346 MAANDAG 28 SEPTEMBER 4931. XXIV. Voorstel in zake verlaging van de rente en opschorting van de aflossing van het bij Raadsbesluit van 29 Maart 1920 aan de vereeniging »'s Zomers Buiten" verstrekte voorschot voor den bouw van een dubbele vacantiewoning te Katwijk. (Zie Ing. St. No. 185.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des avonds te 8£ uur. Voortzetting van de geschorste openbare vergadering des avonds te 8J uur. Thans zijn afwezig de heeren Tepe, Huurman, Donders en Coster. De Voorzitter doet de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. Aan de orde is alsnu: XXV. Voorstel in zake de toekenning van een subsidie over 1930 en 1931 van ten hoogste 1000.—, aan de »Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen", en tot beschikbaarstelling van de daarvoor benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 180.) De heer Koole heeft bij de begrooting voor 1931 ter sprake gebracht het vernietigende rapport van Dr. Putto, doch kon dit niet verder bespreken, daar hij het te laat in handen had gekregen en het dus niet in de secties was behandeld. Des alniettemin heeft het Bestuur, als gevolg van dat rapport, zijn taak beter begrepen en ingezien, dat de inrichting niet voldeed aan de eischen van hygiëne, die daaraan gesteld mogen worden; het heeft direct deze bovenkamer bij de inrichting bijgetrokken, zoodat die nu ongeveer den toets der critiek kan doorstaan. Spreker heeft zich in verbinding gesteld met het Bestuur, dat overtuigd is, dat het gebouw nog niet vol doet aan de eischen, die gesteld kunnen worden; het is even wel finaniceel onmachtig om daaraan te voldoen. Ook de bad kamer is nu goed ingericht. De toestand van deze inrichting was, gezien het rapport van Dr. Putto, van dien aard, dat spreker niet begrijpt, dat de gemeente niet eerder heeft in gegrepen; de inrichting was een haard van besmetting. Vele verbeteringen staan nog op het programma, maar waar het Bestuur thans geen geld heeft en ook geen legaten of giften van particulieren te verwachten zijn, is men geheel aangewezen op het subsidie van de gemeente. Spreker apprecieert dit voorstel, dat gedaan is naar aanleiding van het rapport van Dr. Putto, maar bewondert toch niet de houding van het College, dat niet verder wil gaan dan dit voorstel. Deze in richting is voor een bepaalde klasse ingesteld, n.l. voor de moeders, die den geheelen dag uit werken gaan om mede te verdienen in het dagelijksch onderhoud van hun gezin; die moeders, die toch al in betreurenswaardige verhoudingen leven, omdat zij den geheelen dag uit hun gezin worden weggerukt, mogen toch vertrouwen, dat hun kinderen daar goed bewaard zullen worden, maar ook, dat zij hun kinderen terugkrijgen, zooals die daar gebracht zijn, hetgeen in deze inrichting niet altijd het geval is, daar er in dit gebouw besmettingsgevaar aanwezig is. Nu het Bestuur financieel tot verdere verbetering niet in staat is, is het de taak van het gemeentebestuur de middelen te verschaffen, noodig om deze inrichting te laten voldoen aan de eischen van hygiëne, die gesteld moeten worden. Ook de kamer, waar de kinderen spelen, lijdt aan ver schillende tekortkomingen. Ook de slaapzaal voor de zuigelingen voldoet niet aan de eischen, welke daaraan gesteld mogen worden. Deze inrichting heeft nog verschillende fouten. Het bestuur is niet in staat haar te brengen op het peil, waarop ze behoort te staan. Legaten, waaruit het zijn middelen zou kunnen putten, zijn niet te verwachten. Het is daarom de taak van het ge meentebestuur, dat ook de verantwoordelijkheid voor deze kinderbewaarplaats draagt, het besmettingsgevaar op te heffen en het bestuur der inrichting volkomen in de gelegenheid te stellen de bewaarplaats in te richten naar de eischen des tijds. Spreker dient daarom met mevrouw Braggaarde Does een amendement in, dat strekt om te voldoen aan het verzoek van het bestuur, waardoor het in staat zal zijn de fouten, waarop Dr, Putto in zijn rapport de aandacht heeft gevestigd, weg te nemen en de inrichting te doen beantwoorden aan de eischen des tijds. Het een en ander zal niet binnen een jaar bereikt kunnen worden, maar moet geleidelijk worden verkregen. Ten einde te voorkomen, dat het bestuur, indien het amen dement door den Raad wordt aangenomen, in dezelfde fouten vervalt als waarop Dr. Putto heeft gewezen, dient de controle op deze inrichting te worden uitgeoefend door den Genees kundigen