87 dienstjaar in de maand Januari j.l. een door Uw medelid, den heer Goslinga, ingediend voorstel met algemeene stemmen werd aangenomen, waarbij ons College werd uitgenoodigd, de gezamenlijke vakcentrales gelegenheid te bieden alle voorstellen betreffende de crisis-werkloosheid door schrifte lijk en mondeling overleg aan ons College kenbaar te maken. Het komt ons daarom voor, dat een verzoek, als in het adres van den Plaatselijken Baad gedaan, overeenkomstig Uw uitdrukkelijk uitgesproken wensch, door de gezamenlijke vakcentrales, indien deze daartoe termen aanwezig achten, bij het Gemeentebestuur aanhangig moet worden gemaakt en niet in een afzonderlijk tot U gericht adres. Wij geven U mitsdien in overweging het verzoek van den Plaatselijken Eaad voor kennisgeving aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. Geeft beleefd te kennen de Plaatselijke Eaad, samen gesteld uit de besturen van de afd. Leiden der S. D. A. P. en van den Leidschen Bestuurdersbond; dat adressant de vrijheid neemt Uw College te wijzen op den ernstigen toestand, welke als gevolg der langdurige crisis in tal van gezinnen van door de crisiswerkloosheid getroffen arbeiders is ontstaan; dat velen van hen reeds een maandenlange werkloosheid hebben doorgemaakt en als gevolg daarvan in groote finan- cieele moeilijkheden zijn komen te verkeeren; dat in deze gezinnen, waar immers de verstrekte uitkee- ringen slechts toereikend zijn voor de allernoodigste levens behoeften, een achterstand is ontstaan wat betreft aanschaffing van kleeding en schoeisel, waarin dringend voorziening noodig is; dat er tevens tal van arbeiders zijn, die door vermindering van hun werktijd wegens bedrijfsslapte (gedeeltelijke werk loosheid) reeds geruimeu tijd minder als hun normale in komsten hebben ontvangen, welke personen eveneens behoefte hebben aan steun van overheidswege; dat adressant van meenmg is dat voor bovenbedoelde categoriën van werklooze arbeiders het treffen van extra maatregelen noodzakelijk is; dat dit wel het allerbeste zal kunnen geschieden door aan diegenen, welke voor dezen extra steun in aanmerking komen, een bedrag ineens uit te keeren, waardoor zij in de gelegenheid worden gesteld voor zich en hun gezin eenige kleeding of schoeisel aan te schaffen. Eedenen, waarom adressant Uw College beleefd doch dringend verzoekt het daarheen te leiden, dat aan geheel of gedeeltelijk werklooze hoofden van gezinnen, kostwinners en alleen staande personen, welke daarvoor in aanmerking komen, een extra steunbedrag ineens ten spoedigste zal worden verstrekt. 'tWelk doende, Voor den Plaatselijken Eaad, D. A. v. Eck, Voorzitter. J. J. v. Stralen, Secretaris. Leiden 6 Juni 1931. N°. 162. Leiden, 27 Juni 1931. Bij de behandeling van de begrooting voor het jaar 1931 werden door Uw medelid, den heer Manders, een zestal voorstellen ingediend, waarvan een 5-tal de strekking had de werkloosheid te bestrijden (13, 5 en 6) terwijl het 4e voorstel betrekking had op het verkrijgen van eigen woningen door inwoners met kleinere beurzen. Het 6e voorstel werd door den voorsteller ingetrokken, de overige vijf in onze handen gesteld ten fine van praeadvies. Het geheele complex voorstellen rust blijkbaar op de gedachte, dat de gemeente nog veel meer zou kunnen doen, dan zij reeds doet, om de gevolgen van werkgebrek voor een groot aantal arbeiders te verhelpen of te verzachten. Eenig bewijs voor de juistheid van deze meening is noch in de voorstellen noch in de door den heer Manders monde ling gegeven toelichting te vinden. Dat werkloosheid een ontzettende bezoeking is en dat de gevolgen voor talrijke gezinnen in hooge mate droevig zijn, is aan ons College niet onbekend. Was ook niet onbekend aan de Colleges, die in de z.g. na-oorlogsjaren met de leiding van de gemeentezaken belast waren. De oprichting van het Burgerlijk Armbestuur in 1920 en van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken in 1924 zijn daarvan de bewijzen. Dat in onze gemeente op het gebied van de werkloosheids bestrijding en werkloozenverzorging in de laatste 1012 jaren minder gedaan is, dan redelijkerwijze kon worden verlangd, kan niet gezegd worden. Vergelijkingen met soortgelijke en grootere gemeenten dan de onze vallen in het algemeen niet in ons nadeel uit. Dat er niettemin door de huidige crisis opnieuw vele arbeiders gedupeerd zijn en vele gezinnen in zorgelijke