11
Art. II.
In artikel 2 sub III onder a vervalt: „met een minimum
van 0.10."
Art. III.
In artikel 2 sub VI worden de volgende wijzigingen
gebracht
1. wordt in het opschrift in plaats van „OojtmarTcV ge
lezen Fruitmarkt
2. vervalt de vóórlaatste alinea en wordt in de plaats
daarvan gelezen
„Voor het hebben van eene vaste plaats op de groente
en fruitmarkt gedurende een geheel jaar bedraagt de belasting
per ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan 5.
De belasting voor het hebben van eene vaste plaats, als
bedoeld in de vorige alinea, moet op den eersten marktdag
van ieder kwartaal van het jaar bij vooruitbetaling worden
voldaan, bij gebreke waarvan het recht op het hebben van
eene vaste plaats voor het loopende jaar vervalt."
Art. IV.
In artikel 5 wordt in plaats van: „27 Novemher 1916
(Gemeenteblad No. 24)" gelezen: „1 December 1930 (Ge
meenteblad No. 24)".
Art. V.
In artikel Qter wordt in plaats van „2655 en 265c" gelezen:
„299 en 300".
Art. VI.
De artikelen I, II, IV en V van deze verordening treden
in werking op den eersten dag der maand, volgende op die,
waarin het bericht der Koninklijke goedkeuring bij het Ge
meentebestuur is ingekomen, terwijl artikel III in werking
treedt op den eersten dag van het kwartaal, volgende op
dat, waarin bedoeld bericht bij het Gemeentebestuur is
ingekomen.
II. de adressen van de Vereeniging van Varkensfokkers
en Mesters te Leiden en van de Leidsche Marktcommissie,
vertegenwoordigende den Zuid-Hollandschen Bond van Vee
handelaren, hiermede als afgedaan te beschouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Oegstgeest, 3 Juli 1931.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de „Vereeni
ging van Varkensfokkers en Mesters gevestigd te Leiden",
dat, naar hare meening de marktgelden voor varkens,
speciaal die van varkens zwaarder dan 100 K.G. veel te
hoog zijn;
dat deze marktgelden belemmerend werken op den aanvoer
van slachtvarkens, daar vele mesters hun varkens vanwege
de groote kosten niet op de Leidsche markt aanvoeren;
dat bovenstaande Vereeniging zich ten doel stelt de
varkensfokkerij en mesterij in de omgeving van Leiden te
bevorderen en te veredelen, doch als een groot bezwaar
daarbij ondervindt, dat de marktgelden te Leiden zoodanig
veel te hoog zijn, dat om de markt van Leiden te maken
tot een belangrijk centrum voor den varkenshandel, zulks
niet wel mogelijk zal zijn;
dat Leiden inderdaad wel gelegen is in het centrum van
varkenshouders en mesters in Zuid-Holland;
dat naar hare meening de marktgelden, alzoo niet bevor
deren het zoo gewenschte marktwezen in Uwe Gemeente;
dat de bedoelde marktgelden o.a. te Alkmaar, als bloeiende
marktplaats van Noord-Holland als volgt zijn:
van een varken ƒ0.15, een schram ƒ0.10, een big ƒ0.05,
terwijl de Gemeenten, GoudaAmsterdam, Purmerend, Delft
en Rotterdam allen belangrijk lager zijn dan de Gemeente
Leiden.
Redenen waarom zij Uwen Raad beleefd en dringend
verzoekt, de verordening tot heffing van Marktgelden der
Gemeente Leiden zoodanig te herzien, dat de Marktgelden
in 't vervolg geen belemmering meer vormen, voor den
aanA'Oer van varkens op de Leidsche Markt.
