36 MAANDAG 25 JANUARI 1932. Regeling schoolartsen. (Koole.) Een door leeken gebruikelijke, maar zeer slechte manier van onderzoeken is deze, dat men een blik werpt op het gekleede kind, ziet of de schouders even hoog staan en, zoo men geen verschil waarneemt, als zijn gevoelen uitspreekt, dat het kind niet scheef is. Een beginnende totaal-scoliose, de vorm die het meest bij schoolkinderen voorkomt, ontdekt men op deze wijze bijna nooit, zeer ten nadeele van het a.s. jonge mensch, dat later bij de keuring niet aan de gestelde eischen voldoen zal. Wil men goed onderzoeken, dan is het noodig dat men het kind ontkleedt tot iets onder de heup en dat men de noodige geoefendheid bezit in het herkennen van verkrommingen." Wat bedoelt de Plaatselijke Schoolcommissie nu met het physieke leven van het kind en hoe meent zij, dat de lichame lijke gesteldheid van het kind niet gefnuikt wordt door de school, wanneer aan het toezicht niet meer uitbreiding gege ven wordt door meer toezicht op de leslokalen, opdeschool- benoodigdheden, op de bibliotheekboeken? Dat is toch in strijd met wat dr. Geuken zegt! Het kind moet geheel onderzocht worden. Wanneer een kind gezond op school komt, hebben de ouders het recht om te eischen, dat het de school ook gezond verlaat en dat is bij het be staande geneeskundig schooltoezicht niet mogelijk. Het thans bestaande onderzoek is slechts gedeeltelijk en betreft niet het geheel ontkleede kind, waardoor men de verschillende af wijkingen, door de school ontstaan, zou kunnen constateeren. Spreker wil het daarheen leiden, dat het kind allereerst, maar ook de ouders gewaarborgd zijn, dat het kind in zijn verder leven niet gefnuikt zal worden doordat het op school ge weest is. In 1904 is een rapport opgesteld door de stadsgeneesheeren, die een onderzoek hadden geleid op 3 scholen, waarin zij het College adviseerden, 5 half-ambtenaar-schoolartsen aan te stellen, ter beteugeling van het ongerief, dat de school voor de kinderen meebracht. Daarna kwam er een voorstel van Burgemeester en Wet houders, dat het voorstel der adviseerende doktoren halveerde. Het College meende, dat met één half-ambtenaar-schoolarts kon worden volstaan, en nu is het spreker niet duidelijk, dat die doctoren met dat voorstel accoord zijn gegaan, gezien de grieven, welke zij tevoren over den bestaanden toestand hadden geuit. Het is de taak van de Raadsleden om de zaak uit een oog punt van algemeen belang te bezien, te meer omdat de wet eischt, dat de kinderen naar de school worden gezonden. Spreker wees er straks op, dat het meermalen voorkomt, dat kinderen, die aan besmettelijke ziekten hebben geleden, minder weerstandsvermogen bezitten, waarvan het gevolg kan zijn, dat zij aan Engelsche ziekte gaan lijden of hun beenderengestel zoo doorschiet, dat het heel zwak wordt. Het is mogelijk, dat gebrek aan weerstandsvermogen den groei zoozeer bevordert, dat het kind, als bet volwassen is, wat den lichaamsbouw betreft voor verschillende werkzaam heden ongeschikt is. Spreker heeft vóór zich een verslag van een rede, door dr. Murk Jansen gehouden naar aanleiding van de herdenking van diens 25-jarige werkzaamheid als privaat-docent aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Dr. Murk Jansen zegt: »En zoo heeft de orthopaedie die graden van groeizwakte of lichaamszwakte leeren onderscheiden, n.l. den lichten graad, den spierzwakke, die in de jongelingsjaren uit de krachten groeit; den zwaren graad, de rachitis of Engelsche ziekte met zwakte van spieren en beenderen, die te klein blijft en tusschen die beide den matigen graad met spierzwakte en X-beenen die noch te klein noch te groot is. Hierdoor is gebleken, dat de toenemende lengte onzer lotelingen, die met zooveel blijdschap als een toename der vitaliteit van ons volk begroet is, geen teeken van kracht, maar van zwakte is. Trouwens de smalle bouw, de platvoeten, de vaak ronde rug en de blauwe handen verkondigen dit eiken opmerkzamen beschouwer. En de noodzakelijkheid, de oorzaken dezer ver zwakking op te sporen, kan met het oog op de toekomst van ons volk met niet genoeg nadruk worden bepleit." Dat Dr. Murk Jansen dit goed gezien heeft, blijkt uit het volgende bericht, voorkomende in het Leidsch Dagblad van 1 Juni 1931 »Massa-afkeuring voor den dienstplicht te Apeldoorn. Van de 323 dienstplichtigen te Apeldoorn voor de lichting 1932 zijn er niet minder dan 133 afgekeurd, terwijl één tijdelijk ongeschikt werd verklaard." Tenslotte deed Dr. Murk Jansen het volgende beroep op de aanwezigen: »Ik hoop, dames en heeren, dat U aan den opbouw der orthopaedie en de verbreiding harer kennis in de toekomst zult willen medewerken. Vooral in het zoeken naar de oor- Regeling schoolartsen. (Koole e.a.) zaken der voor ons volk zoo bedroevende verzwakking der rijzende