MAANDAG 28 SEPTEMBER 1931.
347
Het spijt haar, dat niet meer Raadsleden deze inrichting
hebben bezocht, omdat zij dan ongetwijfeld dezelfde meaning
als spreekster zouden zijn toegedaan.
De Voorzitter deelt mede, dat door den heer Koole en
mevrouw Braggaar-de Does, het volgende amendement is
ingediend
»Ondergeteakenden stellen voor de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde subsidie ad 1000.voor de kinder
bewaarplaats Langebrug, te brengen op 2000.met dien
verstande, dat contröle over het gebouw en de behandeling
der kinderen komt in handen van den Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst".
Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt
derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Manders wenscht een kleine rectificatie aan te
brengen op hetgeen mevrouw Braggaarde Does heeft gezegd,
die, indien spreker haar goed heeft begrepen, van meening
is, dat deze kinderbewaarplaats de eenige is in deze gemeente.
Mevrouw Braggaarde Does merkt op, gezegd te hebben,
dat het de eenige inrichting is, waarin kinderen beneden het
jaar verzorgd worden.
De heer Knuttel zal zijn steun geven aan het amendement-
Koole. Het geldt hier echter een voorziening, die stellig door
de gemeente zelf ter hand genomen moet worden, opdat de
zaak werkelijk flink worde aangepakt.
Het- spreekt vanzelf, dat een inrichting, die grootendeels
van giften en gaven moet leven, niet aan de te stellen eischen
kan voldoen.
Bovendien heeft het gebruik maken van een openbare iu-
richting een geheel ander karakter dan het gebruik maken van
een inrichting, die op den weldadigheidszin van verschillende
stadgenooten een beroep moet doen. In het laatste geval
maakt men gebruik van de weldadigheid en heeft het een
vernederend karakter. Ook om die reden is het noodig, dat
de gemeente deze zaak zoo spoedig mogelijk zelf ter hand
neemt.
Het is tevens noodig, dat meer van dergelijke inrichtingen
worden geopend, wegens het steeds grooter wordende aandeel
van de vrouw in het productieproces. Spreker kan deze rol
van de vrouw niet met een »helaas" begroeten, zooals mevrouw
B raggaarde Does deed.
Het is noodig, dat de moeders geen uur noodig hebben om
haar kinderen te brengen op de plaats, waar zij ze behoorlijk
kunnen laten verzorgen.
Spreker beveelt zoowel bij het college van Burgemeester
en Wethouders als bij den Raad de kennisneming aan van
de inrichtingen, die op het oogenblik voor dit doel in de
Unie van Russische Sovjet-Republieken bestaan en van de
eischen, waaraan die inrichtingen voldoen.
De heer Goslinga zegt, dat het voorstel van Burgemeester
en Wethouders wel iets meer waardeering had verdiend dan
in de redevoeringen van den heer Koole en mevrouw Braggaar-
de Does tot uiting komt.
Burgemeester en Wethouders geven geheel eri al toe, dat
deze inrichting geen ideaal is. Zij hebben dan ook, toen ongeveer
tegelijk met het rapport van Dr. Putto een verzoek om
subsidieverhooging bij hen werd ingediend, geen voorstel
tot verhooging van de subsidie gedaan, maar eerst afgewacht,
welke verbeteringen het bestuur in deze inrichting zou aan
brengen. Spreker heeft die inrichting bezocht onmiddellijk
na het uitbrengen van het rapport-Putto; bij een later bezoek
hebben de Voorzitter en spreker aanzienlijke verbeteringen
geconstateerdde vroegere bovenwoning was ontruimd en
bij het gebouw getrokken; verschillende zalen waren opnieuw
geschilderden belegd met linoleum. Het tehuis had in zekeren
zin een groote verbetering ondergaan. Het Bestuur heeft de
rekening over 1930 en de begrooting voor 1931 ingediend en
met den besten wil ter wereld is het, ook op grond van de
Armenwet, niet mogelijk op deze rekening en begrooting
een hooger subsidie toe te kennen dan is voorgesteld. Voor
1930 is deze vermeerdering van subsidie van 500.niet
eens noodig, om het tekort over dat jaar te dekken, want
dat was slechts 356.13. Voor 1931 is een tekort geraamd
van 831.13; Burgemeester en Wethouders stellen voor, het
subsidie over '1931 met 500.te verhoogen, waardoor nog
ƒ331.13 ongedekt blijlt. Over 1930 is echter ongeveer 1700.
aan legaten en giften ontvangen, wat voor 1931 op slechts
131.is geraamd, zoodat de veronderstelling niet te ge
waagd is, dat dat kleine restant van 331.13 ook nog door
giften of legaten kan worden gedekt. Men moet niet vergeten,
dat deze inrichting geen gemeentelijke is, maar door een ver-
eeniging wordt geëxploiteerd, die reeds jarenlang 500.
subsidie van de gemeente heeft gehad; daar is nooit veel
over gesproken en nu zij verhooging van subsidie verzoekt,
zijn Burgemeester en Wethouders dat verzoek welwillend
tegemoetgetreden en stellen zij voor, het op "1000.te
brengen. Op grond van deze rekening en van deze begrooting
is echter een verhooging tot ƒ2000.formeel al niet mogelijk.
