14
waardoor deze, voorzoover de Gemeente betreft, met 30
of ƒ6892.50 zou worden bezwaard, geen bezwaar bestaat.
Het Bestuur der Zita-Vereeniging,
Afd. R K. Vakschool voor Meisjes,
De Secretaris, H. A. Manders.
N°. 37. Leiden, 5 Februari 1932.
Bij zijn hierbij overgelegd, tot ons College gericht, adres
verzoekt het hoofdbestuur van de Vereeniging voor M.U.L.O.
te Enschede een subsidie uit de gemeentekas te mogen
ontvangen ten behoeve van het examenfonds M.U.L.O.
Met betrekking tot dit verzoek merken wij het volgende op.
De gemeentelijke scholen voor U.L.O. alhier leiden op
voor het door de genoemde vereeniging georganiseerde
examen ter verkrijging van het M.U.L.O.-diploma. Hetzelfde
is het geval met de Hervormde school voor U.L.O. aan het
Koordeinde en de Gereformeerde school voor U.L.O. aan
de Hooglandsche Kerkgracht.
Het M.U L.O.-diploma heeft, vooral door het feit, dat het
door het geheele land erkend wordt, voor de bezitters groote
waarde. Voor plaatsing op verschillende kantoren wordt het
bezit van dat diploma vereischt, terwijl het bezit van het
diploma voor het verkrijgen van andere betrekkingen een
goede aanbeveling oplevert. O. i. is het dan ook zeer ge-
wenscht, dat het der vereeniging mogelijk wordt gemaakt
haar werk voort te zetten. Immers, indien zij gedwongen
zou worden dit werk op te geven, zouden èf het Rijk öf de
Gemeenten öf anderen datzelfde werk ter hand moeten
nemen. Of het dan goedkooper zou zijn, mag o. i. worden
betwijfeld. Werd het werk niet voortgezet, dan zou aan de
belangen van de leerlingen van de U.L.O.-scholen en ook aan
die scholen zelf, onberekenbare schade worden toegebracht.
Uit het bij de stukken ter inzage gelegd financieel over
zicht blijkt, dat over de jaren 1928, 1929 en 1930 een
tekort is ontstaan van ƒ6829.43 in totaal en dat een 15-tal
gemeenten subsidie verleent tot bedragen varieerende van
20.tot ƒ100per jaar.
Naar onze meening bestaat er voor onze gemeente alle aan
leiding voor 1932 en volgende jaren subsidie toe te kennen.
Waar in onze gemeente vier scholen (twee openbare en
twee bijzondere) belang hebben bij het M.U.L.O.-examen,
zou o. i., op de basis van ƒ10.per school, een subsidie
van ƒ40.per jaar kunnen worden gegeven.
Met verwijzing naar de adviezen van de Plaatselijke
Schoolcommissie en de Commissie voor het Onderwijs, geven
wij U mitsdien in overweging te besluiten voor 1932 en
volgende jaren aan de Vereeniging voor M.U.L.O. te
Enschede, ten behoeve van haar examenfonds M.U.L.O.,
tot wederopzeggens een subsidie uit de gemeentekas te
verleenen van ƒ40.per jaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Enschede, 15 Juni 1931.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
De Vereeniging voor M.U.L.O. organiseert sinds 1907 met
de Vereeniging voor Christelijk M.U.L.O. een examen ter
verkrijging van het M.U.L.O.-diploma, dat voor Gemeenten
met (M.)U.L.O.-scholen en voor de leerlingen dier inrichtingen
van zeer veel belang is. De regeering steunt dit werk met
ƒ9.per candidaat. Deze zelf dragen door hun examen-en
diplomagelden tot de kosten van het examen bij, terwijl
tal van Gemeenten de organisatie van het M.U.L.O.-examen
steunen door hun subsidie, waarvan U uit onderstaande
voorbeelden een indruk krijgen kunt.
Den Haag, Arnhem, Nijmegen, Deventer, Enschede, Bus-
sum, Baarn, Bloemendaal, Doetinchem, Schoonhoven, Lochem,
Plarderwijk, Hoorn, Den Helder, Zeist, subsidieeren met be
dragen van ƒ100.tot ƒ20.
De subsidie der Regeering zal dit jaar voor de ruim 4500
candidaten een bedrag uitmaken van meer dan ƒ40.000.—.
