GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 1 l\(JKkO«K\ IIIIKKEN. N°. 1. Leiden, 29 December 1931. Bij besluit van 3 Augustus 1931 (Zie Ingek. Stukken No. 191) stelde Uw Vergadering de noodige gelden beschikbaar voor de aansluiting van wijk XII (gelegen ten Oosten van den Zijlsingel) aan de centrale rioleering. Tot de hiertoe uit te voeren werken behoort o. m. het leggen van een riool zinker in den Ouden Rijn nabij de Schrijversbrug. Boven dien zullen in den Ouden Rijn ter plaatse zinkers moeten worden gelegd voor de gasfabriek en voor de waterleiding. Zooals uit de in de Leeskamer neergelegde stukken blijkt, is het niet mogelijk deze werken uit te voeren zonder de beschikking te hebben over een oppervlakte particulieren grond: voor den rioolzinker behoeft de gemeente den eigen dom van het op de overgelegde teekening, gemerkt B, met gele kleur aangegeven oppervlakte, ter grootte van 35 M2., terwijl voor de gas- en waterleidingzinkers noodig is de op die teekening bruin gekleurde grond, groot 83 M2. De eigenaar heeft zich bereid verklaard den bovenbedoelden grond aan de gemeente te verkoopen, mits tevens de op de genoemde teekening met een blauwe kleur aangegeven strook langs den Zijlsiugel, ter grootte van 107 M2., in dien koop en verkoop wordt begrepen en voor de geheele oppervlakte van 225 M2. een prijs wordt betaald van 10per M2. Hierbij zij opgemerkt, dat de blauw gekleurde strook niet noodig is voor het leggen van de bovenbedoelde zinkers, doch te zijner tijd wel vereischt zal zijn voor de verbreeding van den Zijlsingel, waarvoor een plan in bewerking is. Aangezien het leggen van de zinkers urgent is, meenen wij, dat er aanleiding bestaat tot de boven aangegeven transactie te besluiten. Van het daarvoor noodige bedrag ad 2.250.te vermeerderen met de kosten, op den aankoop vallende, ad 125.zal een gedeelte, groot 83o.en betrekking hebbende op den bruin gekleur- den grond, ten laste van de Lichtfabrieken en de Leidsche Duinwater-Maatschappij komen. Het overige bedrag kan uit geldleening worden bestreden. Op grond van het bovenstaande geven wij, met vei wijzing naar de in de Leeskamer neergelegde stukken en in over eenstemming met de Oommissie van Fabricage, Uwe Ver gadering in overweging: a. te besluiten tot'aankoop door de gemeente, vrij van alle lasten en tegen een prijs van 10.per M2., van de op de overgelegde teekening, gemerkt B, geel, bruin en blauw gekleurde strooken grond, gelegen aan den Zijlsingel, ter ge zamenlijke grootte van 225 M2. en deel uitmakende van de perceelen, kadastraal bekend als gemeente Leiden, Sectie K, Nos. 692, 693, 694, 695, 698 en 1317; b. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1931, een bedrag van 2.375.beschik baar te stellen ter bestrijding van den onder a bedoelden aankoop en van de daarop vallende kosten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 2. Leiden 29 December 1931. Ons vereenigende met nevensgaand voorstel van Com missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tot het sluiten met de gemeente Koudekerk van een aan vullende overeenkomst betreffende de levering van electri citeit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden, geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar den inhoud van de missive van Commissarissen, in over weging over te gaan tot vaststelling van een aanvullende overeenkomst betreffende de levering van electriciteit in de gemeente Koudekerk door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden overeenkomstig het in de Leeskamer ter visie gelegde ontwerp. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 19 December 1931 Krachtens het bepaalde in artikel 5, 4e lid, van de op 28 September 1925 (Ingek. Stukken No. 197) met de ge meente Koudekerk gesloten stroomleveringsovereenkomst is Leiden op nader op te geven voorwaarden verplicht tot uit breiding van het leidingnet in Koudekerk over te gaan, indien laatstgenoemde gemeente daartoe het verzoek doet. Nadat in 1927 (Ingek. Stukken No. 88) een uitbreiding van het net langs den Hoogewaard heeft plaats gehad, heeft Koudekerk thans verzocht zoodanige uitbreiding ook langs den Lagewaard tot stand te brengen. Over de voorwaarden, welke aan de inwilliging van dit verzoek behooren te worden verbonden, werd overeenstemming bereikt; de Raad van Koudekerk heeft reeds het daartoe strekkende besluit genomen. De uitbreiding van het leidingnet is op de hierbij gaande kaart in groene kleur aangegeven. Aangezien het nieuwe net geprojecteerd is als bovengrondsch laagspannings net, behoefde thans van Koudekerk geen tegemoetkoming in de aanlegkosten te worden gevorderd en kon met de garantie van een minimum-afname per jaar worden volstaan. Een en ander moet, evenals in 1927, worden neergelegd in een aanvullende overeenkomst, welke naast de oorspronke lijke zal gelden en overigens dezelfde bepalingen als deze bevat. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in overweging den Raad voor te stellen, over te gaan tot vaststelling van de hierbij in concept overgelegde aan vullende overeenkomst betreffende de levering van electri- teit in de gemeente Koudekerk. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 3. Leiden, 31 December 1931. Bij hunne hiernevensgaande adressen verzot ken de heeren Dr. J. C. M. Timmermans, H. P. Veldhuyzen, P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman en W. A. Muyzert bestendiging in de betrekking van Stads-geneesheer. Aangezien tegen inwilliging van deze verzoeken bij ons College geen bedenkingen bestaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging de heeren Dr. J. C. M. Timmermans, H. P. Veldhuyzen, P. J. M. Niemer, A. J. B. Poortman en W. A. Muyzert wederom in hunne betrekking van Stads-genees- heer te bestendigen, voor het tijdvak 1 Januari 19321 Januari 1934. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 18 December 1931. Aan den Raad der gemeente Leiden verzoekt ondergeteekende hem te continueeren in zijn betrekking van Stadsgeneesheer. Hoogachtend Uw dw Dr. J. C. M. Timmermans. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende, H. P. Veldhuyzen, arts, te Leiden, heeft de eer Uwen Raad beleefd te verzoeken hem wel te willen bestendigen in de betrekking van Stads-geneesheer. Hoogachtend Uw Dw. H. P. Veldhuyzen. Leiden, 22 December 1931. Leiden, 18 December 1931. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende, Paul Joseph Maria Niemer, arts te Leiden, verzoekt te worden gecontinueerd in zijn betrekking als Stadsgeneesheer. Met de meeste hoogachting P. Niemer. Leiden, 21 Dec. 1931. Aan den Gemeenteraad van Leiden Ondergeteekende verzoekt beleefd in aanmerking te komen voor herbenoeming als gemeente-arts te Leiden. A. J. B. Poortman.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 9