geslachten, en in het ondervangen dier oorzaken zal ieder leven een aandeel kunnen nemen." Spreker wil datzelfde beroep doen op zijn medeleden en er op wijzen, dat het hun plicht is er toe mede te werken, dat middelen worden gezocht om uit het zwakke geslacht van tegenwoordig een sterker geslacht te doen verrijzen Men moet beginnen bij het zeer jonge geslacht. Spreker is over tuigd, dat verscheidene kinderen minder gezond zijn, wanneer zij de school verlaten, dan zij waren, toen zij op de school kwamen. Aan de ouders, die door de wet verplicht worden hun kinderen naar de school te zenden, moet de zekerheid worden gegeven, dat de kinderen even gezond de school verlaten als zij er op komen. Verder wil spreker op het volgende wijzen. Het is bekend, dat ook in de plattelandsgemeenten iets wordt gedaan voor het schoolgeneeskundig toezicht en dat de Provinciale Staten, die zich ook met deze aangelegenheid bemoeien, voor het verkrijgen van een provinciaal subsidie als eisch hebben gesteld, dat verschillende plattelandsgemeenten worden gevormd tot een district, dat in dat district komt een districts-arts, die een vol-ambtenaar-schoolarts moet wezen. In de desbe treffende verordening is bepaald: »Wij achten het noodzakelijk, dat de functie van schoolarts wordt uitgeoefend door artsen, die zich uitsluitend aan deze taak wijden, die derhalve daarnaast geen praktijk uitoefenhn. Alleen op deze wijze bestaat er waarborg, dat zich voor de vervulling van de hier bedoelde taak beschikbaar zullen stellen personen met het vereischte sociaal gevoel en de gewenschte mate van belangstelling in vraagstukken van sociaal-hygiënischen aard en bekend met speciale eischen, welke dit werk stelt." Op provinciaal subsidie mag derhalve niet worden gerekend voor diensten, waarbij, zooals thans in verschillende gemeen ten, de taak van schoolarts wordt vervuld door een of meer praktizeerende geneesheeren. Dit beteekent, dat zoowel het Rijk als Gedeputeerde en Provinciale Staten zich op het standpunt plaatsen, dat het geneeskundig schooltoezicht niet mag uitgeoefend worden door half-ambtenaar-schoolartsen, maar dat speciaal een vol- ambtenaar-schoolarts daarmede moet worden belast. Ook de tegenwoordige, z. g. bestrijding van de besmettelijke ziekten kan sprekers goedkeuring niet wegdragen. Kinderen, besmet met diphterie-bacillen, blijven even goed uit den gemeenschappelijke!) waterkroes op school drinken; meermalen heeft spreker daarop al gewezenmeermalen zal de besmetting plaats vinden, wanneer de kinderen niet elk hoe dan ook; dat kan spreker hier niet uitmaken, een eigen kroes krijgen. Al deze dingen hebben spreker tot zijn voorstel gebracht. De heer Vos getuigt vanaf deze plaats van zijn dankbare hulde aan zijn medelid van den Vrijzinnig-Democratischeri Bond Mr. A. van der Eist, door wiens krachtige verdediging en taaie volharding indertijd de schoolartsendienst is gebracht op de hoogte, waarop hij thans staat; die hulde is verdiend, want die schoolartsendienst heeft zegenrijke gevolgen gehad. Waar schijnlijk kan niemand in dezen Raad daarover met meer bevoegdheid oordeelen dan spreker; immers, hij heeft den hygiënischen toestand op de Leidsche openbare volksschool gekend vóór en na de instelling van dien dienst; hoofdzeer en besmettelijke huid- en oogziekten, die vroeger in zoo goed als alle klassen werden aangetroffen en daaraan dikwijls een zeer onooglijk aanzien gaven, komen nu slechts sporadisch voor; besmettelijke keel- en andere kinderziekten eischen nu lang niet zooveel slachtoffertjes als toen. De toestand is veel verbeterd; het is een heerlijk genoegen, in het openbaar een dergelijk getuigenis te kunnen afleggen. In deze rusten intusschen op het gemeentebestuur zware verplichtingen, vooral sedert de invoering der Leerplichtwet, n.l. om den ouders, die nu genoodzaakt zijn hun kinderen naar school te zenden ten aanzien van den gezondheidstoestand daar de hoogst verzekerde gerustheid te schenken. Het is niet vol doende, dat de Raad kan zeggende hygiënische toestanden op de scholen zijn goed; hij is pas verantwoord, wanneer hij kan zeggen, dat de hygiënische toestanden op de scholen goed genoeg zijn. En dat is nu niet het geval. Gelukkig staat spreker daarin niet alleen. Integendeel, alle personen en lichamen, die in deze het College hebben geadviseerd, dringen aan op verbetering en dientengevolge doet het College dit voorste], waardoor de taak van de schoolartsen zal worden verzwaard en hun arbeidsveld verruimd, doch naar zijn meening kan de Raad dan nog niet gerust wezen. Hij zal dat eerst kunnen zijn, indien tot aanstelling van een vol- ambtenaar-schoolarts wordt besloten. Die overtuiging berust op tweeërlei: in de eerste plaats weer op sprekers ervaring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 20