VRIJDAG 11 DECEMBER 1931.
555
eens te onderzoeken, of het niet op andere wijze kan, waar
door de financiën gebaat zouden worden. Spreker heeft b.v.
op het oog baggerwerk, dat uit de hand zou kunnen ge
schieden, waardoor het niet zooveel duurder behoeft te
worden, terwijl toch meer werkloozen te werk gesteld kunnen
worden; zoo zijn er nog meer dingen, die uit de hand kunnen
gebeuren.
De heer Schüller zegt, dat er volgens de memorie van ant
woord geen vacature van hoofdschilder is. Een jaar geleden
is de hoofdschilder gepensionneerd. Zoowel in de salaris
regeling als in den staat van betrekkingen komt de titel
hoofdschilder voor.
Op het oogenblik heeft Leiden in tegenstelling met vroeger,
toen er twee schilders waren, door de ontslagneming van een
schilder slechts één schilder. Spreker meent niet, dat er geen
vacature is, want inmiddels is een losse schilder aangesteld.
Tot nog toe werden vacatures bij Gemeentewerken altijd
aangevuld. Spreker stelt nu de vraag, of er geen aanleiding
is den overgebleven vasten schilder, die volgens de directie
een bekwaam vakman is, tot hoofdschilder aan te stellen.
De heer Splinter zegt, dat de werkwijze volgens het College
toch zoo rationeel mogelijk moet zijn. Spreker is het niet met
den heer Manders eens, dat door minder goede uitvoering
meer werkloozen te werk gesteld kunnen worden, want die
zouden bij eventueele andere werken geplaatst kunnen worden.
Door baggermolens te gebruiken, in plaats van met de hand
te doen baggeren, ontneemt men den werkloozen geen werk.
De heer Manders heeft in de Commissie meegemaakt, dat het
College eens prijsopgave gevraagd heeft: met de machine
kostte het f\.per M8., uit de hand ongeveer ƒ5.a ƒ6.
en dan gaat het niet aan, om aldus het werk te laten doen,
tot werkverruiming; daarop is destijds dan ook niet ingegaan.
Den heer Schüller antwoordt spreker, dat hem bekend is,
dat een hoofdsc.hilder weg is; zoo noodig zal weer een tweede
worden aangewezen. Spreker zal gaarne eens onderzoeken,
of het mogelijk is, een schilder tot hoofdschilder te benoemen.
De heer Manders zegt, dat hij het baggerwerk alleen als
voorbeeld heeft genoemd.
De heer Splinter heeft het baggerwerk eveneens alleen
genoemd bij wijze van voorbeeld.
De heer Manders zegt, dat de verhouding tusschen het
baggerwerk, dat met de hand verricht wordt en dat, hetwelk
machinaal geschiedt, niet kan zijn 1:5.
De heer Splinter: Zeker 1:4.
De heer Manders zegt, dat een man dan 1 M8. per dag
zou moeten baggeren en de Wethouder wel weet, dat dat
niet juist is.
De heer Splinter: Dan moeten zij 2 M8. baggeren.
De heer Manders zegt, dat er bij baggerwerk nog vele
andere werkzaamheden zijn, en ook bij andere werken zijn
er, die met de hand kunnen gedaan worden, b.v. heien.
De heer Splinter merkt op, dat bij het uit de hand heien
alleen sprake kan zijn van kolders.
De heer Manders zegt, dat vroeger alleen uit de hand
geheid werd.
De heer Splinter: Dat is voor uw tijd geweest.
De heer Manders zegt, dat dit niet waar is.
Wanneer meer werken als handwerk werden verricht, zou
de werkloosheid kunnen afnemen, terwijl het de gemeente
weinig of geen geld zou kosten.
De heer Splinter vraagt, of de heer Manders ook kozijnen
uit de hand zou willen laten maken.
De heer Manders zegt, dat er meer dingen zijn, waarbij
het de moeite waard is onder de oogen te zien, of het hand
werk voor de gemeente eenig voordeel kan opleveren.
De heer Schüller dankt den Wethouder voor zijn toe
zegging inzake den hoofdschilder en hoopt hem er niet meer
aan te moeten herinneren.
Volgnr. 335 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnr. 330 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 337, luidende: Onderhoud van
straten en pleinen181.266.
De heer Schüller acht het mogelijk, dat Burgemeester en
Wethouders in verband met den financieelen toestand van
de gemeente hebben voorgesteld den post voor onder houd
van straten en pleinen met 10.000.— te verlagen. In Leiden
bestaat echter achterstand wat de bestrating betreft en daarom
moet getracht worden in ieder geval het eerst voorgestelde
materiaal aan te schaffen.
