MAANDAG 8 JUNI 1931. 265 b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van het gedeelte van den Zoeterwoudschen Singel gelegen tusschen de Heerenstraat en den Lammenschansweg. (Zie Ing. St. No. 138.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Xa. Voorstel tot verkoop aari Ir. J. J. Valkenburg van een strook grond nabij de Johan de Wittstraat, kad. bekend Sectie P, No. 98 ged. (Zie Ing. St. No. 141.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Xb. Voorstel in zake goedkeuring van de normale uitbrei dingen van de Gasfabriek en de Electriciteitsfabriek over 1930 en tot beschikbaarstelling van de benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 142.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Xc. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 7 Juli 1930, in dien zin dat het bouw-en grondvoorschot ten behoeve van het plan tot den bouw van 28 woningen door de Woning- bouwvereeniging »Ons Belang", wordt verhoogd met respect. ƒ2600.en ƒ2000.— en tot beschikbaarstelling van de daar voor benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 143.) De heer Zitman zegt, dat de woningbouwvereeniging »Ons Belang", waarvan hij commissaris is, denzelfden prijs voor de grond heeft betaald als door andere bouwvereenigingen be taald wordt, maar nu in de ongunstige omstandigheid ver keert, dat zij een heifundeering moet maken. Spreker acht het gewenscht, dat de meerdere kosten, die daarvan het gevolg zullen zijn, voor de helft door de gemeente worden gedragen. De heer Splinter zou het toch allerzonderlingst vinden, om te zeggen: omdat het toevallig grond van de gemeente is en er een heifundeering moet komen, moet de gemeente daarin bijdragen. Wanneer de grond van een particulier was gekocht, zou die toch niet de helft van de kosten dragen, omdat de grond slecht is; dat is een quaestie van prijsbepaling van den grond en doet aan den bouw niets af of toe. Die heifundeering is in het belang van de huizen; vroeger door de vereeniging gebouwde huizen waren zonder heifundeering, maar vertoonen scheuren en daarom wilde zij liever een hei fundeering. De kosten daarvan behooren echter tot den bouw der huizen. Spreker kan het denkbeeld van den heer Zitman dan ook niet aanbevelen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Xd. Voorstel in zake den bijbouw van twee hulplokalen bij het Gymnasium en tot beschikbaarstelling van de daarvoor benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 144.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter geeft thans het woord aan den heer Splinter tot het doen van een voorstel. De heer Splinter zegt, dat voor het maken van een gesloten wegdek op fundeering op den Maresingel en den Heeren singel, waarvoor de Raad bij besluiten van 1 October 1928, 15 Juli 1929, 19 Mei 1930 en 10 November 1930 de noodige gelden beschikbaar stelde, op verzoek van het College van een 7-tal daarvoor in aanmerking komende wegenbouwonderne mingen ondershands inschrijvingen ontvangen zijn. Aangezien op de singels, na het aanbrengen van een gesloten wegdek, een druk verkeer is te verwachten, zijn Burgemeester en Wethouders van oordeel, dat voor het wegdek van Mare- en Heerensingel, evenals voor den Rijnsburgersingel is geschied, met het oog op de deugdelijkheid en de doelmatigheid, van de verschillende aangeboden constructies gekozen moet wor den die, bestaande uit een deklaag van zandklinkerasphalt, dik 3 cM., op een tusscheDlaag, dik 4 c.M. Van de voor deze constructie ontvangen inschrijvingen is de uit technisch en financieel oogpunt meest aannemelijke die van de N.V. Maatschappij Wegenbouw, te Utrecht, welke heeft aangeboden de voorgenomen asphalteering (omvattende 10.000 M2.) uit te voeren voor ƒ42.940.—. In verband hiermede geven Burgemeester en Wethouders, in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, den Raad in overweging het maken van een gesloten wegdek, bestaande uit een deklaag van zandklinkerasphalt, dik 3 c.M., op een tusschenlaag ter dikte van 4 c.M., op den Maresingel en den Heerensingel alsmede op de Heerenpoortsbrug, met bijkomende werken, ondershands op te dragen aan de N.V. Maatschappij Wegenbouw, te Utrecht, voor een bedrag van 42.940.zulks overeenkomstig het desbetreffende onder- handsche bestek No. 12, dienst 1931, met bijbehoorende twee teekeningen. De Voorzitter stelt voor, dit voorstel dadelijk in behandeling te nemen, Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De heer Huubman vraagt of in dit bestek ook een bepaling is opgenomen, dat, voorzoover mogelijk, Leidsche arbeiders te werk zullen worden gesteld. De Voorzitter denkt wel, dat dit zoo is; gewoonlijk wordt die bepaling opgenomen. De heer Splinter zegt dat, voorzoover het door Leidsche werklieden kan gebeuren, daaraan natuurlijk gevolg gegeven zal worden. De heer Huurman heeft alleen gevraagd, of daaromtrent een bepaling in het bestek staat. De hees Splinter wijst op de bepaling, dat slechts Leidsche werklieden, d.w. z. die tenminste 6 maanden in Leiden ge woond hebben, te werk mogen worden gesteld, behoudens in de gevallen, waarin speciale vakkennis wordt vereischt. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel in zake de plaats voor den bouw van een nieuw Raadhuis en tot beschikbaarstelling van gelden, teneinde Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid te stellen deskundig advies in te winnen over het door architect Dudok ingediende plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis. (Zie Ing. St. No. 129.) De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde een voorstel van de heeren Schüller, Groeneveld en van Eek, luidende: »Ondergeteekenden stellen voor de behandeling van punt a aan te houden en de in punt b bedoelde commissie te ver zoeken, eveneens advies uit te brengen over het voorstel om het terrein aan de Lammermarkt aan te wijzen voor Raad- huisbouw." de nota van de heeren Schüller, Groeneveld en van Eek ter zake en een voorstel van de heeren Wilmer, Huurman en Wilbrink, luidende: »Ondergeteekenden hebben de eer het volgende voorstel in te dienen: De Raad besluit: 1. den heer Dudok uit te noodigen, een plan voor een stadhuis te ontwerpen zonder ouden gevel; 2. enkele andere nader door den Raad aan te wijzen archi tecten uit te noodigen, plannen te ontwerpen voor den bouw van een stadhuis met of zonder den ouden gevel of met èn zonder den ouden gevel; 3. voor den bouw met ouden gevel aan te wijzen het terrein van het reeds ingediende plan-Dudok; 4. voor den bouw met nieuwen gevel aan te wijzen ditzelfde terrein, zoo noodig uitgebreid tot aan de Koornbrugsteeg." De heer Wilmer herinnert den Raad er aan, dat de Raad indertijd met 10 stemmen tegen heeft besloten, den heer Dudok uit te noodigen een dubbel plan te maken voor een nieuw stadhuis: een plan met behoud van den ouden gevel en een plan zonder behoud van den ouden gevel. Toen de heer Dudok met het vervaardigen van het eerste plan gereed was, is in den Raad een voorstel ingediend, waar van spreker de eerste onderteekenaar was, om den heer Dudok geen opdracht te geven op dat oogenblik verder te gaan met het maken van het tweede plan, maar eerst het plan met behoud van den ouden gevel bij den Raad in te dienen. Verschillende Raadsleden, speciaal de heer Schüller, hebben spreker toen toegevoegd, dat de bedoeling van dit voorstel was aan het plan met behoud van den ouden gevel een pré te geven. Spreker heeft dit toen ten sterkste ontkend, hoewel hij zich kon voorstellen, dat deze meening werd geuit, aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 3