320 MAANDAG 24 AUGUSTUS 1931. hebben Burgemeester en Wethouders zich door de firma laten beïnvloeden; met dit voorstel tot gedeeltelijke demping kan spreker zich niet vereenigen; daardoor zou men een toestand krijgen, die nog slechter is dan de tegenwoordige; de belangen van de firma Tieleman en Dros zijn er wel mee gebaat, maar het gemeentebelang wordt er slechter van. Men krijgt een open kolk, 215 M. lang, met 2 wijkplaatsen, elk 35 M. lang, zoodat de gracht over 145 M. 6 M. breed wordt en overigens 3.90 M. De eerste wijkplaats zal vlak tegenover het gebouw van de wijkverpleging komen; in de vroege morgenuren, juist wanneer de aanvoer naar de fabriek per auto enz. het drukst is, zal het dan zeer gevaarlijk worden op die gracht van 3.90 M. voor de moeders met kinder wagens, die naar de wijkverpleging moeten. Bovendien is daar dichtbij nog een school, zoodat de kinderen gevaar loopen ongelukken te krijgen. Het is onverantwoordelijk daar zulk een toestand te maken. Ook op het overige gedeelte der gracht blijft het altijd gevaarlijk, wanneer 2 auto's elkaar moeten passeeren; particulier verkeer is bijna ondoenlijk en aan de Westzijde, die geheel in beslag wordt genomen door het vervoer der firma, geheel ondoenlijk. Men krijgt daar een kolk, absoluut zonder doorstrooming, die door het erin gestorte vuil een verschrikkelijken stank zal verspreiden; dat dit geen verbeelding is, kan men het best zien, als in den winter het water met een ijslaag bedekt is. Doordat de Middelstegracht met een zeer scherpen hoek aan de Westzijde op den Ouden Rijn uitkomt, is het draaien van de voertuigen, van den Ouden Rijn de Middelstegracht op, altijd zeer gevaarlijkmeermalen hebben de hoekhuizen het moeten ontgelden en is aan de Oostzijde het winkelraam stukgereden; aan de Westzijde vertoont de brugleuning nog de sporen daarvan. Door demping der- gracht krijgt men de beste oplossing; het riool kan dan in het midden der gracht gelegd worden, terwijl men anders ter weers zijden een riool moet leggen. Is het leggen van een riool in de gracht zelf al een werk, dat zeer voorzichtig moet worden gedaan, hoeveel te meer zal dit het geval zijn, als men ter- weerszijden een riool moet leggenhet graven van die sleuven zal zeer gevaarlijk zijn voor de daar staande gebouwen. Als men in aanmerking neemt, dat in die gebouwen duizenden ktlo's liggen opgeslagen, is het gevaarlijk om dat te doen. De firma Tieleman en Dros stelt thans reeds de gemeente aansprakelijk voor eventueele schade, aan haar gebouwen toegebracht door de werkzaamheden aan de gracht. Verder mag men niet vergeten, dat, indien de gracht wordt gedempt, dit een voordeel van 31.000.voor de gemeente beteekent, vooreerst het verschil in kosten van ƒ11.000.en bovendien de 20.000.welke noodig zouden zijn voor ver betering van de Middelstegrachtbrug. Het beste is de gracht over haar geheele lengte te dempen. Algemeen is men er op uit die smalle stinkende grachten te dempen, maar bovendien zal men, als men niet tot demping overgaat, een onhoudbaren toestand krijgen, omdat al het particulier verkeer ondoenlijk wordt. Aan de Westzijde zal er geen plaats meer zijn, omdat de firma al de ruimte in beslag neemt, en aan de Oostzijde wordt het gevaarlijk. De heer Zitman kan zich vereenigen met het plan van Burgemeester en Wethouders in zijn gewijzigden vorm. Hij acht die verandering een verbetering. De firma Tieleman en Dros heeft zich 40 a 50 jaren ge leden terplaatse gevestigd en haar fabrieken aan weerszijden van het vaarwater ingericht, zoodat men kan begrijpen, dat demping van de Middelstegracht van dat gedeelte een groote stagnatie in haar bedrijf zou teweegbrengen. De heer Manders kan niet meegaan met het voorstel van den heer van Tol. Deze zaak is in de Commissie van Fabri cage uit en te na besproken en zeer goed onder het oog gezien, waarbij is gebleken, dat door demping van de Middelste gracht in haar geheel de firma Tieleman en Dros ernstig zou worden benadeeld. De heer van Tol beziet de zaak ver keerd. Volgens den heer van Tol toch wordt door de voorgestelde gedeeltelijke demping het belang van de firma gebaat, het algemeen belang niet. Spreker ontkent dit; de firma houdt liever de gracht geheel open, zij wordt ook reeds door de gedeeltelijke demping benadeeld, terwijl deze demping vanwege het algemeen belang geschiedt. Er is, zooals het College ook in bet Ingekomen Stuk zegt, zooveel mogelijk rekening ge houden met het algemeen belang zonder de groote belangen, welke de firma in de gemeente vertegenwoordigt, ernstig te schaden. Men mag niet vergeten, dat er van deze fabriek heel wat arbeid uitgaaf, hetgeen toch zeker ook wel een belang voor de gemeente Leiden mag genoemd worden. Waar het tegenwoordig met al de fabrieken zoo gesteld is, dat er eigenlijk niets meer af kan, willen zij haar bedrijf gaande houden, ligt het eer op den weg van de gemeente ze zooveel mogelijk te helpen in stede van ze nadeel te berokkenen. Spreker meerit dan ook, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders