GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
59
IK6EKOSGK STUKKEN.
HO. 96. Leiden, 8 April 1931.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Ter vervulling in de vacature ontstaan in de Plaatselijke
Schoolcommissie door ontslagneming van het lid Dr. G. O. E.
Lignac hebben wij de eer U het navolgende dubbeltal ter
aanbeveling te doen toekomen:
1. Dr. O. DE JONG.
2. B. P. KRANTZ.
Met de meeste Hoogachting
Namens de PI. Schoolcommissie.
Boot Voorzitter.
H. F. A. Donders Secretaris.
N° 97. Leiden, 14 April 1931.
Tegen inwilliging van het hiernevensgaand verzoek van
den heer A. M. Blok, bestaat noch bij de Oommissie van
Beheer over de gestichtenEndegeest", „Voorgeest" en „Rhijn-
geest", noch bij ons Ooilege bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
den heer A. M. Blok, op diens verzoek, met ingang van
1 Juni 1931, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking
van buitengewoon geneesheer aan de gestichten „Endegeest".
„Voorgeest" en „Rhijngeest'
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde eerbeid te kennen:
De ondergeteekende, A. M. Blok, buitengewoon geneesheer
aan de Inrichtingen „Endegeest'' c. a. te Oegstgeest;
dat hij met ingang van den len Juni 1931 eervol ontslag
verzoekt uit bovengenoemde functie.
'tWelk doende, enz.,
A. M. Blok.
Oegstgeest, den 31en Maart 1931.
H°. 98. Leiden, 14 April 1931.
Tengevolge van het aan den heer A. M. Blok te ver
leenen eervol ontslag, zal met 1 Juni a.s. een vacature ont
staan van buitengewoon geneesheer verbonden aan de
gestichten „Endegeest'", „Voorgeest", en „Rhijngeest".
Ter vervulling van deze vacature bevelen wij U, na raad
pleging van de Commissie van Beheer over die inrichtingen,
aan den heer A. M van Stipriaan Luïscius, arts, assistent
van den Hoogleeraar in de Psychiatrie aan de Rijks-
Universiteit te Leiden.
Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor genoemden
heer van Stipriaan Luïscius, voor den tijd van één jaar,
ingaande 1 Juni a.s., te benoemen tot buitengewoon geneesheer
aan de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest",
zulks buiten bezwaar van de gemeentekas, tegen genot van
vrije woning in eene der inrichtingen, met kost, vuur, licht,
bediening en bewassching, overeenkomstig het bepaalde bij
art. 32 van de verordening van 27 Juli 1911 (Gem.blad
No. 24), zooals die laatstelijk is gewijzigd bij verordening
van 16 October 1913 (Gem.blad No. 30) en met afwijking
in zooverre van het bepaalde in dat artikel, dat de nieuwe
functionaris niet in den Zondagschen dienst met de overige
geneesheeren zal mede rouleeren, doch in plaats daarvan
zal optreden als assistent van den Geneesheer-Directeur op
de mannen-afdeeling van „Endegeest".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 99. Leiden, 14 April 1931.
Ter vervulling van de vacature, ontstaan door het aan
den heer Dr. A. Querido verleend eervol ontslag als 2e genees
heer aan de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijn
geest", hebben wij de eer Uwe Vergadering, na raadpleging
van de Commissie van Beheer over die gestichten, ter be
noeming als zoodanig voor te dragen den heer N. Verwey,
arts, assistent in de neurologie aan de Rijks-Universiteit,
alhier, zulks voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Juni a.s.
Wij verzoeken U thans tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 100. Leiden, 14 April 1931.
Ter vervulling van de vacature van Ingenieur bij den
dienst der Gemeentewerken, ontstaan tengevolge van het
aan den heer Ch. C. van der Vlis verleend eervol ontslag,
hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden
een overeenkomstig het advies van de Commissie van
Fabricage opgemaakte voordracht ter benoeming van een
Ingenieur der Gemeentewerken, in den rang van Ingenieur
le klasse:
1°. Ir. D. Y. LEM, assistent-chef van den technischen
dienst der Bataafsche Import-Maatschappij, te 's-Gra-
venhage;
2°. Ir. D. A. VAN AALDEREN, ingenieur-hoofd van den
technischen dienst bij het waterschap „De Regge" te
Almelo.
Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot eene benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 101. Leiden, 14 April 1931.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de leden van
de Schattingscommissie, bedoeld in art. 57 van de Wet op
de Inkomstenbelasting 1914, dit jaar moeten aftreden, doch
krachtens het bepaalde bij art. 60 dier wet terstond her
kiesbaar zijn.
Thans maken van deze Commissie deel uit de heeren
D. van Lith, J. Splinter Gzn., R. Ensingh en J. P. Creyghton.
De heer Splinter wenscht evenwel voor eene herbenoeming
niet in aanmerking te komen; wij vestigen daarom, teneinde
U de benoeming te vergemakkelijken, Uwe aandacht op den
heer J. A. Verhoog, wonende Hooge Morschweg 74 alhier.
Onder mededeeling voorts, dat de benoeming geschiedt
voor den tijd van 4 jaren, ingaande 1 Mei a.s., verzoeken
wij Uwe Vergadering alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 102. Leiden, 14 April 1931.
Bij raadsbesluit van 2 September 1930 (Ingek. Stukken
No. 174) werd aan de R. K. Coöperatie „Eendracht", alhier,
tegen den prijs van 8.50 per M2 verkocht een gedeelte
grond, groot 396 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden,
Sectie N, No. 788 (ged.), gelegen aan het verlengde van de
Marnixstraat, lioek Molenstraat, o.m. onder voorwaarde, dat
op den grond zouden worden gebouwd een bakkerij met
winkel en twee bovenwoningen. De nakoming van deze voor
waarden werd verzekerd door het vestigen van een servituut.
Het door de koopster thans ingediende bouwplan omvat
echter de stichting van een bakkerij c.a. met drie in plaats
van twee bovenwoningen. Bij ons College bestaan hiertegen
geen bedenkingen. De aangehaalde voorwaarde zal daar
toe echter dienen te worden gewijzigd.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het
raadsbesluit d.d. 2 September 1930 (Ingek. Stukken No. 174)
in dien zin te wijzigen, dat in de le voorwaarde wordt
gelezen „drie bovenwoningen" in plaats van „twee boven
woningen."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.