354
MAANDAG 28 SEPTEMBER 1931.
goede en goedkoope groenten, de gemeentekas wordt er minder
door bezwaard. Er zijn meer artikelen, die zeer goedkoop zijn;
oidangs heeft men nog kunnen lezen, dat de haring waarde
loos was.
7. Steun, ook aan vereenigingen, om de gevolgen der werk
loosheid en het lot der overige hulpbehoevenden te verzachten
8. Opwekking aan particulieren, om mede te werken tot
bestrijding der werkloosheid;
9. Ontspanning voor de werkloozen (ledigheid is des duivels
oorkussen);
10. Arbeidsverdeelirig.
Zoo zijn er veel meer punten, die in zoo'n commissie kun
nen worden besproken. Spreker heeft, zooals gebleken zal zijn,
nu bij de verdediging van zijn voorstellen de meeste aandacht
gewijd aan het voorstel, betreffende de Commissie van onder
zoek, die zou kunnen nagaan, hoe de werkloosheid het doel
matigst kan bestreden worden en de gevolgen verzacht. In-
tusschen is het wat laat geworden voor dit voorstel, dat
strekt om elk jaar in den zomer dit onderzoek te houden.
Waar spreker echter vertrouwt, dat zoo'n commissie ook de
in sprekers overige voorstellen genoemde punten onder oogen
zal zien, acht hij het beter om al zijn voorstellen terug te
nemen; in plaats van voorstel no. 1 dient spreker dan een
ander voorstel in.
Aangezien de voorstellen van den heer Manders ingetrokken
zijn, kunnen zij geen onderwerp van beraadslaging meer
uitmaken.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van den heer Manders, luidende:
»De Raad noodigt B. en W. uit, eene Commissie te be
noemen, die tot taak heeft, middelen te beramen om de
werkloosheid en hare gevolgen zooveel mogelijk te bestrijden
door maatregelen, hetzij te nemen door particulieren en
organisaties, hetzij door het gemeentebestuur."
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Knuttel acht den tijd, waarop dit praeadvies hier
aan de orde komt, zeer teekenend; deze voorstellen zijn inge
diend bij de begrooting voor 1931; op 27 Juni verscheen het
praeadvies en nu komt dit eindelijk in behandeling. Als het
in het algemeen met de voorstellen inzake de werkloosheid
zoo gaat, zal men wel opschieten.
Spreker heeft den heer Manders met zeer gemengde ge
waarwordingen gehoord; hij begon werkelijk heel aardig met
iets te begrijpen van de oorzaken der werkloosheid en van
de groote rol, die de rationalisatie, de verbetering der techniek
en het daardoor steeds overtolliger worden der menschelijke
arbeidskracht spelen; het verdere was evenwel zeer teleur
stellend, want hij kwam met een stel maatregelen, waarbij
de meest reactionnaire waren, een soort protectionistisch
stelsel, het weren van de gehuwde vrouw e.d., die spreker
zeker niet kan aanvaarden. Spreker ziet dan ook geen kans
hier een breed debat over de werkloosheid op touw te zetten,
uitgaande van de voorstellen-Manders, maar één daarvan is
in elk geval van groote beteekenis, n.l. dat tot verkorting
van den arbeidstijd tot 7 uur, natuurlijk met behoud van
het volle loon; hoewel de gemeente een groot-werkgeetster
is, zal dit toch niet den doorslag geven, hoewel het wel
invloed zal uitoefenen.
Spreker zegt bij voorbaat, dat hij bedoelt: met behoud van
het weekloon, niet met behoud van het uurloon. Het zou als
eerste stap van de gemeente een voorbeeld kunnen zijn voor
de geheele maatschappij. Het zou daardoor van groote be
teekenis zijn, al zou het onder het kapitalisme de zaak zeker
niet kunnen redden.
Burgemeester en Wethouders maken zich van deze zaak
in het praeadvies gemakkelijk af. Spreker zal er op het
oogenblik niet diep op ingaan, omdat er binnenkort in de
ruimte de gelegenheid zal zijn deze zaak met behulp van
practische voorstellen te behandelen. Het is "beter daartoe
nieuwe voorstellen te doen dan thans de voorstellen van den
heer Manders over te nemen.
Het heeft spreker ook zeer geërgerd, dat in het praeadvies
allerlei zaken zijn aangevoerd, die met de werkverschaffing
absoluut niets te maken hebben, zooals b.v. het te werk
stellen van 150 grondwerkers voor de gemeentelijke radio
distributie en de Rijkstelefoon.
De gemeente zou ook de productie der levensbehoeften moe
ten ter hand nemen.
In het kapitalisme komt daarvan ten slotte niet veel terecht,
maar op het oogenblik moet men een vrij hard hoofd hebben
om niet te begrijpen, dat het kapitalisme absoluut vastloopt.
De arbeiders mogen daarvan niet de dupe zijn.
Wanneer de heer Manders inderdaad iets gevoelt voor de
werkloozen, zal hij moeten begrijpen, dat hij niet dient te
komen met voorstellen tot de vorming van commissies en
ook niet moet vertrouwen op wat door een van de regeerings-
colleges kan worden gedaan, maar dat hij zich heeft te
wenden tot de -arbeiders zelf om hen te doen begrijpen, dat
zij door macht tot recht moeten komen.
