MAANDAG 28 SEPTEMBER 1931. 345 meent, daarvoor beeft men ook de Commissie, waar men meer vertrouwelijk kan overleggen wa'ar deze zaak in de Commissie goed is behandeld, waarvan dit voorstel een uit vloeisel is, er voor den Raad al zeer ernstige redenen zouden moeten zijn om dit voorstel van Burgemeester en Wethouders te verwerpen. De heer Knuttel wil gaarne ook al die dingen weten, die in die Commissie behandeld worden. Den heer Goslinga doet het veel genoegen, dat de heer Knuttel zoo erg voor openbaarheid is; dat is voor het eerst, dat spreker dat hoort van een communist. Den heer Groeneveld bevreemdt het, dat den Directeur van het Verificatiebureau geen onderhoud met de Commissie is toegestaan. Maar moet die Commissie dan aan ieder, die een onderhoud met haar vraagt, dat toestaan? Er wordt niemand afgekamd, zooals de heer Kooistra nu zegt, maar men mag toch over dat bureau een ander oordeel hebben dan de Directeur ervan. Wat geeft dan een onderhoud? De Commissie achtte het blijkbaar niet noodig over dat zakelijk verschil van inzicht nog eens te gaan praten. De Commissie moet zich er verder zelf maar over verantwoorden, maar spreker kan niet zeggen dat dat onbehoorlijk is en ziet niet in, dat een dergelijke qualificatie op haar plaats is. Indien de Raad zich dus met dit voorstel vereenigt, komt er dus een nieuw voorstel van het College ten aanzien van de contröle op Gemeentewerken; dan zullen Burgemeester en Wethouders na advies der Commissie, waarvan ook de heer Verweij deel uitmaakt, nader overwegen of aan dit bureau nog de controle over meer gemeentebedrijven moet worden opgedragen. De heer Verweij meent, dat hier op dit buheau ten onrechte wordt gelegd een odium van niet volledig voor zijn taak be rekend te zijn. Spreker acht het gewenscht, dat de Directeur van dat bureau alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om aan te toorien dat dit bureau in staat is een controle uit te oefenen, zooals door Leiden wordt gewenscht, ook ten aanzien van Gemeentewerken. Spreker wil, gegeven den stand van zaken op het oogenblik, niet medewerken aan het voorstel van het College, omdat hij gaarne nog eens met dezen Directeur- in de Commissie van Financiën wil spreken over de wijze, hoe hij denkt dat hier gehandeld moet worden. Het komt spreker aanvankelijk zeer onwaarschijnlijk voor, dat dit bureau hier niet op ingesteld zou zijn; dit bureau dankt zijn ontstaan aan de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en het wil er bij spreker oppervlakkig gezien, niet in, dat een dergelijk bureau niet in staat zou zijn een onderdeel van een bepaalde zaak te behandelen. Dan moet men de zaak nog maar eens aanhouden en anders stemt spreker tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Bosman kan zich met dit voorstel vereenigen en is het met den heer de Reede eens, dat niet iedere controleur- een bureau als dat van Gemeentewerken zal kunnen be- heerschen; daarvoor dient men de noodige ervaring te bezitten en inzicht te hebben in het beheer van industrieele bedrijven van een techrrischen omvang als het bureau van Gemeentewerken; men moet daar eenigszins in geschoold zijn; en men kan een knap Verificateur zijn, maar toch weinig ervaring hebben op dit speciale gebied. Daarom acht spreker het juist om voor dit onderdeel een specialen accountant te nemen. Spreker kan ook heel goed begrijpen, dat de Commissie wat opzag tegen een onderhoud met den Directeur van dat bureau, ömdat zulk een onderhoud toch heel weinig resultaat zou hebben. De Commissie zou toch immers niet kunnen aan- toonen, dat dat bureau niet voor die taak berekend is; eerder zou de Directeur enkele leden kunnen overtuigen, dat het bureau het even goed had kunnen doen. Spreker is overtuigd, dat er anderen zijn, die voor die taak beter be rekend zijn. Bovendien gevoelt spreker er veel voor om een bedrijf van eenigen omvang, dat een tijdlang door een bepaald bureau is gecontroleerd, dan eens door een ander te doen controleerendat heelt dikwijls zijn nut, omdat dan soms dingen gezien worden, die men vroeger over het hoofd zag. Daarom kan spreker met het voorstel van het College mee gaan; spieker wijst in dit verband op de gedurende 10 jaren achtereen gepleegde fraude bij het Ministerie van Financiën; daar zal toch ook wel contröle geweest zijn, en toch zijn de fouten pas na 10 jaar ontdekt. De heer de Reede is min of meer in dit debat betrokken en wil dus ook een opmerking maken. Spreker is het niet eens met den heer Verwbij, dat de Directeur in de Commissie gehoord had moeten worden; hij kon daar niets nieuws zeggen en bovendien acht spreker het buitengewoon ongewenscht dat een Raadslid aldus door den Directeur van een dergelijk bureau langs een omweg voor hetgeen hij in den Raad heeft gezegd, ter verantwoording wordt geroepen of in een Com missie