omstandigheden verkeeren, is niet te weerspreken, doch het gaat o. i. te ver daarvoor zij het ook indirect het gemeentebestuur aansprakelijk te stellen. Met alleen de om standigheid, dat een wereld-crisis van ongekenden omvang overal, ook in andere kringen dan die der arbeiders, haar funeste gevolgen doet gevoelen, ook het feit, dat tal van arbeiders, wier vakkennis niet ten behoeve van de gemeente kan worden aangewend (textielarbeiders, sigarenmakers e.d.) zonder werk zijn, maakt het oplossen van dit vraagstuk op bevredigende wijze onmogelijk. Slechts voor een deel der werklooze arbeiders, voornamelijk bouwvakarbeiders en metaalbewerkers, kan de gemeente door werkverruiming iets van belang doen. Oris College meent, dat reeds sedert een paar jaar op dit gebied geschiedt, wat geschieden moet. De technische diensten, zoowel van Gemeentewerken als van de Lichtfabrieken, zijn overkropt met werk en met ernst en toewijding wordt voortdurend, wij kunnen zeggen, week aan week, getracht van de voor genomen werken zooveel als mogelijk is ten uitvoer te bren gen. Ons College kan niet inzien, dat een reeds bestaande of een nieuwe commissie hierin verbetering zou kunnen brengen. Immers, er is in het geheel geen gebrek aan objecten, die verdienen onder handen genomen te worden. Integendeel. Er zijn er zoo veel, dat noodwendig een keus gedaan moet worden en elk object op urgentie moet worden getoetst. Dit eischen zoowel de technische outillage onzer diensten alsook de finantieele gevolgen van elk plan. Tot nu toe is er harmonie geweest tusschen beide en ons College heeft tot eerste taak deze harmonie te beschermen. Uitbouw van onze technische diensten tot den omvang van een gemeente van veel grooter inwonertal, zou noodlottig kunnen worden en moet met een verstandig en voorzichtig beleid in strijd worden geacht. Behalve op werkverruiming in de gemeente zelf, is ons College ook bedacht geweest op plaatsing van werkloozen elders. Zoo is het ons gelukt in de maanden Januari-April een 30-tal grondwerkers werk te bezorgen aan de Leidsche Duinwater Maatschappij en ook thans is weer door genoemde Maatschappij op ons verzoek een werk niet publiek besteed, maar in eigen beheer uitgevoerd met werklooze Leidsche arbeiders. Door samenwerking van de gemeentelijke Licht fabrieken, het Gemeentelijk Eadio-Distributiebedrijf en de Eijkstelefoon zijn momenteel een 150-tal grondwerkers voor zien van loonenden arbeid. De bouwnijverheid is tot meerdere activiteit geprikkeld door het bouwrijp maken van grond, terwijl nauwgezet wordt toegezien, dat aangevraagde bouw vergunningen met de meest mogelijke voortvarendheid wor den verleend. Wat er van gemeentewege gedaan kan worden, om werk gelegenheid te bevorderen, wordt gedaan. Elke suggestie in deze richting vindt bij ons College een willig oor en als het noodig is, vaardige hulp. Het zal den geachten voorsteller moeilijk vallen een concreet geval te noemen, waarin ons College ten dezen inactief is gebleken. Haar aanleiding van de aanneming bij de behandeling van de begrooting voor dit jaar van het voorstel-Goslinga luidende: „de Eaad overwegende dat de crisis-werkloosheid voort durende bestrijding behoeft, zoowel met middelen tot be perking (werkverruiming, werkverschaffing) als met middelen tot verzachting der gevolgen, besluit het College van Burge meester Wethouders uit te noodigen den gezamenlijken vak centrales gelegenheid te geven alle voorstellen, die naar hunne meening dienstbaar kunnen zijn aan het hierboven gestelde doel, door schriftelijk en mondeling overleg aan het College kenbaar te maken", hebben de vakcentrales spoedig daarna voorstellen tot aan vulling van de steunregeling ingezonden. Ha bespreking met de afgevaardigden dezer centrales hebben wij het hierbij in afschrift overgelegde besluit genomen, waarin op schier alle punten aan de verlangens der vakcentrales werd tegemoet gekomen. Hoewel daartoe opgewekt door den betrokken Wethouder hebben de vakcentrales nog geen voorstellen tot werkverruiming of werkverschaffing aan ons College voor gelegd of een bespreking daarover aangevraagd. Verkorting van arbeidsduur bij de gemeentelijke openbare werken, bedrijven en diensten, een denkbeeld, dat ook door een recent adres van den Algemeenen Bond van Overheids personeel in Hederland wordt bepleit, kan bij ons College

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 7