MAANDAG G JULI 1931. 289 en naar aanleiding daaraan hetzij schriftelijk, hetzij mondeling voorstellen bij Burgemeester en' Wethouders aanhangig maken. Dat wil niet zeggen, dat de behandeling van het vraagstuk der werkloosheid uit de openbare debatten van den Raad zal worden gebannen, zooals de heer van Eek het wilde doen voorkomen. Alleen reeds op grond van het feit, dat er geld voor noodig is, is het onmogelijk de zaak in een klein comité af te doen. De Raad heeft echter een soort van georganiseerd overleg in zake de vraagstukken betreffende de werkloosheid willen scheppen tusschen de vakcentrales en het College van Burgemeester en Wethouders. Het georganiseerd overleg is een instituut, dat bij de mannen van de moderne arbeidersbeweging instemming vindt. Toen eenigen tijd geleden de Bond van Personeel in Overheidsdienst een adres tot den Raad richtte met het verzoek den arbeids tijd van het gemeentepersoneel te verkorten, heeft een der sociaal-democratische Raadsleden voorgesteld het adres voor kennisgeving aan de nemen, omdat de organisatie op die wijze het georganiseerd overleg saboteerde. De heer Schüller merkt op, dat hij gezegd heeft: stuur het naar het georganiseerd overleg. De heer Goslinga zegt, dat de heer Schüller heeft beweerd deze menschen moeten zich wenden tot het georganiseerd overleg en niet tot den Raad, want zij maken het georganiseerd overleg, waartoe zij behooren, kapot, indien zij zich buiten dit georganiseerd overleg om tot den Raad wenden. Spreker heeft toen gezegd: dat is geen slechte opmerking. Burgemeester en Wethouders stelden toen toch voor praeadvies uit te brengen, omdat zij zich over den vorm wilden uitspreken. Dezelfde lijn, die de heer Schüller toen wilde volgen, wen- schen Burgemeester en Wethouders nu te volgen. Zonder dat op eenigerlei wijze is gebleken, dat het georganiseerd overleg in deze zaak niet kon werken, of dat men daar niet met Burgemeester en Wethouders tot overeenstemming kon komen, heeft de Leidsche Bestuurdersbond buiten de andere vakcen trales om zich met een adres tot den Raad gewend. Ware dit adres alleen van de S.D.A.P., die geen vakcentrale is, dan hadden Burgemeester en Wethouders een «normaal" praeadvies uitgebracht daarover, evenals wanneer het voorstel was geweest van de heeren van Stralen en van Eek als Raads leden. Hierbij is echter de L. B. B. betrokken, wien volgens den Raad een andere weg openstond, n.l. die van overleg met de andere vakcentrales, die ook interesse hebben voor de bestrijding der werkloosheid. Wanneer de heeren dat niet zien, zijn zij stekeblind, maar dat zij het wel zien, is uitge komen in de rede van den heer van Stralen; men heeft de S.D.A.P. er bij gesleept om er aan te ontkomen, dat men naar bet georganiseerd overleg moet, daar de S.D.A.P. niet bij het georganiseerd overleg hoorde. Op de vraag van den heer van Stralenzoudt gij die tot het georganiseerd overleg willen toelaten, kan spreker niet antwoorden. De heeren van Stralen en Sasburgh zijn echter, na het Raadsbesluit van Januari j.l., in een vergadering van die Commissie aanwezig geweest en hebben daar met de vertegenwoordigers van Burgemeester en Wethouders beraadslaagd over verzachting van de gevolgen der werkloosheid en hebben dus dien gang van zaken erkend. Nu heeft de L. B. B. zich echter, achter dat georganiseerd overleg om, rechtstreeks tot den Raad ge wend: dat is juist de groote grief van Burgemeester en Wet houders. Nu is dit wel de Plaatselijke Raad, maar S.D.A.P., L. B. B. en Plaatselijke Raad zijn, zooals de heer van Eek erkend heeft, één pot nat. Spreker ontkent niet, dat die lichamen veel menschen achter zich hebben, maar ook een groot aantal menschen moet zich houden aan de besluiten van den Raad en mag die niet overtreden, dat moet iedereen; dat hangt er toch niet vanaf, of dat veel of weinig menschen zijn. Er is dan ook geen sprake van een oorlogstoestand in het leven te roepen of van krenkend optreden; Burgemeester en Wethouders geven den L. B. B. een allervriendschappelijkste vingerwijzing: gij zijt verkeerd, gij had aan een ander kantoor moeten zijndan was het eerder behandeld. De heer van Stralen roept pathetisch uit: het traineert zoo lang, maar dat is zijn eigen schuld, en niet die van Burgemeester en Wethouders. De heer van Stralen vraagt nu, waarom spreker hem dit dan niet gezegd heeft; de heer van Stralen behoeft van spreker geen telefoontjes af te wachten; in dergelijke zaken heeft spreker den Raadsleden geen instructies te geven. Nu hadden Burgemeester fen Wethouders volgens den heer van Eek toch wel het initiatief kunnen nemen of dat aan de gezamenlijke vakcentrales kunnen voorleggen. Maar die vak centrales wenschen dat juist niet; dat is dezen winter gebleken bij de behandeling van de voorstellen-van Stralen, toen hun om steun daarvoor gevraagd werd; zij wilden daarover gaarne spreken, maar eerst moesten die voorstellen ingetrokken worden. De heer Schüller zegt, dat dat geen georganiseerd overleg meer