558 VRIJDAG 11 DECEMBER 1931. eerlang te ontruimen schoolgebouw aan de Heerenstraat." Dergelijke mededeelingen doet men toch niet zoo maar, doch zijn gegrond op gegevens, die intusschen niet gewijzigd zijn; er bestaat dus werkelijk behoefte aan 3openbare bewaar scholen. Spreker ondersteunt dus hartgrondig het adres van het Comité van Actie en het voorstel-Groeneveld. Het doet spreker genoegen een woord van dank tot het College te kunnen richten voor de rnededeeling, dat gevolg zal worden gegeven aan den wensch tot spoedige plaatsing van het borstbeeld van den grooten Leidschen geleerde Lorentz. De heer Groeneveld sluit zich vrijwel geheel bij den heer Vos aan. Ook spreker wenscht stichting van meerdere oplei dingsscholen voor U. L. O., wat hij trouwens reeds meermalen naar voren heeft gebracht. Ook is spreker medegedeeld, dat overplaatsing van onder wijzers wel eens plaats heelt gehad buiten den Raad om, hetgeen niet in overeenstemming is met de wet. Volgens het College behoorden degenen, die over de vacaritie- regeling hebben gesproken, aan te toonen, dat de ouders een andere regeling wenschen. Dat is wel wat veel gevergd van een Raadslid; hoe zou dat moeten gebeuren? Door een referendum uit te schrijven? Dezen eisch kan men den Raads- ledeu niet stellen. Ook heeft spreker gevraagd de gasverlichting op de scholen, waar deze nog aanwezig is, te vervangen door electriscbe verlichting. Toen dit vroeger voor bijzondere scholen moest gebeuren, heette dat zelfs een bezuiniging. Het College antwoordt daarop heel eigenaardig, n.l. dat zijn streven er op gericht is om de schoolgebouwen geleidelijk van electrisch licht te voorzien: van urgentie is in deze geen sprake volgens het College. Leiden heeft nu 25 jaar een Electriciteitsfabriek, die haar best deed, wat haar taak is, om zooveel mogelijk electriciteit te leveren aan allerlei gebouwen, waarin zij wel is geslaagd. Na 25 jaar bestaat die gasverlichting in de gemeentescholen echter doodkalm nog en nu geeft het College dit antwoord. Het zal spreker benieuwen, wanneer aan dien lijdensweg, waarop men zich nu al 25 jaar bevindt, een einde komt. Aan een gasverlichting in scholen is gevaar verbonden. De verlichting voldoet ook niet aan de behoefte en de betere verlichting, die mogelijk is, moet eindelijk in de gemeente scholen worden aangebracht. Buitengewoon groote kosten zal dit niet met zich brengen. Aan dezen billijken eisch moet zoo spoedig mogelijk worden voldaan. Wat het schoolparlement betreft spreker brengt deze zaak liever in de Commissie van het Onderwijs dan dat hij er een particulier gesprek met den Wethouder over heeft. Wat het bewaarschoolonderwijs betreft, herinnert spreker er aan, dat de reorganisatie daarvan in 1925 aan de orde is gesteld en eerst na zes jaren de desbetreffende voorstellen zijn aangenomen. Het wordt dan ook zachtjes aan tijd, dat men overgaat tot de stichting van twee openbare bewaar scholen, n.l. een nabij den Haagweg en een nabij de Heerenstraat. Het is den Wethouder bekend, dat sprekers fractie niet met enthousiasme haar stem aan de voorstellen tot reorga nisatie van dit onderwijs heeft gegeven. Zij heeft dat gedaan, omdat ze de voorstellen beschouwde als een compromis en meende daarmede het openbaar bewaarschoolonderwijs vooruit te kunnen brengen, waarom zij op den koop toenam de voorstellen, die het bijzonder bewaarschoolonderwijs voordeel brachten. Hierin ligt opgesloten, dat de Wethouder eenige verplichtingen heeft, aangezien hij anders niet de stemmen van sprekers fractie zou hebben gevangen. Het is spreker bekend, dat er een plan is voor het stichten van een be waarschool in de Kooi, welk plan de Commissie van het Onderwijs nog niet heeft bereikt. Waar het onderweg vast is blijven kleven, weet spreker niet, maar dat schijnt toch het geval te zijn. De demping van het Levendaal zal uitge steld worden tot betere financieele tijden voor de gemeente, maar spreker hoopt, dat met datzelfde argument ook niet de openbare bewaarscholen tegelijk in het Levendaal verdronken zullen worden, want dat zou beteekenen, dat de Wethouder spreker er in heeft laten vliegen. Deze voorstellen hadden terugwerkende kracht tot 1 Januari 1931, zoodat reeds over 1931 de bijzondere bewaarscholen de vruchten en voordeelen van dat Raadsbesluit zullen genieten, terwijl het openbaar bewaarschoolonderwijs daarvan nog geen enkel voordeel heeft gehad. Spreker heeft gehoord, dat het plan voor de Kooi er is, maar hij hoopt toch, dat het voorstel zoo spoedig mogelijk bij den Raad zal inkomen en aangenomen zal wor den, omdat de Wethouder anders niet eerlijk tegenover spreker zou handelen. Wanneer spreker voorstelt, ten spoedigste nog twee openbare bewaarscholen te stichten, dan bedoelt hij daarmede natuur lijk niet vandaag of morgen; hij houdt rekening met de realiteit; doordat Onderwijs en Gemeentewerken hierbij be trokken zijn, gaat dat niet in een vloek en een