5 N°. 15. Leiden, 15 Januari 1932. Blijkens haar in de Leeskamer liggend schrijven stelt de Oommissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" voor, een tweetal ruilingen van in het museum aanwezige voor werpen aan te gaan. In de eerste plaats zou zij aan den heer Verster te 's-Gra- venhage in eigendom willen afstaan een tinnen flapkan, uit het begin van de 17e eeuw, terwijl de heer Verster daar voor in de plaats zou geven een Delftsch blauw trouwbard uit 1773 betreffende een huwelijk in de Pieterskerk. In het museum zijn meerdere exemplaren van een flapkan aan wezig; een Leidsch trouwbord bezit het museum daaren tegen niet. In de tweede plaats zou de Commissie een schilderij in olieverf een stilleven van W. H. van der Nat willen ruilen tegen een teekening in rood- en een in zwart krijt van denzelfden schilder. Deze beide teekeningen behooren tot het beste en meest representatieve werk van den over leden schilder. Aangezien tegen deze ruiling bij ons Ooilege geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8, 2e lid, van de verordening, rege lende de benoeming en den werkkring van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", in overweging aan die Commissie machtiging te verleenen tot de bedoelde ruilingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 16. Leiden, 15 Januari 1932. Zooals bekend, is thans in aanbouw de nieuwe brug over den Rijn naast de spoorbrug in de lijn LeidenWoerden. Wij achten het wenschelijk, dat aan deze brug thans een naam wordt gegeven, opdat nog tijdens den bouw een naamblok of -plaat in de brug kan worden ingemetseld. Waar ongeveer ter hoogte van de nieuwe brug in den Morschweg de Rijnzichtstraat uitmondt welke straat indertijd aldus genoemd is naar de vroegere buitenplaats, later bad- en zweminrichting ter plaatse achten wij, in afwijking van de in de ter visie liggende rapporten aan gegeven namen, welke ons in casu minder geëigend voor komen, als naam voor de nieuwe brug RijnzicMbrug het meest gewenscht. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de nieuwe brug over den Rijn naast de spoorbrug in den lijn LeidenWoerden den naam te geven van Rijnzichibrug. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 17. Leiden, 15 Januari 1932. Op pag. 28 van de Memorie van Antwoord op het alge meen verslag van het verhandelde in de Secties van den Gemeenteraad bij het onderzoek van de ontwerp-begrooting voor het dienstjaar 1932, deelden wij Uwe Vergadering mede, dat bij ons College plannen in overweging waren zulks in overeenstemming met een door den Minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw in zijne circulaire van 10 Maart j.L, afdeeling W. en S. No. 1291 geuiten wensch om in dezen tijd van crisis-werkloosheid jeugdige werkloozen in de gelegenheid te stellen zich in het vak, dat zij gekozen hebben, verder te bekwamen, waardoor voorkomen wordt, dat door hen op straat troost wordt gezocht met al de gevolgen daaraan verbonden. Wij voegden daaraan toe, dat deze plannen tot uitvoering zouden kunnen worden gebracht, door het instellen van cursussen aan het Leidsche Volkshuis, waartoe het bestuur dier inrichting zich reeds bereid had verklaard. Een voor stel om de vereischte gelden voor het in het leven roepen van deze cursussen beschikbaar te stellen, zou bij Uwe Vergadering aanhangig worden gemaakt, zoodra ons College de zekerheid had, dat in de kosten van die cursussen van Rijks wege een voldoende subsidie in uitzicht zou worden gesteld. Hoewel door den Minister slechts voorloopig eene subsidie van het Rijk, ten bedrage van 50% in de kosten, aan de oprichting van deze cursussen verbonden, is toegezegd, meenen wij toch, in afwachting van de definitieve beslissing van den Minister, niet langer te mogen wachten met het aanhangig maken van het desbetreffend voorstel bij Uwe Vergadering. Met het oog op het vorderen van het seizoen zou anders het doel worden voorbij gestreefd. Ten einde Uwe Vergadering nu een overzicht te geven van de in het Leidsche Volkshuis aan mannelijke en vrouwe lijke werkloozen beneden den leeftijd van 24 jaren te geven cursussen, laten wij hieronder een uitgewerkt programma en een overzichtelijke begrooting van kosten volgen. Programma. Dagelijks met uitzondering van den Zaterdag ontvangen jeugdige werklooze timmerlieden, meubelmakers, schilders, metaalbewerkers en ongeschoolden gedurende 2 uur praktijk lessen en gedurende 1 uur theorielessen. De praktijklessen zullen zooveel mogelijk aansluiten bij het reeds geleerde, zoodat het onderwijs min of meer hoofde lijk zal zijn. De theorielessen zullen zijn lessen in Ned. Taal, Rekenen, Teekenen, Van teekening-lezen en Gymnastiek. De meubelmakers en ongeschoolden zullen ingedeeld worden bij de timmerlieden. De jeugdige werklooze arbeidsters zullen dagelijks met uitzondering van den Zaterdag gedurende 2 uur les in koken, knippen, naaien en verstellen ontvangen, terwijl 1 uur per week besteed zal worden aan eenvoudige ontwikkeling en 1 uur aan gymnastiek. Kostenberekening. I. Cursussen voor jeugdige mannelijke personen. a. Cursus timmerlieden, meubelmakers en on geschoolden 25 weken x 5 dagen x 3 uren x f 1.50 per 562.50 b. Cursus schilders; idem 562.50 c. Cursus metaalbewerkers; idem 562.50 d. Schoonhouden lokalen: 25 weken x 5 dagen x 2.per dag 250.— e. Conciergediensten 25 weken x 5 dagen x ƒ1.50 per dag 187.50 f- Inrichting en gereedschappen 750.— <7- Materialen 1000.— h. Verwarming, verlichting en onvoorzien 800.— i. Directrice Leidsche Volkshuis .300.— Totaal f 4975.— II. Cursussen voor jeugdige vrouwelijke personen. (2 groepen a. Kookcursus: 25 weken x 2 dagen X 2 uren X ƒ1.50 per 150.— b. Knipcursus; idem 150.— c. Naaicursus; idem 150 d. Verstelcursus; idem 150.— e. Ontwikkelings- en gymnastiekcursus; idem 150.— Inrichting en gereedschappen 475.— <7- Materialen 500.— h. Directrice Leidsche Volkshuis 100.— Totaal f 1825.— Algemeen totaal f 6800.— Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergade ring alsnu in overweging, door vaststelling van den over- gelegden begrootingsstaat, model D, een bedrag van 6800. op de begrooting 1932 te brengen voor bedoelde cursussen, ten einde ons College in staat te stellen om, zoodra zeker heid zal zijn verkregen, dat in dit bedrag een subsidie van 50 °/o uit 's Rijks kas in de totale kosten van die cursussen zal worden toegekend, tot oprichting daarvan over te gaan. Op den begrootingsstaat is een bedrag van 3400.als terugontvangst van het Rijk geraamd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 18. Leiden, 15 Januari 1932. Onder verwijzing naar het hierachter afgedrukt schrijven van het Crisis-Comité Leiden, geven wij Uwe Vergadering in overweging door vaststelling van den overgelegden be grootingsstaat, model D, een bedrag van 7000.— op de begrooting 1932 te brengen en dat bedrag ter beschikking te stellen van het Crisis-Comité Leiden, voor het verschaffen van steun in natura wat betreft kleeding, dekking, schoeisel e. d. aan door langdurige werkloosheid getroffen arbeiders gezinnen, een en ander onder inachtneming van de bepa- 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 3