MAANDAG
G JULI 1931.
283
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel tot het verleenen van medewerking tot, uit
breiding van het gebouw der Ambachtsschool en tot vast
stelling van den desbetrefïenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 156.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
verbouwing van het schoolgebouw aan de Oude Vest-Caecilia-
straat van de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar en
voor de inrichting van het schoolgebouw aan de Mare met
het oog op de tijdelijke huisvesting van de Centrale school,
(Zie Ing. St. No. 157.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel in zake de herziening van de schoolgeld
verordening voor het Lager en Buitengewoon Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 163.)
De Voorzitter stelt allereerst aan de orde punt a van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer Bergers dankt voor de aandacht, die in dit geval
aan de groote gezinnen is geschonken en spreekt den wensch
uit, dat het College ook in de toekomst, b.v. bij den bouw
van woningen aan de groote gezinnen zijn aandacht zal wijden.
De heer Manders sluit zich aan bij het woord vari dank
van den heer Bergers, maar had graag gezien, dat het
College in deze zaak, die hij in de vergadering van 18.
December 1928 reeds ter sprake heeft gebracht, wat verder
was gegaan bij het wegnemen van de onbillijkheden, die bij
de schoolgeldregeling bestaan.
Op het oogenblik bestaat nog deze onbillijkheid, dat iemand,
die f 140.schoolgeld betaalt, het volle bedrag, dat door
de Gemeente aan schoolgeld uitgegeven wordt, aan haar
terugbetaald maar daarenboven nog eens betaalt in de belasting.
Hij betaalt de bijdrage in de Rijksbelasting voor het onderwijs
en hij betaalt in Leiden het volle pond en betaalt zoodoende
meer dan het schoolgeld.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig punt a
van het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De Voorzitter stelt veryolgens aan de orde punt b van
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De artikelen 1 tot en met 14 van de sub a van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders vermelde verordening
worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen, waarna de gewijzigde verordening
zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
De Voorzitter stelt hierna aan de orde punt c van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
A. Verordening houdende wijziging van de verordening
van den llden Augustus 1924 (Gein.blad No. 21) op de in
vordering van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de
gemeente Leiden.
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I en II worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de
verordening in haar geheel eveneens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
B. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van den Hden Augustus 1924 (Gem.blad No. 22), tot heffing
van schoolgeld voor het Buitengewoon Lager Onderwijs in de
gemeente Leiden.
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen 1, II en III worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de verordening in haar geheel eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
C. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 11 Augustus 1924 (Gem.blad No. 22), op de invordering
van het schoolgeld voor het Buitengewoon Lager Onderwijs
in de gemeente Leiden.
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I en II worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de
verordening in haar geheel eveneens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
XVII. Voorstel om een geschil met de Noord-Zuid-Ilollandsche
Tramweg Maatschappij, betreffende de beteekenis en de uit
legging van art. 22 van de voorwaarden, waaronder aan de
Maatschappij vergunning is verleend tot het exploiteeren
van hare stadslijn aan het oordeel van scheidslieden te onder
werpen.
(Zie Ing. St. No. 158.)
De heer Zitman kan niet begrijpen, dat de gemeente vnn
de Maatschappij vergt, dat deze betaalt de nieuwe bestrating
tusschen de spoorstaven en nog 0.50 M. daarbuiten. Wanneer
de gemeente nieuw plaveisel wil maken, heeft de Tramweg
Maatschappij daar toch niets mee te maken; die betaalt het
zand en het arbeidsloon en nu zou zij de steenen ook nog moeten
betalen, terwijl die bestrating toch niet verslijt door de
Tramweg Maatschappij
De Voorzitter acht het misschien beter om, wanneer de
heer Zitman over den inhoud van het geschil, waarop het
voorstel van Burgemeester en Wethouders betrekking heeft,
in bijzonderheden wil treden, de deuren te doen sluiten.
Spreker acht dat evenwel niet noodig, want het eenige dat
voorgesteld wordt is om die quaestie uit de wereld te helpen,
zoodat men voortaan weet, waar men aan toe is bij de uit
legging van art. 22 der concessievoorwaarden. Hier wordt
niet voorgesteld om daarover een beslissing te nemen, maar
alleen om deze moeilijkheid, waarover het Gemeentebestuur
en de Directie der Maatschappij het oneens zijn, tot oplossing
te brengen.
De heer Zitman zegt, dat de rechtskundige adviseur van
de gemeente er geen kwaad in ziet, die quaestie voor
een scheidsgerecht te brengen, ook omdat hij er zelf geen
gat in ziet.
De Voorzitter zegt, dat alle geschillen tusschen Directie
en gemeente aan scheidslieden onderworpen moeten worden.
Naderhand valt misschien over deze zeer eenvoudige zaak
eens te spreken, maar dit is nu zeer zeker onmogelijk.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVIII. Voorstel in zake de overdracht van den Zijldijk, de
Zijl en de Spanjaardsbrug aan de provincie Zuid-Holland.
(Zie Ing. St. No. 159.)
De heer Bergers vraagt of bij dat bedrag van ƒ660.per
K. M. ook zijn inbegrepen de Driegatenbrug en die andere brug.
De Voorzitter zegt, dat daarin alles begrepen is, ook de
bruggen.
De heer Manders zegt, dat hier wel eens geconstateerd
mag worden, dat de gemeente Leiden blij kan zijn, dat deze
overdracht tot stand gekomen is. Waar Leiden met veel
objecten zit, die niet voor de gemeente zelf, maar voor de
omgeving van belang zijn, is het van veel beteekenis voor
de gemeente om daarvan at te komen; spreker dankt der
halve Burgemeester en Wethouders voor dit initiatief.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVIIIa. Voorstel in zake de beschikbaarstelling van gelden
en de overdracht van grond ten behoeve van den bouw van
een school voor gewoon lager onderwijs in het Morschkwartier,
door de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 168.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.