zucht; zelfs al begint men er onmiddellijk aan, dan zullen er nog maan den overheen gaan, vóórdat die zaak rijp is ter beslissing door den Raad. Maar juist daarom is het noodig, morgen aan de voorbereiding te beginnen en daarom stelt spreker dit voor. De 11 bijzondere en 3 openbare bewaarscholen, die er zijn, zijn niet evenredig aan de politieke en godsdienstige verhoudingen der bevolking; het is meer dan tijd het aantal openbare bewaarscholen uit te breiden. Daarom dringt spreker aan op aanneming van zijn voorstel; dat is niets anders dan uitvoering van een Raadsbesluit en een correcte houding tegenover sprekers fractie, die haar stem aan deze bewaar- schoolonderwijsvoorstellen gegeven heeft. De heer Koole heeft bij de begrooting voor 1931 gezegd, dat twee leslokalen van de school aan den Zuidsingel verstoken waren van voldoende licht en lucht en hoogst noodzakelijk moesten worden verbouwd; in 1928 is een rapport samengesteld door den Hoofdinspecteur der Volksgezondheid en dien \an het lager onderwijs, en dat dezen een begrooting bij het College hebben ingediend tot spoedige verandering van deze twee voor lesgeven zeer ongeschikte lokalen. In deze lokalen zitten juist kinderen van 7 en 8 jaar; de vorming van het lichaam heeft juist op dien leeftijd plaats en nu hoopt spreker niet, dat de Wethouder zooals in de memorie van antwoord, zal toe zeggen, dat de verbouwing van deze lokalen zoodra moge lijk onder de oogen gezien zal wórden; geen elastiek is zoo rekbaar als de woorden »zoodra mogelijk". Spreker zou van den Wethouder willen vernemen, dat deze ten spoedigste zal willen beginnen met de verbouwing van deze leslokalen; als er zulke leslokalen aan een bijzondere school waren, dan zou het schoolbestuur onmiddellijk met een begrooting bij het College komen ter verbetering, terecht, want deze lokalen zijn absoluut ongeschikt voor leslokaal. De heer van Es heeft in de sectie aangedrongen op be zuiniging van de bedragen voor boventallige onderwijzers; volgens de memorie van antwoord heeft deze zaak de voort durende aandacht van het College; inmiddels is dit bedrag tot 95.000.gedaald. Spreker begrijpt niet, hoe het College in deze bezig geweest is, maar dit is niet alleen te danken aan de aandacht yan het College, maar ook hieraan, dat in dien tusschentijd de technische herziening der Lagcronder- wijswet meer naar voren gekomen is, waarbij de leerlingen- schaal verhoogd is. Daaraan is natuurlijk ook te danken, dat het bedrag als bet ware automatisch minder is geworden, maar het is toch tamelijk hoog. Zoodra de nieuwe leerlingenschaal van het ontwerp-Tei pstra in werking treedt (1 Juli), zullen de boven tallige onderwijzers de gemeente een grooter bedrag per jaar kosten. Het is gewensckt, dat Burgemeester en Wethouders reeds vroegtijdig hun aandacht hierop vestigen, aangezien anders in een volgend jaar zeker een groot deel van de be zuiniging, die hier zou kunnen worden toegepast, onmogelijk wordt gemaakt. Spreker zal zijn stem niet aan de motie-Groeneveld kunnen geven. Een deel van den Raad heeft indertijd zonder enthou siasme zijn stem aan de voorstellen van den heer Tepe ten aanzien van het bewaarschoolonderwijs gegeven. Als de heer Groeneveld zich nu er op beroept, dat diens fractie voor die voorstellen heeft gestemd en dus nu ook een loyale uitvoering moet plaats hebben wat betreft de oprichting van openbare bewaarscholen, wil spreker graag een beroep doen op de loyaliteit van den "Wethouder, die eigenlijk met zijn voor stellen ook getracht heeft in het bewaarschoolonderwijs een soort van pacificatie te krijgen. Met de stichting van openbare bewaarscholen dient men derhalve voorzichtig te zijn, in dien zin, dat men moet be denken, dat de stichting van bijzondere bewaarscholen daar mede gelijken tred moet houden. De heer Knuttel. Die zijn er al veel meer! De heer van Es heeft reeds gehoord, dat er twee aanvragen voor het stichten van bijzondere bewaarscholen zijn binnen gekomen. Spreker geeft den Wethouder in overweging met het stichten van openbare bewaarscholen te wachten tot de verordeningen, welke voor het bewaarschoolonderwijs noodig zijn, in den Raad zijn behandeld en daar haar beslag hebben gekregen. Terwijl de voorstellen reeds in April zijn behandeld, zullen de verordeningen op 1 Januari 1932 nog niet zijn ingediend. Spreker dringt in deze bij den Wethouder op spoed aan, opdat sprekers fractie daarover spoedig haar oordeel in den Raad kan geven en dan in elk geval zoo noodig en zoo mogelijk tot het oprichten van openbare bewaarscholen zal worden overgegaan, waartegen sprekers fractie op grond van de in April aangenomen voorstellen zich niet in principe zal verzetten, maar waarbij zij de voorwaarde stelt, dat ook over de aanvragen van bijzondere bewaarscholen een beslissing zal worden genomen. Hoewel misschien overbodig, zou spreker den Wethouder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 28