Binnenkort zal in den Raad een principieel debat plaats
hebben over het uitvoeren van straatwerk en daarom zal
spreker op de zaak zelf niet diep ingaan, maar wel namens
zijn fractie verklaren, dat zij is tegen het uitvoeren van
25.000 M2. straatwerk door middel van aanbesteding.
In dezen begrootingspost is sprake van 25.000 M8., maar
zonder dat de Raad daarvan kennis draagt, staat nu al twee
jaar in de bestekken, dat Burgemeester en Wethouders bevoegd
zijn den aannemer 50% meer te laten uitvoeren. Indien
Burgemeester en Wethouders voornemens zijn die bepaling
weer in de bestekken op te nemen, was het beter geweest,
indien zij daarvan in de stukken hadden kennisgegeven.
Zullen in de besteksbepalingen ook worden opgenomen de
loonen en arbeidsvoorwaarden van het personeel Wanneer
men met de vaststelling daarvan zou wachten tot de door
den Wethouder toegezegde wijziging van de verordening is
tot stand gekomen, is deze aanbesteding inmiddels geschied
en staat in de bestekken geen enkele bepaling omtrent de
loonen en arbeidsvoorwaarden, waaraan de aannemers en de
arbeiders zich te houden hebben.
Aangezien in dat vak hier geen collectief contract bestaat,
heeft een verwijzing in het bestek naar dat contract geen
waarde.
De heer Coster dringt er bij Burgemeester en Wethouders
op aan voor het repareeren van de vrachtauto's een contract
te sluiten, hetgeen voor de gemeente voordeeliger is dan het
ondershands gunnen van de reparatiën.
De heer Splinter geeft den heer Schüller volkomen gelijk,
dat van den post Aanschaffing van bestratingsmateriaal ge
schrapt is, maar spreker heeft tot den Wethouder van Financiën
gezegd, dat hij, als het noodig is, toch weer bij hem terug
zal komen met een aanvrage om geld voor materiaal, omdat
spreker ten volle overtuigd is, dat men de zaak niet stil kan
laten staan, maar wel degelijk moet zorgen voor een behoor
lijke bestrating.
De voorwaarde van 50 meer staat niet alleen in dat
bestek, maar bij alle leveringen van steenen en ander materiaal
behoudt de gemeente zich het recht voor om tegen denzelfden
prijs 50% bijlevering te vragen. Ook aan de door den heer
Schüller genoemde 25.000 M2. kan spreker zich niet precies
houden; wanneer er meer bestratingswerk noodig blijkt, dan
zal spreker van dat recht gebruik maken voor zooveel noodig
is. Stelt de Raad er prijs op, het College zoo te binden, dat
het dit moet aanvragen, spreker heeft er niets geen bezwaar
tegen, maar acht het in het belang der gemeente, om tijdig
zelf te kunnen besluiten, of meer bestratingswerk moet worden
uitgevoerd dan is aangenomen.
Het College is niet van plan de arbeidsvoorwaarden in de
bestekken op te nemen hierbij moeten bekwame vakmenschen
te werk gesteld worden en de heer Schüller weet zelf wel,
dat die genoeg verdienen, zonder dat dit in de bestekken op
genomen behoeft te worden. Trouwens, welke voorwaarden
zou men moeten stellen; algemeene bepalingen zijn er niet.
Men zou het tarief, dat in Leiden betaald wordt, moeten op
nemen; het is alles tarietwerk; dat tarief is echter te hoog
en kan dus hiervoor niet gehandhaafd worden.
Spreker gelooft, dat de heer Coster zich vergist; spreker
heeft dit bij de gasfabriek nog eens onderzocht; 2 personen
auto's zijn in onderhoud bij de Fordmaalschappijvan vracht
auto's is spreker niets bekend.
Het gaat in deze echter om het gedeelte, dat op de chassis
staat en hydraulisch wordt bewogen. Men kan dat niet bij
een Ford-dealer in onderhoud geven. Daarbij komt, dat de
Ford-maatschappij een aanmerkelijk hooger bedrag vraagt
dan de firma van Ulden, aan wie het onderhoud nu is op
gedragen.
De heer Knuttel zegt, dat de verlaging van de onderhouds
kosten van de vrachtauto's, die bij nota van wijziging is voor
gesteld en 600.bedraagt, wijst op een zeer royale raming
van dergelijke uitgaven.
In het bijzonder de kosten van aanschaffing, maar ook die
van reparatiën, olie en benzine zijn aan den zeer hoogen kant
en particuliere bedrijven zouden in menig geval moeilijk op
deze wijze een auto kunnen houden.
Terwijl op andere punten dikwijls van uiterste zuinigheid