Nu heeft volgens den heer Koole en mevrouw Braggaar
de Does het Bestuur de middelen niet om die inrichting te
verbeteren, maar op de balans per 31 December 1930 komt
voor een bedrag van 3400.aan contante middelen, het
geen dus door het Bestuur kan worden aangewend tot ver
betering van het tehuis; daardoor zal wel de rente uit dat
te beleggen kapitaal uit de inkomsten verdwijnen, maar dat
zal dan alleen nadeeligen invloed hebben op het exploitatie
saldo, wat dan eventueel aanleiding kan geven tot verhooging
van het subsidie. Wanneer de vereeniging echter nog in het
bezit is van 3400.aan contanten, kan men toch niet
zeggen dat haar de middelen voor verbeteringen ontbreken,
wat dan beschouwd kan worden als kapitaalsuitgaven, niet
als exploitatie-uitgaven. Een dergelijke vereeniging behoeft
toch geen kapitalen te hebben, behalve dan voor verbeteringen.
De stelling, dat het Bestuur niet over middelen voor ver
beteringen beschikt, is dus onjuist.
Het tweede bezwaar is, dat de wenschelijkheid of de nood
zakelijkheid van de verhooging van het subsidie tot uitdrukking
moet komen in de begrooting, die door het bestuur wordt
ingediend.
Burgemeester en Wethouders schrijven ook in hun praeadvies:
»Overigens wordt er de aandacht op gevestigd, dat volgens de
Armenwet de subsidie telkens voor niet langer dan een jaar
mag worden verleend, zoodat, indien inderdaad de uitgaven
zoodanig toenemen, dat in het vervolg niet met een subsidie
van ƒ1000.kan worden volstaan, vanzelf de gelegenheid
ontstaat, de noodzakelijkheid van een verdere verhooging van
de subsidie onder oogen te zien."
Spreker meent, dat alleen reeds op grond van de regelen
van de Armenwet het amendement-Koole niet de hoogere
goedkeuring zal kunnen verwerven.
Deze inrichting zou volgens den heer Koole een haard van
besmetting zijn. Daarvan is ook sprake in het rapport van
Dr. Putto.
Het heeft spreker verbaasd en geërgerd, dat iemand van
de standing van Dr. Putto klakkeloos een dergelijke bewering
durft neerschrijven. In de vele tientallen van jaren, dat deze
inrichting bestaat, is nooit infectie uitgebroken. Spreker wil
niet zeggen, dat dit niet zou kunnen gebeuren, maar dat
geschiedt ook in de best ingerichte huizen. Onlangs is in een
modern ingerichte kraaminrichting een algemeene infectie
uitgebroken, zoodat men de inrichting heeft moeten sluiten,
alle vrouwen en kinderen heeft moeten verwijderen en het
huis aan een grondige ontsmetting heeft moeten onderwerpen.
In de onderhavige inrichting worden geen zieke, doch uit
sluitend gezonde kinderen opgenomen. Wanneer aan het per
soneel blijkt, dat een kind iets mankeert, wordt dit onmiddellijk
doorgezonden naar de kliniek van prof. Gorter, niet alleen
omdat deze inrichting te eenen male ongeschikt is voor zieken-
inrichting, maar ook omdat er geen personeel aanwezig is om
de zieke kinderen te behandelen.
Het is voor Dr. Putto zeer gemakkelijk een dergelijk ver
nietigend oordeel te schrijven, de stad uit te gaan en in twee
jaren niet naar de inrichting om te zien. Op deze wijze heeft
hij ook Christelijke Jeugdhulp afgebroken. Hij laat de besturen
van de inrichtingen er voor zitten, menschen, die ook alle
moeite hebben om er te komen.
Spreker meent, dat een dergelijke opvatting van de taak
van een inspecteur van de volksgezondheid niet door den
beugel kan.
De Raad behoeft in zijn besluit niet uitdrukkelijk te bepalen,
dat de Geneeskundige Dienst van Dr. Horst toezicht op deze
inrichting moet uitoefenen, want dat spreekt vanzelf.
Ook het subsidie van 500.gaf aan Burgemeester en
Wethouders en aan Dr. Horst de gelegenheid de inrichting
te bezoeken en de noodige contróle uit te oefenen. Niemand,
dus ook het College niet, zal er op tegen zijn, dat deze con
trole plaats heeft.
Het gebouw is inderdaad een oud huis, maar indien huizen
ongeschikt voor bewoning zouden zijn, alleen reeds omdat zij
oud zijn, zou men nog zeer veel huizen in Leiden moeten
afbreken.
In een van de rapporten heeft spreker gelezen, dat de slaap
zalen niet goed waren, omdat het licht niet van twee kanten
daarin viel. Spreker heeft, indien dit waar is, nooit een goede
slaapkamer gehad, want altijd viel het licht er van een zijde
in. Men kan ook overdrijven!
Een geheel nieuwe inrichting zou zeer veel geld kosten.
Burgemeester en Wethouders zijn van meening, dat het niet
in de eerste plaats op den weg van de gemeente ligt om
daarvoor te zorgen. Waar dit echter een inrichting van een
vereeniging is, ligt het allereerst op den weg van die ver-