bestreden; een Raadslid moet zich voor zijn woorden verantwoorden, daar, waar hij dat te doen heeft, Nu de heeren Verweij en Groeneveld spreker nopen zich te verantwoorden omtrent zijn vroegere uitlatingen, zal hij dat ook doen, hoewel hij het eigenlijk beter vond, een dergelijke verantwoording niet in het openbaar uit te sprekenspreker heeft er absoluut geen behoefte aan om de positie van het Verificatiebureau der Vereeniging van Nederl ndsche Gemeenten te verzwakken nu men spreker echter dwingt om precies te zeggen, hoe de zaak staat, zal hij enkele dingen zeggen die men dan maar moet weten en die men moet nemen zooals zij zijn. Dit bureau nu is opgericht door de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. Van die verificatie maken echter, en dat zegt toch ook wel iets, geen groote gemeenten gebruik en van de middel-groote gemeenten, ongeveer van het type- Leiden, alleen Leiden en Delft; overigens werkt dat bureau uitsluitend voor kleine gemeenten aan de verificatie der ge meenterekening; het beschouwt zich zelf ook niet als accoun tantsbureau, maar het noemt zich zelf Verificatie-bureau, d. w. z. contröle-bureau voor eenvoudige aangelegenheden, b.v. voor een gemeentebegrooting en een gemeenterekening, waarbij het uitsluitend gaat om het verifieeren van mandaten, ont vangsten en uitgaven. Ongetwijfeld zal dat bureau wel be kwame menschen tot zijn beschikking hebben, ofschoon spreker de heeren in deze vergadering wil herinneren aan het geval- Stuifzand. Dergelijke dingen mogen bij een behoorlijke veri ficatie niet voorkomen. Spreker constateert, dat geen enkele ambtenaar, bij dat bureau werkzaam, accountantsbevoegdheid heeft, d. w. z. de studie heeft gemaakt, noodig ter verkrijging van het accoun tants-diploma. Het bezit van zulk een diploma moge niet onder alle omstandigheden waarborgen een contröle, welke af is, maar aan iemand, die volledig zijn studie heeft gemaakt, stelt men andere eischen, met hem is men zekerder van zijn zaak dan met personeel, dat dat niet heeft gedaan. Het perso neel van het Verificatie-bureau bestaat uitsluitend uit menschen met bekwaamheid in het verifieeren van gemeente-admini straties, die echter geen voldoende studie hebben gemaakt van de bedrijven, terwijl toch herhaaldelijk is gebleken van hoe groot belang is de contröle op de bedrijven, welke tevens gericht is op het bedrijfseconomische gedeelte van de finan- cieele verantwoording. Juist de contröle op dat bedrijfs-econo- misch gedeelte geeft de groote waarde aan de contröle, omdat die niet alleen gericht is op het voorkomen van frajude en foutjes maar ook op de economie van het bedrijf, op de meest voordeelige wijze om het bedrijf te exploiteeren. Spreker heeft aangedrongen op een contröle, welke een economisch toezicht waarborgt op de bedrijven, niet alleen op Gemeentewerken, maar ook op de andere bedrijven. Hij acht die contröle minder veilig bij de ambtenaren van het Verificatie-bureau en beveelt daarom het voorstel van Burge meester en Wethouders ten zeerste aan. De heer van Eck had het, nadat de heer de Reede had gesproken, wenschelijk geacht, dat de Commissie van Financiën den Directeur van het Verificatie-bureau van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten had gehoord. Hetgeen de heer de Reede in het midden heeft gebracht had hij dan in het onderhoud met dien directeur kunnen zeggen. Een van tweeën of de heer de Reede heeft gelijk, waar hij zegt dat het Veri ficatie-bureau niet geschikt is voor het uitoefenen van de contröle, waarvoor het zich wel geschikt acht, en dan moet dat bureau gereorganiseerd worden en dienen er nieuwe ambtenaren te worden aangesteld. De heer de Reede: Dat is niet mijn zaak. De heer van Eck doet opmerken, dat dit tot zekere hoogte wel de zaak van den heer de Reede is. Als men ontdekt, dat een instelling, in het algemeen belang in het leven geroepen, niet voldoende kan voorzien in hetgeen men er van verwacht, moet men medewerken aan de verbetering van die instelling. Spreker vermoedt, dat achter het verzet van den heer de Reede weer zit, dat een particulier het controle-werk even goed kan doen, maar op dat standpunt moeten Raads leden zich niet stellen. De Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten is in het leven geroepen in het belang van de gemeenten en ook in het belang van een goed beheer van de gemeenten. Die vereeniging moet zorgen, dat haar Verifi catie-bureau beschikt over ambtenaren, die in staat zijn de noodige adviezen te geven inzake een economisch bedrijfs beheer, en als dat bureau dergelijke ambtenaren niet heeft, moet het worden gereorganiseerd. Spreker had het daarom beter geacht, dat de heer de Reede zijn opmerkingen had gemaakt in een onderhoud met den Directeur van het Veri ficatie-bureau. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 11