De heer van Stralen betreurt het, dat deze zaak op dit
late avonduur aan de orde is gesteld, want al is de heer
Manders bij de toelichting van zijn goedbedoelde voorstellen
zeer vaag gebleven, toch zou naar aanleiding van deze voor
stellen een uitvoerig debat kunnen plaats hebben, aangezien
de tijd voor het houden van zulk een debat over het zeer
ernstige vraagstuk der werkloosheid dringt.
De bedoelingen van den heer Manders zijn goed, maar hij
houdt weinig vast. Hij dient voorstellen in en zegt ook wel
goede dingen. Het slot is echter meestal, dat hij zijn voor
stellen terugneemt, of er andere voorstellen voor in de plaats
geeft. Dit komt deze ernstige zaak niet ten goede. Het wekt
onwillekeurig de hilariteit en den lachlust bij de Raadsleden
op, die deze zaak minder ernstig beschouwen. Spreker betreurt
het daarom, dat deze zaak op zulk een ongelegen laat avond
uur ter sprake komt. De heer Manders heeft zijn voorstellen
ingetrokken en spreker gevoelt zich niet geroepen ze over te
nemen of daarvoor andere in de plaats te stellen. Het prae
advies van Burgemeester en Wethouders is echter van kracht
gebleven en spreker wil daarover dus nog een opmerking maken.
Niet alleen uit het feit, dat het praeadvies zoo laat ver
schenen is, nadat deze voorstellen ingediend zijn, maar ook
uit de bewoordingen van het praeadvies zelf blijkt wel, dat bij
Burgemeester en Wethouders de noodige ernst in verband
met het aan de orde zijnde vraagstuk niet voorzit. Het College
gaat er altijd prat op, dat het al het mogelijke doet, maar
het kan toch niet den indruk vestigen, dat dit inderdaad zoo
is; in het adres van den Plaatselijken Raad worden, meer
positief dan in de voorstellen-Manders, verschillende objecten
voor werkverruiming aan de orde gesteld, met de bedoeling
om daaromtrent de meening van het College te vernemen.
De wijze, waarop dit adres behandeld wordt, komt niet te
pas; daarin worden bepaalde, positieve dingen gevraagd, maai
er is geen praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
dit adres; dat acht spreker een leemte, een verzuim, omdat
men nu niet weet, hoe Burgemeester en Wethouders daarover
denken. Spreker acht de in dit adres gevraagde werkverruiming
en de voorbereiding daarvan zeer urgent en al zal dan misschien
over enkele maanden, bij de behandeling der begrooting, de
werkloosheid in vollen omvang worden besproken, de be
doeling van dit adres is meer speciaal om bij Burgemeester
en Wethouders aan te dringen op zoodanige maatregelen, dat
in de eerstkomende maanden verschillende van de hier ge
noemde werken aan de orde kunnen worden gesteld en uit
gevoerd met het oog op de te verwachten groote werkloosheid
daarom is het nu en was het eigenlijk al eerder de tijd om
deze zaak te bespreken en als men dit praeadvies nu ziet,
dan kan spreker zich niet losmaken van den indruk, dat het
weer net zoo is als altijd, namelijk dat het College meent al
het mogelijke te doen, maar dat dit toch niet het geval is.
Wanneer men b.v. leest, dat het College de harmonie tusschen
de technische outillage der gemeente-diensten en de financiën
beschermt, dan blijkt daaruit, dat het College de zaak bij het
oude wil laten, waar door de sociaal-democraten wordt aan
gedrongen op versterking van het technisch personeel in
verband met de verschillende werkverruimingsobjecten, die
aan de orde zijn; het College erkent wel, dat er zeer veel
van deze objecten zijn, maar meent, dat daaruit een keuze
moet worden gedaan, en acht het niet gewenscht het tech
nisch personeel der gemeente uit te breiden, zoodat meer van
die objecten aan de orde kunnen worden gesteldspreker
acht dat evenwel absoluut noodzakelijk, wil hiervan in korten
tijd iets terechtkomen en in snel tempo veel worden gedaan.
Indien in een korten tijd en een snel tempo veel zal worden
gedaan, is het noodzakelijk, dat bijzondere maatregelen daar
voor worden getroffen. Wanneer Burgemeester en Wethouders
niet bereid zijn in deze richting te gaan, zal de toestand
blijven, zooals hij was en zal hetgeen gebeurt niet van groote
beteekenis zijn voor de bestrijding van de werkloosheid.
Spreker vindt het daarom ook jammer, dat Burgemeester
en Wethouders geen praeadvies hebben uitgebracht op het
adres van den Plaatselijken Raad, waarin bepaalde objecten
met name worden genoemd, b.v. het stratenplan in het
Kooikwartier, de aanleg van een speelterrein in dat kwartier,
de straataanleg van het tweede deel van den Wassenaarschen
weg, de doortrekking van de Kagerstraat naar den Maredijk,
de straataanleg langs den Maredijk, de wegverbreeding van
den Heerenweg, de wegverbreeding van den Hoogen Rijndijk
(in combinatie met het Rijk), de demping van het Levendaal,
de Langegracht en de Middelstegracht, de verbouwing van
den Burcht en de Graanbeurs, de bouw van een bewaarschool
in het Kooikwartier en waar noodig ook in andere wijken,
de aanleg van de ontworpen sport- en speelvelden nabij den