458 MAANDAG 7 DECEMBER 1931. steunendie menschen, die toch al zoolang van den steun moesten leven, die dus aan alles gebrek hebben, krijgen dan den genadeslag, worden afgevoerd en krijgen tenslotte 5 steun. Om dus te voorkomen, dat zij tot pauperisme vervallen, is het noodzakelijk, hen in hun organisatie te brengen, waar zij ook hooren. Er zal wel gezegd wordener is geen geld voor alle maat regelen en alle verbeteringen, die gij wenscht; dat kost te veel. Spreekster geeft toe, dat het geld zal kosten, maar dat zal aan den anderen kant toch uitgegeven moeten worden. Onlangs heeft men gezien, dat de Wethouder van Financiën bij de bespreking der Stadhuisplannen toch niet zoo buiten gewoon op de centen was; hier gaat het nu niet om een dood gebouw, maar om menschenlevens en die moeten vóór gaan, want een mensch is toch hooger dan een gebouw. De gevolgen van dezen lagen steun zijn zenuwziekten; er zouden heel wat minder verpleegden in Endegeest en Rhijngeest zijn, wanneer de toestanden anders waren; de menschen zijn af getobd; ieder komt aan de deur om schuld; ieder bedrag halen zij, waar zij het halen kunnendat moet op de zenuwen werken. Waarvan krijgen de bezittende dames dan zenuwziekte, als de arbeidersvrouwen het niet op de zenuwen krijgen? Men moet niet vergeten, dat daardoor niet alleen ontstaat ziekte, zwakte, uitputting, maar ook de misdaad. Dat is niet te voorkomen. Het is zeer begrijpelijk al zullen ook de sociaal-democraten dit niet goedkeuren wanneer deze menschen op een gegeven oogenblik op een verkeerde wijze trachten aan geld te komen. Men moet maar eens thuis komen en zijn kinderen om eten hooren vragen, terwijl er niet is! Men moet maar eens een kind hebben, dat dringend versterkende middelen noodig heeft, terwijl men geen geld heeft om deze te betalen 1 Daarom moet men ziekte, zwakte, misdaad en verwildering voorkomen. In het R.K. boekje »De Roomsch-Katholieke gemeente-politiek" wordt op blz. 37 ook opgekomen tegen verwildering van de zeden. Spreekster zou willen, dat de Katholieken niet alleen opkwamen tegen de zedenverwildering, wanneer het gold dancings en bioscopen, maar ook tegen zedenverwildering, veroorzaakt door uitputting en ellende. Deze toestand is niet houdbaar. Niet de sociaal-democraten of de communisten zijn hiervoor aansprakelijk, doch de meerderheid van den Raad is aansprakelijk, wanneer zij dezen toestand wil bestendigen. De Christelijke arbeiders, die zich tot heden bepaalden tot stemmen en niets meer, zullen bij dezen toestand nu tochleeren inzien, wat zij van hun menschen te verwachten hebben, want op hen, evenals op de andere arbeiders, werkt niets verlammender dan de onzekerheid. Indien de menschen door Maatschappelijk Hulpbetoon worden gesteund, hebben zij geen enkele zekerheid. Hun kan een steun worden toegekend voor 2, 3, 6 weken, maar dan moet een herziening plaats hebben. Spreekster meent met de meeste klem te moeten opkomen voor deze zeer geteisterde groep van ingezetenen. Al mogen de Christelijke arbeiders dan alleen stemmen, spreekster hoopt toch, dat zij zullen waar nemen, wat de heeren hier in het belang van hun mede- menschen zullen besluiten. Spreekster zal met al de kracht, waarover zij beschikt, verslechtering wanneer deze nog mogelijk is van den toestand der werkloozen tegengaan. De heer Knuttel zegt, dat wanneer bij de behandeling van deze begrooting nog meer dan in andere jaren de cijfers, waaruit de begrooting bestaat, min of meer uit het gezicht verdwijnen ten opzichte van de politieke beschouwingen, dit zeker een goede reden heeft. Het heeft zelfs meer dan één goede reden. Men zou op het oogenblik kunnen zeggen, dat de begrooting, wat de Raad ook moge besluiten, welke ver anderingen hij ook moge aanbrengen of hoe zeer hij alles hetzelfde moge laten, dit jaar bijzonder weinig zin heeft. De Raad kan hier wel allerlei cijfers vaststellen, maar de gebeurte nissen, zooals zij zich in den loop van het volgend jaar ont wikkelen zullen, heeft hij niet in de hand en die zullen in menig opzicht met deze cijfers spotten. In een tijd als deze ontwikkelen de gebeurtenissen zich buitengewoon snel. Zij ontwikkelen zich met een snelheid, welke in de wereldgeschie denis haar wedergade niet heeft, en men zal daarvan de ge volgen ook ten opzichte van deze begrooting ondervinden. Deze begrooting draagt in het algemeen nog het kenmerk, alsof in den algemeenen maatschappelijken toestand slechts zeer bescheiden veranderingen zijn ingetreden; de geweldige crisis van het kapitalisme vindt er nauwelijks haar weerslag in; spreker zal niet zeggen, dat dit juist in het kapitalisme anders mogelijk is, maar dat zijn toch dingen, die de be grooting, als cijfercomplex, buitengewoon sterk op den achter grond dringen. Er heerscht een crisis van geweldige betee- kenis; daaraan twijfelt niemand, maar wie der Raadsleden durft voor zijn verantwoording te nemen de verwachting, dat het kapitalisme voor deze