MAANDAG 24 AUGUSTUS 1931.
311
ƒ8900.dus slechts een verschil van ƒ20.maar dat laatst
genoemde Maatschappij een garantie van 20% minder slijtage
geeft dan die naamlooze vennootschap te Heemstede; de een
geeft een maximum slijtage van 2| m.M. op en de ander een
maximum slijtage van 2 m.M. per jaar, dus 20% minder.
Spreker meent, dat dit een punt van ernstige overweging
moet uitmaken.
Verder vestigt spreker er de aandacht op, dat bij het
asphalteeren van den Maresingel en den lleerensingel voor
het maken van de onderfundeering in het geheel geen water
is gebruikt, terwijl toch een van de hoofdvereischten is om
het elastische quantum, dat er in verwerkt wordt, met water
goed sluitend te maken. Spreker geeft in overweging het
Noordeinde met water te behandelen, gelijk zulks geschiedt
bij al de Rijkswegen, welke worden verbeterd. Het is wel
gemakkelijker om het na te laten, maar in het belang van
het werk is het wenschelijk het te doen.
De heer Romijn zegt, dat er zijn aandacht op gevestigd is,
dat het niet onmogelijk is, dat dit werk nog niet gereed zal
zijn op 3 October en de optocht dan niet zou kunnen gaan
langs den singel en het Diaconessenhuis. Spreker zou dat
betreuren en geeft daarom in overweging te zorgen, dat dit
werk op 3 October geen stagnatie zal geven.
De heer Splinter zegt den heer Romijn te kunnen gerust
stellen, omdat er rekening mede gehouden wordt, dat bij
gelegenheid van de 3 October-feesten het Noordeinde niet
afgesloten mag worden.
Wat het betoog van den heer Zitman betreft, deze meent,
dat men het werk wellicht beter aan den op een na
laagsten inschrijver zou kunnen opdragen, omdat die een
geringer slijtage garandeert dan de laagste. Spreker kan die
afslijting niet beoordeelen. De gegevens daaromtrent berusten op
iheorie.
De Directeur der Gemeentewerken zegt in zijn rapport
zich volkomen te kunnen vereenigen met het systeem, dat
de N. V. »De Geruiscblooze Weg" te Heemstede wil toepassen.
Waar de Directeur der Gemeentewerken meent, dat het
werk ten volle aan den laagsten inschrijver kan worden toe
vertrouwd, adviseert spreker om niet van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders af te wijken.
Wat het gebruik van water betreft, daaraan wil spreker
gaarne aandacht schenken. Spreker weet niet precies, of het
bij het maken van de nieuwe wegdekken op den Mare- en
den lleerensingel voldoende gebruikt is, maar hij is het fhet
den heer Zitman eens, dat gebruik van water voor een goeden
ondergrond van het asphaltdek noodig is.
De heer Zitman kan niet begrijpen, dat de Wethouder niet
weet, dat bij den Mare- en den Heerensingel geen water ge
bruikt is; de Wethouder moet zich toch daarvan op de hoogte
stellen. Spreker weet echter positief, bij ervaring, dat grond-
aanvulling met water een van de hoofdzaken is bij aaideg
van een weg. Spreker beveelt aan om in elk geval het Noord
einde zoo te behandelen; dit gebeurt ook bij alle groote
Rijkswegen.
De heer Splinter heeft toch toegezegd, daaraan speciaal
zijn aandacht te zullen wijden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
VIII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 25 November 1915 (Gem.blad No. 21), betreffende het
bedrijf van het Openbaar Slachthuis.
(Zie lng. St. No. 200.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld.
IX. Voorstel in zake uitbreiding van het aantal leden der
Commissie voor het Oud-Archief.
(Zie lng. St. No. 201.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
X. Verordening, regelende de samenstelling en den werk
kring van de Commissie van Bijstand voor de Financiën.
(Zie lng. St. No. 202.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen 1 tot en met 9 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de geheele verordening, eveneens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld.
XI. Voorstel:
a. tot wijziging van de verordening van 4 Maart 1929,
(Gem.blad No. 11), regelende het verleenen van wacht
geld en pensioen aan de Wethouders;
b. tot opnieuw vaststelling van de gewijzigde verordening.
