennis geven aan de ouders of verzorgers en noodigt dezen uit hierbij tegen woordig te zijn. 6. Het onderzoek bedoeld in het 3e en 4e lid van dit artikel heeft bij voorkeur plaats in de school. Daartoe wordt een behoorlijk verlicht en verwarmd vertrek beschikbaar gesteld, voorzien van hetgeen bij het onderzoek vereischt wordt. Indien de schoolarts van oordeel is dat het onderzoek niet doeltreffend in de school kan plaats vinden geschiedt dit op een door den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst aan te wijzen plaats. 7. (Zie 4e lid voorgesteld artikel). 8. (Zie 5e lid id. id. In verband met het bovenstaande wordt het opschrift »van het eerste onderzoek" gewijzigd in: »van het onderzoek der leerlingen van het le, 4e en laatste leerjaar"." III. Ondergeteekende stelt voor artikel 14 van de verordening regelende het geneeskundig schooltoezicht te lezen als volgt: 1. »Het onderzoek bedoeld in artikel 4, 2e lid onder a heeft niet plaats indien binnen 14 dagen na den aanvang van den tijd genoemd in het 3e en 4e lid van artikel 9 de leerling door een geneeskundige grondig wordt onderzocht. 2. Het onderzoek bedoeld in artikel 4, 2e lid onder b heeft niet plaats indien binnen 8 dagen de leerling door een geneeskundige wordt onderzocht op die punten, waarop de schoolarts dit wenschelijk acht. De schoolarts geeft deze punten op aan het hoofd der school, door wien zij ter kennis worden gebracht van de ouders of verzorgers van den leerling. 3. (conform 3e lid voorgesteld artikel). 4. 4e lid id. id. Met het oog op den omvang der amendementen acht spreker het niet geraden thans te vragen of zij ondersteund worden. De heer van Es geeft in overweging om, voor het geval het voorstel heden niet mocht worden afgehandeld, de amendementen van den heer Donders, die vrij diep in grijpen in het voorstel van Burgemeester en Wethouders, even te laten bekijken door de Commissie voor den Geneeskun digen dienst. De heer Wilmer verzoekt om de amendementen van den heer Donders, die verstrekkend en niet zoo direct te overzien zijn, gedrukt aan de Raadsleden toe te zenden. De heer Wilbrink wenscht den Wethouder de gelegenheid te geven zijn rede op zijn gemak op te bouwen en thans naar huis te gaan. De heer Romijn brengt dank voor de hulde, door de sprekers gebracht aan de tegenwoordige organisatie van den scbool- artsendienst; allen hebben erkend, dat daarmede iets respec tabels bereikt is en een zeer groote verbetering van den hygiënischen en gezondheidstoestand van het kind, wat groo- tendeels te danken is aan de werkzaamheden van de ambte naren, met dezen dienst belast, al zijn dit half-ambtenaren,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 25