crisis een oplossing zal vinden? Spreker heeft nog van niemand, en hij volgt dit in de groote pers zeer getrouw, eenige aanwijzing gehoord van ook maar de geringste mogelijkheid om uit deze crisis een uitweg te vinden. De middelen, tot leniging der crisis voorgeslagen, versterken en verergeren uitsluitend de crisis; spreker wijst allereerst op de welbewuste vergrooting der crisis door de Nederlandsche Regeering, door haar weigering om de handelsbetrekkingen te verbeteren met de Sowjet-Unie, door erkenning der Sowjet- Regeering. Die toestand is werkelijk door het belachelijke heen, dat een Regeering van 14 jaar oud nog altijd niet bestaat voor de Nederlandsche Regeering. Dat zou tot leniging der werkloosheid en tot eenig herstel van den platliggenden en steeds meer platliggenden Nederlandschen export kunnen bijdragen; Nederland zou wellicht in dezen export een aan deel kunnen krijgen, grooter dan met de beteekenis van zijn industrie overeenkomt, omdat Nederland op het oogenblik nog een der weinige landen is, die de credieten, aan dien handel verbonden, zou kunnen financieren. De heer YVilmer vraagt waarom de heer Knuttel daarmede in dezen Raad komt. De heer Knuttel spreekt hier zoowel tot de Raadsleden als tot degenen, die buiten den Raad staan. Bovendien kan de Leidsche Raad daaraan wel degelijk iets doen de Raads leden hebben in de Tweede Kamer betrekkingen genoeg en als men inziet, dat dit werkelijk zoo is, dan kan daaraan wat gedaan worden. - Verder zou een belangrijk deel der technici, die hier werk loos loopen, in Rusland werk kunnen vinden; ook dat wordt door de Regeering welbewust gesaboteerd. De twee middelen, die men aangeeft om de crisis te lenigen, loonsverlaging, verlaging van het levenspeil noemt men dat, en productiebeperking, zijn erger dan de kwaal. Deze crisis is er een van overproductie, maar van duurzame overpro ductie; door de sterk opgevoerde mechaniseering en ratio nalisatie is de productiviteit van de menschelijke arbeids kracht zoo groot geworden, dat de productiviteit van den enkelen arbeider en zijn consumptieve kracht, zijn koopkracht, in geen enkele verhouding meer tot elkaar staan. Ook vroeger bestond eenigermate die schaar in het kapitalisme. Die schaar is nu zoo wijd geworden, dat zij niet meer dicht kan, omdat juist dat verschil tusschen productie- en consumptiekracht en arbeid onverzoenlijk is geworden. Er is geen weg in het kapitalisme om dat weer te herstellen. Wanneer men de loonen gaat verlagen, gaat men de consumptie kracht nog lager stellen, met het gevolg, dat de overproductie nog grooter wordt. Wanneer men de productie gaat inperken, vergroot men de werkloosheid. Dat kan niet anders. Nu zegt men: de loonen moeten naar beneden, omdat de Nederlandsche export dood gaat en Nederland op de wereldmarkt niet kan concurreeren. Ook dit gaat in geenen deele op. Stel, dat het mogelijk was, dat Nederland door het neerdrukken van de loonen en andere bedrijfskosten op de wereldmarkt een grootere plaats kon veroveren, dan had dit tot gevolg, dat de verschillende landen hun tariefmuren hooger gingen op trekken en de loonen verder gingen drukken, zoodat het voordeel voor Nederland weer te niet werd gedaan. Ook dit middel is hopeloos. De arbeiders mogen het zich in geen ge val laten welgevallen. Indien men niet van de materieele oorzaken, die den menschelijken geestes-inhoud bepalen, overtuigd was, zou men zich nooit genoeg kunnen verwonderen over de vrijpostigheid en vrijmoedigheid, waarmede de burgerlijke politici een stelsel, waarvan het liasco zoo absoluut is, dat op steeds meer aantallen van millioenen arbeiders wreekt zijn eigen ontwikkeling van de productiekrachten, een stelsel dat tenslotte niet meer in stand gehouden kan worden dan met het aller grofst geweld, willen handhaven. Waarom? Alleen omdat de voordeelen, welke zij persoonlijk in dit stelsel genieten, door verandering van stelsel dreigen verloren te gaan. Daarom kan spreker hier met te meer vrijmoedigheid spreken namens de eenige partij, welke getoond heeft, dat zij in staat is een maatschappelijk stelsel te vestigen, dat de werkloosheid geheel weet te doen eindigen, dat de productie weet op te voeren met een ontzaglijke snelheid en dit doet in het belang van de welvaart van allen. De communisten, onder wier leiding in Rusland de sociale productie met duizelingwekkende snelheid groeit, onder wier leiding wonderen van techniek geschapen worden door het enthousiasme van de arbeidersklasse, hebben de werkloosheid daar voor goed, definitief, overwonnen. Spreker hoort nu vragen: ook de honger? Ja, ook de honger. Het is gewoonweg belachelijk om in een hongerland te spreken van honger in Rusland. Het is ridicuul. De heer Goslinga: Er wordt gecollecteerd voor den hongersnood daarl De heer Knuttel zegt, dat wanneer er menschen zijn, die collecteeren voor den «hongersnood" in Rusland, dezen dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 24