(Zie lng, St. No. 203.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen 1 tot en met 5 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming de
wijzigingsverordening in haar geheel wordt vastgesteld.
Vervolgens wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming besloten de aldus gewijzigde verordening opnieuw vast
te stellen.
XII. Voorstel in zake wijziging van de overeenkomst met
de Sociëteit nAmicitia", betreffende de uitgifte in erfpacht
van een gedeelte grond nabij de Rijnsburgerbrug.
(Zie lng. St. No. 211
De heer Wilmer heeft, niet zonder eenige bevreemding, de
indiening van dit voorstel geconstateerd; immers, door aan
vaarding zou ook zijn weggestemd een door eenige Raads
leden naar voren gebracht denkbeeld, om op die plaats het
nieuwe Stadhuis te bouwen. Nu is spreker vooralsnog daarvan
geen voorstander; hij gevoelt er het meeste voor, en hij gelooft
dat de meerderheid van den Raad op hetzelfde standpunt zal
staan, om het Stadhuis op dezelfde plaats te herbouwen,
maar dit neemt niet weg, dat verscheidene leden van den
Raad er anders over denken. En deze leden moeten in de
gelegenheid worden gesteld, hun meening te verdedigen en
te trachten den Raad daarvoor te winnen.
Daarom zou spreker gaarne zien, dat omtrent deze zaak
heden nog geen beslissing werd genomen en de behandeling
van dit voorstel werd aangehouden, totdat was verschenen
het praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het vppr-
stel in zake den stadhuisbouw, indertijd dior de heeren
Huurman, Wilbrink en spreker ingediend. Hij dient met den
heer van Es een voorstel daartoe in, dat hij op het bureau
van den Voorzitter deponeert.
De Voorzitter deelt mede, dat door de heeren Wilmer
en van Es een voorstel is ingediend, luidende als volgt:
»Ondergeteekenden hebben de eer den Raad voor te stellen,
een beslissing in zake wijziging overeenkomst met de Sociëteit
DAmicitia" aan te houden tot dat B. en W. praeadvies hebben
uitgebracht op het voorstel-Huurman c.s. in zake den Stad
huisbouw."
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en kan derhalve
een onderwerp van beraadslaging uitmaken.'
De Voorzitter zegt, dat het College zich niet legen dit
uitstel van behandeling zal verzetten, maar dat hij er toch
de aandacht van den Raad op moet vestigen dat is tevens
de reden waarom dit voorstel is ingediend dat dit voorstel
niet samenhangt met den stadhuisbouw, doch een gevolg is
van de aanvrage voor een bouwvergunning op zekere plannen,
welke de Sociëteit sAmicitia" wil uitvoeren. Een bouwver
gunning moet, indien er geen bezwaren tegen bestaan, ver
leend worden, terwijl bezwaren, welke in dit geval te berde
gebracht zouden kunnen worden, aan het College niet bekend
zijn. Nu wil het College den Raad er op wijzen dat, indien
de behandeling van dit voorstel wordt uitgesteld, het raadzaam
zal zijn om met de Sociëteit »Amicitia" tot overeenstemming
te komen ten aanzien van een uitstel van het verleenen van
deze bouwvergunning, maar dat de gemeente dan de gevolgen
daarvan voor haar rekening dient te nemen. Het is een zaak,
waarin de Raad tegelijkertijd een beslissing neemt, wanneer
hij het voorslel van de heeren Wilmer en van Es aanneemt.
De heer Coster herinnert er aan, dat in de Raadsvergade
ring van 8 Juni j.l. als punt 11 op de agenda stond een
voorstel in zake de plaats voor den bouw van een nieuw
Raadhuis. Over dat agendapunt in zijn geheel is toen onge
veer 2 uur gesproken, maar over het aanwijzen van een
plaats is zoo goed als niets gezegd; alleen de heer Parmentier
heeft er eenige woorden aan gewijd. Was de plaats toen
aangewezen, dan hadden wij nu niet behoeven te discus
sieeren. Het is zaak om nu eerst de plaats aan te wijzen