550 VRIJDAG 11 DECEMBER 1931. woning bestaat, maar zegt, dat ook op de derde verdieping een kamertje is. Spreker kan niet langs het trapje naar boven gaan en de bewoners kunnen van die kamer geen gebruik maken. Spreker hoopt, dat deze zaak zoozeer de aandacht van Burgemeester en Wethouders zal nebben, dat daarin veran dering wordt gebracht voor de vereeniging van de brandweer met de politie, aangezien spreker anders gedwongen zal zijn er op teiug te komen. De heer Groeneveld zegt, dat Wethouder Splinter zich er niet op mag beroepen, dat de concierge bij zijn aanstelling met deze woning genoegen heeft genomen. Het is mogelijk, dat hij een betrekking noodig had en om deze betrekking te verkrijgen zich vereenigd heeft met de voorwaarden, die ge steld werden. De heer Splinter gelooft, dat de heer Groeneveld nu den spijker op zijn kop heeft geslagen. De heer Gboeneveld zegt, dat dit het College niet ontslaat van den plicht oen daarvan geen misbruik te maken en geen woning te geven, die eigenlijk onbewoonbaar is. Een woning, waarvan de grootste kamer 2£ x 3 meter is, is onbewoonbaar. De heer Splinteb merkt op, dat die afmetingen niet juist opgenomen zijn. De heer Groeneveld zegt, dat hij zelf de woning niet gezien heeft. De heer Kooistra verklaart, dat hij de kamer gemeten heeft. De heer Splinter: Dan is Uw stok niet goed geweest. De heer Kooistra zegt, dat hij er den volgenden dag met den Wethouder heen zal gaan. De heer Splinter heeft daarvoor den volgenden dag geen tijd. De heer Groeneveld zegt, wanneer deze persoon uit nood deze woning genomen heeft, om die betrekking machtig te worden, dan behoort het College desondanks te zorgen voor een behoorlijk bewoonbare woning; wanneer deze niet aan redelijke eisehen voldoet, moet voor een andere gezorgd worden; het heeft er niets mee te maken, of die persoon daarmede indertijd noodgedwongen genoegen neeft genomen. Volgens den heer Knuttel is een arrestant met een bloedende hoofd wonde opgesloten, zonder dat hem water werd verstrekt om zich af te wasschen; in zoo'n geval moet men verder gaan en zorgen, dat hij door een dokter of verpleegster verbonden wordt; al is het een arrestant, het is toch ook een mensch. Is dat bij de politie gewoonte, om een gewonde, omdat hij arrestant is, niet menschelijk te behandelen? De Voorzitter heeft dit feit niet toegegeven, maar alleen gevraagd, persoon en dag te noemen; dan zou hij het onder zoeken, maar hij heeft niet gezegd, dat hij het toegeeft of dat dit gewoonte zou zijn. De heer Schüller zegt, dat de Commissie van Fabricage die woning onderzocht heeft en spreker moet volmondig toe geven wat de heer Kooistra hiervan heeft gezegd. Wanneer men op de bovenste trede van de trap staat, rolt men tegelijk in de keuken en in de kamer. Dit huis is aangekocht van wijlen den heer Pera en bij het voorstel tot het bouwen van die garage was de bedoeling, dat die gebouwd zou worden ten dienste van de politie. De heer Splinter. De garage, maar niet de woning! De heer Schüller, Ook de woning voor den concierge. De Voorzitter zegt, dat de heer Schüller zich daarin positief vergist. De heer Schüller zal dan de stukken nog eens raadplegen. Volgnr. 262 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. (De heer Knuttel wenscht geacht te worden te hebben tegengestemd.) Bij volgnr. 263 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten: 1°. den toeslag op het kleedinggeld van de inspecteurs van politie en het personeel der recherche voor 1932 te bepalen op 75 2°. de toelage aan het politiepersoneel, voorzoover dit in het genot is gesteld van kleedinggeld, als tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing van schoeisel en beenkappen, voor 1932 te bepalen op 27.50. De volgnrs. 263 tot en met 267 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 268, luidende: y>Subsidiën aan vereenigingen ten behoeve van de opleiding \an personeel van politief 1.350. waarbij tevens aan de orde komt het voorstel van den heer Kuipers, luidende: DÜndergeteekende stelt voor, Volgnummer 268 te verhoogen met 100.teneinde de Algemeene Bond van Politieper soneel eveneens in het bezit te stellen van eene subsidie, voor de cursus tot opleiding bij de politie." De heer Kuipers zegt, dat volgens de Memorie van Ant woord van het vorige jaar, waarnaar het College ditmaal ver wijst, alleen aan vakscholen subsidie gegeven wordt. Nu geeft de Algemeene Bond van Politiepersoneel geen vakcursussen, maar alleen een schriftelijken cursus tot opleiding voor het zelfde diploma als de andere bonden. Die schriftelijke cursus kost veel geld aan onderwijzers en leeraren, die toch ook betaald moeten worden. Bovendien wordt de vakschool te Hilversum door het Rijk met f 16.060.gesubsidieerd. De R. K. vakschool te 's Hertogenbosch krijgt veel steun van ver schillende gemeenten, waar de raadsmeerderheid r. k. is. De Algemeene Bood van Politiepersoneel is feitelijk op zichzelf aangewezen, telt 3400 leden en werkt zeerzeker in het belang van de politie. Daarom stelt spreker voor, dezen bond 100. subsidie te geven, voor den cursus tot de opleiding van bekwame agenten van politie. De Voorzitter zegt, dat het feit, dat geen school bestaat en alleen een cursus wordt gegeven, geen voldoende aanleiding is voor het verleenen van subsidie. De prestaties van dezen cursus kunnen niet op dezelfde lijn gesteld worden met het geen in de school bereikt wordt. Degenen, die het diploma verwerven, ontvangen daarvoor ƒ1.per week toelage. Spreker heeft geen bezwaar een verzoek om subsidie in overweging te nemen, wanneer wordt overgegaan tot de in richting van een school en de zaak een grooteren omvang zal nemen. Het voorstel van den heer Kuipers, wordt verworpen met 23 tegen 11 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Manders, Bergers, de Reede, van der Reijden, van Rosmalen, Knuttel, Wilmer, Splinter, Donders, Huurman, Simonis, Beekenkamp, Meijnen, Van Tol, Coster, Wilbrink, Vos, van Es, van Eecke, Tepe, Goslinga, Romijn en Eikerbout. Vóór stemmen: mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Verweij, Groeneveld, Schüller, mevrouw Braggaarde Does, de heeren van Eek, van Stralen, Kooistra, Kuipers en Vallentgoed. (De heer Bosman was bij deze stemming nog niet aanwezig.) Volgnr. 268 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 269 tot en met 287 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 288 wordt de begrooting der Gezondheidscom missie voor 1932 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna ook dit volgnr. en de volgnrs. 289 tot en met 304 achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming worden aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 305, luidende: r>Snbsidie aan de Vereeniging y>Zuigelingenzorg"4.600. Mevrouw Braggaarde Does heeft in de sectievergadering reeds haar verwondering er over uitgesproken, dat de Ver eeniging «Zuigelingenzorg" het goedvindt, dat haar subsidie met 1.000.wordt verminderd. Volgens het sectieverslag mag geen hooger bedrag worden uitgekeerd, maar het be vreemdt spreekster, dat in dezen tijd van malaise, nu ook door de werkloosheid de menschen bij de geboorte van een kind zich om hnlp tot anderen moeten wenden, de vereeniging met 1.000.minder kan toekomen. Spreekster heeft zelf een vrouw ontmoet, moeder van tien kinderen, die voor haar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 20