Dienst, waardoor Dr. Horst met zijn staf van ver pleegsters zal kunnen nagaan, of voor de subsidie van ƒ2000. wordt verkregen, wat men er van verwacht heeft. Mevrouw Braggaarde Does wenscht bij de bespreking van het voorstel van Burgemeester en Wethouders allereerst twee vragen te stellen: le. voorziet deze inrichting in een behoefte en 2e. voldoet deze inrichting aan redelijke eischen? Op de eerste vraag zou spreekster willen antwoorden, dat het helaas nog voor vele moeders noodzakelijk is haar huis te verlaten, niet om daarbuiten haar roeping te vervullen, niet omdat zij liefde heeft voor haar beroep, maar om de gezins inkomsten te helpen vergrooten. Het is daarom noodig, dat er een inrichting is, waar zij haar kinderen veilig kan laten verzorgen. De noodzakelijkheid van een inrichting als deze is dus aanwezig. Deze inrichting voldoet echter niet aan de redelijke eischen, welke men daaraan stellen mag, ook niet, wat betreft de arbeidsvoorwaarden en het loon van het personeel. In een inrichting als deze moeten licht en lucht behoorlijk kunnen binnentreden. De Voorzitter en Wethouder Goslinga, die deze kinderbewaarplaats hebben bezocht, zullen moeten erkennen, dat men bij het binnengaan van het gebouw den indruk krijgt in een bouwvallig huis te komen. De kamer aan den tuin ziet er somber, armoedig en vervallen uit en zit slecht in de verf; het behang is donker; de stoeltjes zijn uitgesleten en er zijn gaten in de houten zittingen, evenals in de tafels, zoodat het gevaar voor splinters in de kinder handjes niet denkbeeldig is en het onmogelijk is ze voldoende zindelijk te houden. Nu moet het personeel daar liefde en toewijding hebben, maar daarmede kan men niet volstaan; het moet ook bekwaam zijn, wil een goede verzorging gewaarborgd zijn. Nu bedraagt het loon van de directrice 400.van 2 helpsters ieder 364.van 1 helpster 325.van 1 dienstbode 182. en van 1 werkster 110.per jaar; de arbeidstijd is van 7.30 tot 19.30, dus 12 uur per dag. Geen der Raadsleden zal toch dien toestand willen bestendigen, maar niemand zal toch ook meenen, dat men voor dit loon, in deze omgeving en met dezen arbeidstijd, nog eenige eischen kan stellen. Ook de Armenraad is van meening, dat deze gebreken zeer nood zakelijk verholpen moeten worden. Had het Bestuur eerder ingegrepen, dan was het.tekort grooter geweest en dan zouden Burgemeester en Wethouders geen bezwaar hebben om de gevraagde ƒ2000.te geven. Spreekster is het volkomen eens met den Directeur van den Geneeskundigen Dienst, dat hier van geen ideale inrichting te maken is, maar waar dit op het oogenblik de eenige inrichting hier is, waar ook kinderen beneden het jaar opgenomen worden, kan men haar thans niet missen en moeten althans de gevraagde 2000.toe gestaan worden om den toestand eenigszins te verbeteren. De voorgestelde 1000.— subsidie beteekenen eigenlijk slechts een verhooging met 500.waarvan al direct afgetrokken moet worden de huurderving ad f 226.van het deel van het huis, dat nu bij de inrichting getrokken wordt; ook gaan er nog van af de onkosten voor meer brandstoffen en voor meer onderhoud, noodig geworden door de uitbreiding van het gebouw; daardoor blijft er van de ƒ500.meer subsidie bitter weinig over voor de noodige verbeteringen. Nu wordt er in de stukken, welke in de Leeskamer ter inzage liggen, gezegd, dat men plaats moet maken voor de particuliere liefdadigheid en voor het particulier initiatief, maar als ooit het particulier initiatief een gevoeligen knak heeft gekregen, dan is het wel hier, want hier heeft het toch wel gelegenheid gehad om een betere inrichting tot stand te brengen dan nu het geval is. Toch had men van de werk gevers meerderen steun voor deze inrichting mogen verwachten, daar zij door het bestaan van deze kinderbewaarplaats kunnen beschikken over de goedkoopere arbeidskracht van deze moe ders, die daardoor buitenshuis kunnen werken. Spreekster is daarom van meening, dat er alle reden is om deze inrichting te steunen. Eerlijkheidshalve dient spreekster te zeggen, dat het bestuur al het mogelijke doet, maar het kan niet alles doen. Indien de Raad het gevraagde subsidie niet verleent, zal hij daardoor het particulier initiatief niet versterken, maar wel het bestuur en den helpsters den moed ontnemen om op deze wijze verder te gaan. Spreekster beveelt daarom het amendement ten zeerste bij den Raad aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 12