MAANDAG 28 SEPTEMBER 1931. 353 valt het voor spreker ineen, en kan hij er weinig waarde aan toekennen. Van het aansprakelijk willen stellen van het Gemeente bestuur, alsmede de overige krachttermen, die in het praeadvies worden gebruikt, behoeft spreker zich geen verwijt te maken. Nog minder ligt het op zijn weg, zooals het advies zegt, een bepaald geval te noemen, waarin het College ten opzichte van de bevordering van werkgelegenheid inactief is gebleken. Spreker zou het aangenaam gevonden hebben, indien Burgemeester en Wethouders de booze bui, welke er blijkens de bewoordingen van het praeadvies hing, hadden laten over drijven om ter wille van de werkloozen in een mildere stemming sprekers voorstellen te kunnen beoordeelen. Spreker raadt het College aan, zijn woorden tot den heer Splinter gericht welke toch voor het geheele College gelden op bladzijde 114 van het verslag der zittingen van dit jaar nog eens over te lezen. Het lijkt wel alsof in dit prae advies spreker wil hier eens een aan de bokssport ontleende term gebruiken een «krachtpatser" maar dan in de Neder- landsche taal bezig is geweest om hier en daar zijn stompen uit te deelen, «economische ketterij van enormen omvang", «experimenten vart zeer bedenkelijk allooi", «klatergoud"; spreker acht dit geen voorbeeldige wijze van bestrijding. Dan volgt de stelling: «Het berust op de denkfout, dat de gemeenschap in staat is om loon uit te keeren dat, economisch bezien, niet ver diend wordt." Maar is dat ergens beweerd? Bovendien, wordt een steun- uitkeeiing dan wel verdiend? En toch zullen allen het er over eens zijn, dat die uitkeering gegeven moet worden. Het praeadvies zegt verder: «Dat er niettemin door de huidige crisis opnieuw vele arbeiders gedupeerd zijn en vele gezinnen in zorgelijke omstan digheden verkeeren, is niet te weerspreken, doch het gaat o. i. te ver daarvoor zij het ook indirect het gemeentebestuur aansprakelijk te stellen." Maar wie zal de zotheid in zijn hoofd halen om het gemeente bestuur voor de crisis aansprakelijk te stellen? Het praeadvies vervolgt dan «Niet alleen de omstandigheid, dat een wereldcrisis van ongekenden omvang overal, ook in andere kringen dan die der arbeiders, haar funeste gevolgen doet gevoelen, ook het feit, dat tal van arbeiders, wier vakkennis niet ten behoeve van de gemeente kan worden aangewend (textielarbeiders, sigarenmakers e. d.) zonder werk zjjn, maakt het oplossen ran dit vraagstuk op bevredigende wijze onmogelijk." Wanneer de oplossing zoo niet mogelijk is, is er dan nog niet iets anders te doen; er zijn nog zooveel andere moge lijkheden? Vervolgens wordt gezegd, dat sprekers voorstel, om de mogelijkheid te openen, dat woningwetwoningen in eigendom kunnen overgaan aan de bewoners, voorzoover het dit gedeelte van het voorstel betreft, met werkloosheidsbestrijding niets te maken heeft eri wordt voorgesteld dit te laten rusten. Verder zeggen Burgemeester en Wethouders, sympathiek te staan tegenover sprekers voorstellen tot steun van den bouw van arbeiderswoningen, die eigendom van de bewoners worden, dus geen woningwetwoningen. Het gaat dus in sprekers voorstel niet alleen om woningwetwoningen, zooals het praeadvies tracht te suggereeren. Dit voorstel houdt geen verband met werkloos heidsbestrijding, maar met werkloozensteundat vei band zal het College toch niet willen ontkennen. Spreker wenscht niet in herhalingen te treden en hij verwijst ook hier weer naar het bij de begrooting door spreker gezegde (bl. 27, 1931). Omtrent sprekers vijlde voorstel hult het College zich in nevelen en zegt, dat het eer de werkloosheid zal bevorderen dan doen afnemen; spreker zal gaarne de ontsluiering zien. Parallel aan spi ekers voorstellen van 9 maanden geleden heeft de Kamer van Koophandel der Vereenigde Staten in Augustusl.l. een werkweek van 5 dagen voorgesteldreeds vele voorbeelden van een verkorte arbeidsweek zijn te noemen. Ook de «Osser- vatore" van 1 Maart j.l. zegt: «Een der meest besproken middelen om de werkloosheid te verminderen, is de verkorting van den arbeidsduur. Principieel is een passende en voorzichtige verkorting van den arbeidsduur met betrekking tot de verhoogde productie der technische middelen geenszins in strijd met het beginsel van de recht vaardigheid, zelfs is het niets anders dan de tegenwoordige ontwikkeling van een beginsel, dat steeds door de Katholieken werd erkend en dat zijn grond zou vinden in den tegenwoor- digen economischen toestand, die verschilt van den vooroor logstijd." Het zesde voorstel, dat spreker ongeveer negen maanden geleden indiende, strekte om de Landsregeering