is. De heer Goslinga zegt, dat het juist wel georganiseerd overleg is. Op die manier zou het georganiseerd overleg ge saboteerd worden. Wanneer Burgemeester en Wethouders nu met die voorstellen bij de vakcentrales waren gekomen, hadden zij natuurlijk gezegd: waarom komen zij er niet zelf mee; zij zijn toch ook lid van die commissie. Spreker geeft den heer van Eek toe, dat Burgemeester en Wethouders een zelfstandige taak te vervullen hebben, maar weet de heer van Eek dan niet, dat S.D.A.P. en N. V. V. in landelijke samenwerking juist een adres tot de Regeering gericht hebben, om de gemeenten in staat te stellen tot een uitkeering in eens? Niet aan de gemeenten, maar aan de Regeering, opdat deze de gemeenten in staat zou stellen den werkloozen een gift te verstrekken voor de aanschaffing van kleeding en schoeisel. Op dien grond heeft op 9 Juni j.l. de woordvoerder van de sociaal-democratische fractie van de Tweede Kamer namens die fractie geweigerd een voorstel van den heer Wijnkoop te steunen, strekkende om den werkloozen een gift van 100.te geven. Men begreep, dat zulk een daad van de Landsregeering moest uitgaan en het niet zoo zou moeten zijn, dat de eene gemeente het wel en de andere het niet deed. Als de heer Van Eek vraagt: hebben Burgemeester en Wethouders geen zelfstandige taak te vervullen, is sprekers antwoord: hun taak was, de beslissing van de Regeering af te wachten. Was het nu zoo vreemd, dat Burgemeester en Wethouders, toen het onderhavige adres binnenkwam, zeiden wij zullen afwachten, hoe de beslissing luidt, het zijn invloed rijke partijen, welke het aan de Regeering gezonden hebben en er hebben samensprekingen plaats tusschen vertegen woordigers van de besturen der vier groote gemeenten en de Ministers van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, van Financiën en van Arbeid, Handel en Nijverheid. Het is duidelijk en het wordt ook door de hoofdbesturen van de S. D. A. P. en het N. V. V. implicite toegegeven, dat de regeling niet plaatselijk, maar landelijk moet worden getroffen. In dit stadium van de zaak kwam het adres van den Leidschen Bestuurdersbond uit de lucht vallen. Het kwam toevallig vóór de verkiezingen. Spreker trekt geen conclusies. De heer Wilbrink deed het wel en moet ze zelf maar waar maken. Toch is het wel eenigermate opmerkenswaardig. De heer Groeneveld zal zelf wel niet gelooven, dat het recht van petitie in gevaar wordt gebracht, als de Raad besluit het adres voor kennisgeving aan te nemen. Het gaal een voudig om de wijze van behandelen van deze zaak. Had men zich met het verzoek tot de gezamenlijke vak organisaties gewend en hadden die daarvan niets willen weten, dan had men den weg naar den Raad vrij gehad. Zoo kan elke organisatie, die in het georganiseerd overleg iets niet wist te bereiken, zich vrijelijk tot den Raad wenden. Dat gebeurt ook, maar men stelt zooveel prijs op een goed functionneeren van het georganiseerd overleg, dat men het tot eiken prijs tracht te voorkomen. Het bleek heden bij de vaststelling van de salarisregeling voor de gestichten Ende geest, Rhijngeest en Voorgeest. In het georganiseerd overleg was men het in het geheel niet eens over den datum van inwerkingtreding, maar in deze zitting is het voorstel zonder slag of stoot aangenomen, tengevolge van de gunstige wer king van het georganiseerd overleg. Bij de salarieering van het gemeentepersoneel zijn toch ook groote belangen betrokken; toch gaan dergelijke voorstellen in vele gemeenten onder den hamer door; dat is veelal, hoewel niet altijd, juist naar den zin der moderne vak beweging; die is er zelfs op uit om aan de besluiten van het georganiseerd overleg rechtskracht te geven, om den Raad uit te schakelen, zoodat het niet meer in het openbaar behandeld wordt. Spreker geeft toe, dat dat niet geheel kan, maar daarvoor heeft toch Mr. van den Bergh in de Tweede Kamer gepleit, maar daar zijn de rechtsche partijen niet voor; die zijn voor openbaarheid. De ontwikkeling van het ge organiseerd overleg gaat in de richting van sanctionneering, automatisch, van de in het georganiseerd overleg bereikte resultaten. Vooral N. V. V. en S. D. A. P. stellen er prijs op, dat in de openbare lichamen niet meer getornd wordt aan de in het georganiseerd overleg bereikte resultaten. Waarom volgt men nu niet hetzelfde procédé ten aanzien van de werkloosheid? Ook daar heeft men een, zij het primitief, ge organiseerd overleg; tusschen de 10 vertegenwoordigers der 5 vakcentrales en anderzijds den Wethouder en den Directeur van Sociale Zaken en den Secretaris der Commissie. In dat georganiseerd overleg is men niet alleen ten aanzien van kleine, maar ook van belangrijke dingen tol overeenstemming gekomen, zoo b.v. in Februari ten aanzien van de verhooging van den huurtoeslag met 0.50, die door alle werkloozen met vreugde ontvangen is; dat was een resultaat van het georganiseerd overleg; evenzoo de uitbreiding van den kindei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 13