moet worden aangenomen. De heer Bosman zou het met den heer van Tol eens kunnen zijn, dat demping van de geheele gracht inderdaad een prachtige oplossing zou zijn, want al die kleine vaartjes en smalle grachtjes vormen even zoovele verkeersbelemmeringen. Ook de Commissie van Fabricage stond geheel op het stand punt, dat, tenzij er overwegende bezwaren tegen waren, het gemeentebelang algeheele demping zou vorderen, hetgeen bovendien nog veel goedkooper zou zijn. Uit besprekingen met de firma Tieleman en Dros is echter voldoende gebleken, dat het voor die firma een levensquaestie was, dat zij de beschik king hield over dat vaarwater. Volgens den heer van Tol geschiedt 80% van den aanvoer te land, maar spreker ver moedt, dat diens informaties niet geheel juist zijn; spreker heeft tenminste uit mededeelingen van de firma een anderen indruk gekregen. Er zijn thans ook klachten geuit door bewoners aan die gracht, maar het is toch wel eigenaardig, dat die klachten nu komen en dat er vroeger nooit van die klachten iets werd gehoord. Daartegenover is spreker het geheel eens met den heer Manders, dat men een industrie van [zoodanigen omvang als deze geen moeilijkheden in den weg moet leggen; men moet er zich over verheugen, vooral in een tijd als deze, dat velen daar werk kunnen vinden. Al is het open blijven van deze gracht financieel nadeeliger voor de gemeente dan dem pen, wanneer men de industrie daardoor in die mate zou belemmeren, dat er werkloosheid door zou ontstaan, welk gevaar werkelijk niet denkbeeldig is, dan zou dit voor de gemeente een nog veel grooter strop kunnen zijn dan de extra-uitgave, die zij zich nu moet getroosten. Spreker betreurt die uitgave ook; hij had het ook prettiger gevonden, als de firma die geheel voor haar rekening had genomen, maar men bedenke wel, dat de firma er nu eenmaal is en niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor wat zij misschien zou kunnen noemen onvoldoende onderhoud der walkanten door de gemeente, waardoor die ingestort zijn men moet het, uit dat oogpunt bezien, zelfs op prijs stellen, dat de firma nog een deel dei- kosten betaalt. De heer van Tol vindt het niet zoo erg om die industrie bezwaren in den weg te leggen, maar spreker herinnert aan de mededeelingen van den heer Fockema Andreae in de commissie-Manders, dat Leiden vroeger een zeer bloeiende industrie-stad was, wat inwonergetal betreft de tweede stad van het land; doordat men echter van gemeentewege die industrie allerlei bezwaren in den weg ging leggen, begon zij te kwijnen en verplaatste zich gaandeweg: gedeeltelijk naar Vlaanderen, gedeeltelijk naar Brabant, alles tengevolge van te hooge sociale lasten. Spreker zal niet zeggen, dat dit nu ook hier zal gebeuren, als de Middelstegracht geheel gedempt zal worden, maar spreker wijst toch op het gevaar, dat men in een stad als Leiden de industrie niet te zwaar moet be lasten. Men moet integendeel van gemeentewege zooveel mogelijk doen om de industrie en de werkgelegenheid te bevorderen. Spreker betreurt het met den heer van Tol, dat de Mid delstegracht niet geheel gedempt kan worden, omdat hij dat een veel mooier oplossing zou hebben gevonden dan de voor gestelde; niettemin zal hij met zeer veel genoegen vóór het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen, omdat de industrie zich tegen de geheele demping verzet. De heer Wilbrink wil een enkel woord spreken ter onder steuning van het voorstel van Burgemeester en Wethouders en ter bestrijding van het voorstel van den heer van Tol. Deze betoogt wel, dat bij algeheele demping van de Middelste gracht de toestand in de toekomst zooveel beter zal worden, maar naar sprekers overtuiging is de Raad verplicht bij het heden te leven en met de belangen van de Leidsche industrie in het heden rekening te houden. Men kan wel gemakkelijk argumenteeren, dat het voor de desbetreffende industrie nooit een bezwaar kan opleveren in de mate als wordt voorgegeven, maar noch de heer van Tol noch iemand anders in dezen Raad is in het bedrijf van de firma Tieleman en Dros zoo ingewerkt, dat hij dit zonder meer mag zeggen. Waar de Raad tot taak heeft de belangen van de industrie in deze gemeente te bevorderen, omdat daarbij ook in sterke mate een gemeenschapsbelang en een arbeidersbelang is betrokken, mag de gemeente zich voor dat doel wel een offer getroosten. Bovendien mag de firma eenigszins spreken van verkregen rechten. Zij heeft zich indertijd aan het toenmalige vaarwater gevestigd, omdat zij meende, dat die plaats voor haar bedrijf bijzonder geschikt was, en nu dat bedrijf zich sterk heeft uilgebreid en gebleken is, dat de fabrieken groote behoefte hebben aan dat vaarwater, heeft spreker onder de tegenwoordige omstandigheden, waar veel industrieën met moeilijkheden hebben te kampen, niet den moed die vaargelegenheid weg te nemen. De heer van der Reijden zal zijn stem geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders, omdat hij overtuigd is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 12