'tWelk doende, enz.
namens de Vereeniging voornoemd.
de Voorzitter, C. Bakker,
de SecretarisA. Millenaar.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen;
Jacob van der Stoel, Voorzitter en Hartog Sterner, Secre
taris der Leidsche markt-Commissie, vertegenwoordigende
de Zuid-Hollandsche Bond van Veehandelaren;
gehoord de klachten, die in hun af deeling naar voren
worden gebracht, a.g. te hooge tarieven van marktgelden
op de veemarkt:
ten eerste: het tarief dat voor een graskalf 0.50 bedraagt,
een bedrag dat voor dit vee op geen enkele veemarkt in
ons land wordt geheven,
ten tweede: in geen verhouding is met het tarief vau
volwassen vee, dat ook 0.50 bedraagt,
Het komt Ondergeteekenden voor, dat het. in het belang
van de aanvoer op de Leidsche veemarkt dringend nood
zakelijk is, tot verlaging van bovengenoemd tarief over
te gaan,
ten derde: vragen wij ook Uw gewaardeerde aandacht
voor het tarief van varkens, waar ook een groote onbillijk
heid in schuilt.
Dit is n.l. voor varkens van 25 kilo tot 100 kilo ƒ0.20,
terwijl voor varkens boven de 100 kilo 0.50 wordt geheven.
Dit laatste bedrag is veel te hoog in vergelijk met het
voorgaande.
Dringend verzoeken Ondergeteekenden om boven genoemde
redenen, dat Uw geacht College zoo spoedig mogelijk tot
herziening der tarieven zal over gaan, tot wegneming dezer
grieven.
Hetwelk doende, enz.
J. P. v. d. Stoel, Voorzitter.
H. I. Sterker, Secretaris.
Hugo de Grootstraat No. 79, Rotterdam.
Rotterdam, 15 October 1931.
N°. 28. Leiden, 30 Januari 1932.
De Commissie voor den Markt- en Havendienst heeft een
aantal voorstellen gedaan tot wijziging van de verschillende
regelingen betreffende de Markten te dezer stede. Drie van
deze voorstellen hebben betrekking op strafverordeningen,
weshalve wij het verzoek hebben ontvangen de noodige wijzi
gingen daarin te ontwerpen. Ten aanzien van deze voorstellen,
met welker strekking wij ons kunnen vereenigen, mogen wij
het volgende opmerken:
I. "Voorgesteld wordt als de dagen, waarop de paarden
markt hier ter stede wordt gehouden, in den vervolge vast
te stellen den eersten Woensdag van de maanden Juni en
September, in plaats van den eersten Dinsdag van die maan
den. De Directeur van den Markt- en Havendienst toch
heeft er op gewezen, dat de Leidsche paardenmarkt sedert
de oorlogsjaren sterk in beteekenis is afgenomen en wijt
dit voor een groot deel hieraan, dat zij gehouden wordt op
dezelfde dagen als de Rotterdamsche paardenmarkt. Ten
einde hieraan tegemoet te komen, heeft de Directeur voor
gesteld de Leidsche markt een dag later te doen plaats vin
den, waardoor te Rotterdam gekochte paarden eventueel
hier weer zullen kunnen worden verhandeld. Aangezien wij,
mèt de Commissie voor den Markt- en Havendienst van
gevoelen zijn, dat elke poging om de paardenmarkt weer
tot grooteren bloei te brengen behoort te worden aangewend,
zouden wij de noodige verandering in art. 3 lid 2 van de
verordening op de Veemarkt willen zien aangebracht.
II. Ter verkrijging van eenheid in de terminologie zou
genoemde Commissie in art. la van de verordening op de
Markten het woord „ooft" gewijzigd willen hebben in „fruit".
Hiertegen bestaat o. i. geen bezwaar.
III. Art. 3 van de verordening op de Markten verbiedt
voor de markt bestemde koopwaren vóór markttijd of ter
markt aangevoerde koopwaren na markttijd op de markt
te hebben. In de practijk is ten aanzien van de groente
en fruitmarkt de wenschelijkheid gebleken aan een bepaling,
krachtens welke kan worden toegestaan, dat met het uit
stallen van de waren vóór den aanvang der markt wordt
begonnen, indien de omstandigheden zich overigens daar
tegen niet verzetten en geen hinderlijk rumoer voor de om
wonenden te duchten is. Uiteraard toch is met het lossen
van de schuiten en het op de markt plaatsen en uitpakken
van de vele kisten, manden enz. geruime tijd gemoeid, ter
wijl deze werkzaamheden vóór de opening der markt moeten
zijn geschied. De voorgestelde invoeging van een nieuw lid 2
in art, 3 der verordening op de Markten beoogt hieraan
tegemoet te komen.