Het is echter begrijpelijk, dat een organisatie, die zooveel
candidaten, afkomstig van Openbare, Protestantsch-Chris-
telijke en Neutraal Bijzondere scholen, moet examineeren,
zeer veel geld noodig heeft.
De waarde van het M.U.L.O.-diploma wordt algemeen
erkend, wat trouwens uit het Rijkssubsidie reeds blijkt.
Het Hoofdbestuur der Vereeniging voor M.U.L.O. wendt
zich daarom ook tot Uw College met het eerbiedig verzoek
op de eerstvolgende begrooting Uwer Gemeente een bedrag
te willen uittrekken als steun voor het examenfonds M.U.L.O.
Ons Hoofdbestuur is gaarne bereid tot het geven van alle
gewenschte inlichtingen.
Aangenaam zal het ons zijn van Uw College te vernemen,
op welke wijze het meent aan ons verzoek te kunnen voldoen.
Met verschuldigde Hoogachting,
Namens voornoemd Hoofdbestuur,
A. Lobstein, Voorzitter,
I. Regelink, Secretaris.
N°. 38. Leiden, 5 Februari 1962,
Voor den afvoer van het rioolwater uit het zuidelijke
rioolgemaal, tot den bouw waarvan werd besloten bij Raads
besluit van 30 November 1931 (zie Ingek. Stukken No. 278)
zal een persleiding moeten worden aangelegd, gaande van
het gemaal aan het Plantsoen door de Geeregracht, de Nieuwe-
brugsteeg en den Nieuwen Rijn naar het in uitvoering zijnde
riool in de Midcielstegracht. Op de bij dit voorstel overge
legde teekening is het tracé der persleiding aangegeven.
De leiding zal worden gemaakt van gegoten ijzeren buizen
en inwendig een wijdte krijgen van 450 m.M.haar lengte
zal ongeveer 340 M. bedragen. De kruising met den Nieuwen
Rijn zal geschieden door middel van een ter hoogte van de
Nieuwebrugsteeg te leggen zinker, terwijl voor de kruising
met het Levendaal gebruikt zal worden een syphon, welke
even onder den bodem der toekomstige riolen aldaar, doch
nog boven den grachtbodem zal komen te liggen.
De kosten van een en ander worden geraamd op
ƒ17.000.welk bedrag, gelijk ten aanzien van de uitvoering
van de werken der centrale rioleering gebruikelijk is, uit
geldleening zal kunnen worden gevonden.
Op grond van het bovenstaande geven wij, met verwijzing
naar de in de Leeskamer neergelegde stukken en in over
eenstemming met de Commissie van Fabricage, Uw Ver
gadering in overweging door vaststelling van den overgelegden
begrootingsstaat, model D, dienst 1932, een bedrag van
ƒ17.000.op de gemeentebegrooting voor 1932 tebrerigeu,
ten behoeve van het leggen van de persleiding van het
zuidelijke rioolgemaal der centrale rioleering.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 39. Leiden, 5 Februari 1932.
Overeenkomstig ons praeadvies d.d. 10 Februari 1931
(Ingek. Stukken No. 47), besloot Uwe Vergadering den
16en Februari d a.v. medewerking te verleenen aan de
Vereeniging tot stichting en instandhouding van scholen
met den Bijbel te Oegstgeest, tot stichting van een school
gebouw voor gewoon lager onderwijs in onze gemeente.
De kosten van den bouw en de inrichting van die school,
de waarde van den grond buiten beschouwing gelaten,
zullen naar raming ongeveer ƒ94.300.bedragen.
Voor de stichting van bedoelde school zou het school
bestuur de beschikking wenschen te hebben over een ge
deelte van het aan de gemeente in eigendom behoorend
perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P,
No. 1670 (oud No. 1556) gelegen aan de overzijde van de
langs villa „Toerie" geprojecteerde zijstraat, ter grootte van
1400 M2, tegen overdracht van welk terrein noch bij
de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar
bestaat.
In verband met een en ander geven wij U in overweging
te besluiten:
a. tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat,
model D, groot 94.300.teneinde ons College in staat te
stellen de benoodigde gelden te zijner tijd aan het school
bestuur te kunnen afdragen;
b. op den voet van artikel 80, 3e lid, der Lager Onder
wijswet 1920, aan de Vereeniging tot stichting en instand
houding van scholen met den Bijbel te Oegstgeest, voor
den bouw van een school voor gewoon lager onderwijs in
eigendom over te dragen het op bijgaande kaart met
roode kleur aangegeven terrein, ter grootte van 1400 M2.,