steun te vragen. Men vond dit belachelijk, maar het is achterhaald door het feit, dat de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag wel bij de Regeering hebben aangeklopt. Zoo zal het ook thans met betrekking tot het vijfde voorstel, de verkorte arbeidsweek, gaande verkorte arbeidstijd zal er vanzelf komen. De heer Goslinga vraagt, of dat zal geschieden tegen het zelfde of tegen verminderd loon. De heer Manders zegt, dat zoowel het een als het ander mogelijk is. Spreker brengt dit punt echter niet in discussie. De heer Goslinga merkt op, dat het daarover juist gaat. De heer Manders zegt, dat het een kwestie van latere zorg is. Het lust spreker niet thans veel te zeggen over de werk loosheidsbestrijding en den werkloozensteun, aangezien hij daarop vrij diep, voor zoover het in een Raadsvergadering mogelijk is, bij de behandeling van de begrooting voor dit jaar is ingegaan. Wel meent spreker nog even de aandacht te moeten vestigen op den ernst van den omvang der werkloosheid. Niettegenstaande de optimistische voorspellingen van eenige leden laat het zich thans reeds aanzien, dat in den aan staanden winter het aantal werkloozen niet geringer zal zijn. De werkloosheid neemt op het oogenblik weer sterk toe. Op 1 September bedroeg het aantal werkzoekenden, ingeschreven bij den dienst der arbeidsbemiddeling, 1200. De werkloosheid zal zonder bijzondere maatregelen van de overheid niet meer afnemen, maar met sprongen toenemen. Te dien aanzien is een nieuw tijdperk aangebroken, waarin nieuwe, energieke maatregelen genomen moeten worden. Hoe eerder de overheid paraat is, hoe beter het is. Daarom ook zal eer, commissie te dezen opzichte een nieuwe taak te vervullen hebben. Deze zaak is ernstig genoeg om haar eiken zomer extra onder de oogen te zien, om dan, wanneer de gevolgen het ergst zijn, in den winter, zooveel als in het vermogen der gemeente ligt, middelen te kunnen aanwenden om de werkloosheid en hare gevolgen te bestrijden. Zelfs al zou die commissie tot de gevolgtrekking komen, dat alles gedaan is, wat gedaan kan worden en er dus niets meer ter bestrijding van dit euvel kan worden verricht, zou toch de ernst van de zaak de opdracht aan de commissie tot onderzoek van den toestand wettigen en zou de door haar verkregen wetenschap een geruststelling zijn. Het prae-advies zegt o.a. ook: «Ons College kan niet inzien, dat een reeds bestaande of een nieuwe commissie hierin (d. i, in de werkverruiming) ver betering zou kunnen brengen. Immers, er is in het geheel geen gebrek aan objecten, die verdienen onder handen ge nomen te worden. Integendeel." Maar spreker vraagt zich af: zou er nu voor zoo'n commissie werkelijk niets anders te doen zijn dan door wei kverschaffing de werkloosheid te bestrijden. Behalve de werkverschaffing zullen er meer middelen te vinden zijn. Bovendien zal voor die commissie de groote taak zijn weggelegd om de gevolgen der werkloosheid te bestrijden en te verzachten. Spreker geeft hierbij eenige punten in overweging. 1. Het is de vraag, hoeveel vreemde arbeidskrachten in Leiden te werk gesteld zijn, terwijl Leidsche ingezetenen geen werk kunnen vinden. De heer Wilbrink merkt op, dat men niet de poorten kan sluiten, aangezien die verdwenen zijn. De heer Manders zegt, dat men het te werk stellen van vreemde arbeidskrachten toch zooveel mogelijk kan voor komen en men het zeer zeker niet behoeft te bevorderen. Hoe men dat moet doen, is een vraagstuk, dat de commissie nader zal hebben (e overwegen. Men heeft ook reeds beperkende bepalingen voor het toe laten van Duitscbe dienstboden vastgesteld. 2. Ontslag aan gehuwde ambtenaressen, zooals in Den Haag wordt voorgesteld; 3. Geen overwerkuren; 4. Premie op vervroegde uitvoering van werken, zooals in Amsterdam bij het schilderwerk; 5. Het op andere wijze doen uitvoeren van werken (baggerwerk uit de hand timmerwerk, als dat in het belang der werkloos heidsbestrijding noodig is). Mogelijk zullen hier eenige uit gaven mede gemoeid zijn, maar het zou bij een nauwkeurige becijfering kunnen blijken, dat de gemeentekas er bovendien zelfs nog mede gebaat zou zijn, daar de steunuitkeeringen verminderen. 6. Goedkoope groenten; sommige groenten loonen de moeite van den handel niet en worden naar den afvalput vervoerd, zoo kan men in de dagbladen lezen. Kan de gemeente die groenten niet goedkoop opkoopen, ze aan een conservenfabriek ter inmaking geven, om ze in den winter te verstrekken. Men bereikt zoo een drieledig doel: de tabrieken en werk loozen worden aan werk geholpen, de hulpbehoevenden krijgen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 19