13 N°. 32. Leiden, 5 Februari 1932. In verband met be- en verbouwing ter plaatse, dienen de hieronder genoemde twee strookjes grond aan de gemeente te worden overgedragen. Wij stellen U mitsdien voor te besluiten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen: a. van W. Oudshoorn Sr., te Leiden, het strookje grond, ter grootte van 8 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, No. 1730, op de overgelegde situatieteekening I in groene kleur aange duid, gelegen aan den Morschweg; b. van S. P. J. de Groot, te Leiden, het strookje grond, ter grootte van 25 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie E, No. 1303, op de overgelegde situatieteekening II in groene kleur aange duid, gelegen aan de Jan van Houtkade. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 33. Leiden, 5 Februari 1932. Yan de N.V. Bouw- en Exploitatie Maatschappij „Ons Eigendom" is een aanvraag ingekomen om het op de over gelegde kaart in rood aangegeven bouwterrein aan de Oostzijde van de Cobetstraat, groot 1245 M2., te mogen koopen ten behoeve van de stichting van een vijftal woningen. De met de adressante gevoerde onderhandelingen hebben er toe geleid, dat deze accoord gaat met den gevraagden prijs van ƒ9.10 per M2. en met de aan den verkoop te ver binden gebruikelijke voorwaarden. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten aan de N.V. Bouw- en Exploitatie Maatschappij „Ons Eigendom", te Leiden, tegen den prijs van 9.10 per M2. te verkoopen het op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven terrein, groot 1245 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend ge meente Leiden, sectie M, No. 4208, gelegen aan de Cobet- strait, zulks onder de mede overgelegde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 34. Leiden, 5 Februari 1932. In haar hierna afgedrukt adres verzoekt de N.V. Leidsche Duinwater-Maatschappij Uw Vergadering haar goedkeuring te willen verleenen aan een plan tot plaatsing van een nieuwen electromotor met centrifugaalpomp, behoorende tot de installatie van haar bedrijf in de gemeente Katwijk. Iri verband met het toenemende waterverbruik is de capaciteit van de bestaande ruwoliemotor-pompinstallatie te klein geworden. De nieuwe pomp zal een grootere capaciteit hebben en zoodanig worden geplaatst, dat zij zoowel elec- trisch als door middel van den bestaanden ruwoliemotor zal kunnen worden aangedreven. Aangezien noch de Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maatschappij, noch ons College tegen de beoogde wijziging bezwaar hebben, geven wij, met ver wijzing naar de in de Leeskamer neergelegde stukken en in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, Uw Vergadering in overweging goed te keuren, dat de bedoelde wijziging wordt uitgevoerd volgens de overgelegde teekening, zulks onder de gebruikelijke voorwaarde dat de Commissaris der gemeente bevoegd zal zijn zich in de uitoefening van zijn toezicht op de uitvoering van het werk te doen ver tegenwoordigen door den Directeur der Gemeentewerken, met dien verstande, dat op- of aanmerkingen slechts door tusschenkomst van genoemden Commissaris bij de Directie der Leidsche Duinwater-Maatschappij zullen worden aan gebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden, heeft ingevolge artikel 5 van het compromis van 2 Augustus 1894, de eer hierbij aan Uwe goedkeuring te onderwerpen: de plaatsing van een nieuwen electromotor met centri fugaalpomp, behoorende tot de installatie van haar bedrijf in de gemeente Katwijk. 'tWelk doende enz. N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij C. J. v. Spall, tend. Dir. Leiden, 28 December 1931. N°. 35. Leiden, 5 Februari 1932. Bij Raadsbesluit d.d. 3 Augustus j.l. (Ingek. Stukken No. 194) werd de voor de Gemeentelijke Commissie voor Maatschap pelijk Hulpbetoon voor 1931 beschikbaar gestelde subsidie van f 215.000.verhoogd met 50.000.en dus gebracht op 265.000. Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend schrijven van genoemde Commissie kan ook met het bedrag van 265.000.niet worden volstaan en is aanvulling daarvan met 15.000.alsnog noodig. Vermits de ontvangst aan „personeele belasting", t. w. hoofdsom en opcenten, 45.000.hooger zal zijn dan bij de begrooting is geraamd, kan in de dekking van de hier boven genoemde som van 15.000.worden voorzien door verhooging van volgn. 150 „Hoofdsom der personeele belasting" a. betreffende het op het dienstjaar betrekking hebbende belasting jaar, met 7.500.en van volgn. 151 100 opcenten op de hoofdsom der personeele belasting"' a. betreffende het op het dienstjaar betrekking hebbende belastingjaar met eveneens 7.5'i0.—. Wij geven U alsnu in overweging door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1931, tot deze wijzigingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 36. Leiden, 5 Februari 1932. Naar aanleiding van het in afschrift bij de stukken gevoegd schrijven d.d. 3 Juni j. 1. van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, verzoekt het bi stuur van de Zita-Vereeniging, afd. R.K. Vakschool voor meisjes, alhier, de ten laste van de gemeente komende kosten van aanvulling van meubilair en inventaris ad f 6892.50, ten behoeve van de uitbreiding van de gebouwen zijner vakschool, te mogen verantwoorden in de rekening dier school over het jaar 1931. Dit bedrag zou derhalve in eens, ten laste van den dienst 1931, moeten worden uitge keerd. Bij Ons College bestaat daartegen geen bezwaar. Met verwijzing naar het advies van de Commissie voor het Onderwijs geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging, door vaststelling van den overgelegden begrootings staat, model D,dienst 1931, een bedrag van f 6892.50 als subsidie beschikbaar te stellen, ten behoeve van de aanvulling van meubilair en inventaris, in verband met de uitbreiding van de gebouwen van de R. K. Vakschool voor meisjes. Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", van de be grooting dienst 1931, waaruit het bedrag, ad 6892.50 moet worden bestreden, is nog beschikbaar 14459.87. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 30 Juni 1931. Aan het Gemeentebestuur van Leiden. Bij dezen hebben wij de eer U het volgende te berichten. Voor aanvulling van meubilair en inventaris ten behoeve van de uitbreiding der gebouwen onzer school is ons door Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bij schrijven van 3 Juni 1931 no. 12289 afd. N.O. een bedrag toegestaan van 22.975.Ten einde be zwaring van de begrooting 1932 zooveel mogelijk te voor komen zag Zijne Excellentie dit bedrag gaarne op onze rekening en verantwoording over 1931 gebracht, indien althans hiertegen bij het Gemeentebestuur \an Leiden geen bezwaar bestaat. Beleefd verzoeken wij thans te mogen vernemen, of tegen het brengen op de rekening en verantwoording van 1931,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 5