196 MAANDAG 30 MAART 1931. d. tot het sluiten van kasgeldleeningen, gedurende het 2e kwartaal 1931 e. tot onderhandsche opdracht van de levering en het geheel bedrijfsvaardig opstellen van een tweeden compressor ten behoeve van de ammoniakmachine van het Openbaar Slachthuis, aan de firma Gonnermann en Co. te Haarlem. 2°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van de bij Koninklijk Besluit van 12 Februari 1931, No. 4, goedgekeurde verordening, op de heffing van eene belasting onder den naam van Straatbelasting. 3°. Mededeeling van Ir. J. M. Rademaker, dat hij de be noeming tot lid van het Bestuur van de Vereeniging »de Ambachtsschool" aanneemt. 4°. Mededeeling van Mejufïrouw J. J. van Doorn, dat zij de benoeming tot onderwijzeres aan de Centrale School voor het 7e en 8e leerjaar aanneemt. 5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurde raadsbesluit tot wijziging van de begrooting, dienst 1930, ten behoeve van de subsidie aan de N. V. Leidsche Autoboxengarage. 6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten: a. tot verhuring van drie lokalen van het voormalig school gebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9, aan de Vereeniging tot Verbetering van het Lot der Blinden; b. tot verkoop van een gedeelte van de Zwijnhoornsteeg, aan H. Brandt; c. tot verkoop van een gedeelte berm met halve sloot langs den Haarlemmertrekvaart, aan J. Butot. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van de Vereeniging van leeraren en onderwijzers in de Lichamelijke Opvoeding in Nederland, in zake de invoering van het onderwijs in de lichamelijke opvoeding. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen. 2°. Verzoek van de afdeeling Leiden van de Staatkundig Gereformeerde Partij, om een bepaling in het leven te roepen, waar bij verboden wordt op Zondag met onchristelijke lectuur te venten. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 3°. Nota van den Wethouder van Financiën, in zake de aanhangige bewaarschool voorstellen. Zal worden behandeld bij punt 18. 4°. Verzoek van P. P. de Koning e. a., in zake: a. den bouw van gemeentewoningen en den afstand van die woningen in huurkoop aan arbeiders en dgl. b. het verstrekken van voorschotten onder hypothecair crediet aan particuliere bouwers, ten einde arbeiders en kleine middenstanders in het bezit te doen komen van een eigen woning. De Secretaris doet, op verzoek van den heer Schüller, voor lezing van dit verzoek, hetwelk luidt als volgt: Leiden, 26 Maart 1931. Aan den Raad der Gemeente Leiden Geven met verschuldigden eerbied te kennen P. P. de Koning, J. A. van Zanten, Jac. Kooien, M. P. Oostveen, A. van Muijen Sr., en W. H. M. Geene vormende een comité uit en daartoe ge machtigd in eene vergadering gehouden den 26sten Maart door de mede-onderteekenaren van dit verzoekschrift, en domicilie kiezende ten huize van den heer P. P. de Koning, de Ruiterstraat 2, te Leiden; dat zij met veel belangstelling en groote waardeering hebben kennisgenomen van een besluit van den Raad der Gemeente 's Hertogenbosch van 28 October 1930 genomen naar aanleiding van een voorstel van Burg. en Weth. dier gemeente van 10 October 1930, om vanwege die gemeente woningen te doen bouwen (één-gezinswoningen) en deze in huurkoop af te staan in termijnen van 20 en 30 jaren aan arbeiders en daarin genoemde, daarmede gelijk te stellen andere personen, alsook om voorschotten onder hypothecair verband beschikbaar te stellen aan particuliere bouwers, teneinde hen, die als arbeider, ambtenaar, kantoorbediende, of kleine mindenstander een klein kapitaaltje bezitten, op een billijke wijze in het bezit te doen komen van een soliede geheel naar eigen inzicht, en onder contróle der gemeente gebouwde eigene woning (zie de bijlagen); dat adressanten meenen, dat ook in de gemeente Leiden aan eerie dergelijke regeling van gemeentewege, behoudens de door adressanten in de regeling der gemeente 's Hertogenbosch gevraagde wijzigingen, groote behoefte bestaat; weshalve zij zoo vrij zijn met beleefde heenwijzing naar de hierbij gevoegde bijlagen, Uwen Raad eerbiedig te verzoeken ook voor Leiden eene dergelijke regeling te willen ontwerpen. 't Welk doende enz. P. P. de Koning, (volgen de namen van de andere in het adres genoemde personen alsmede de namen van nog 43 adressanten). Leiden, de Ruiterstraat 2. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5*. Mededeeling van J. H. den Hengst, dat hij bedankt voor het lidmaatschap van de Plaatselijke Schoolcommissie. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen. Aan de orde is alsnu: I. Verordening, regelende de verdeeling van de gemeente Leiden in stemdistricten voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 79.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De Voorzitter zegt, dat het College niet de volledige begrenzing van ieder der 51 stemdistricten in de ontwerp verordening heeft opgenomen, doch ter vermijding van onnoodige drukkosten meende te kunnen volstaan met een verwijzing naar het Ministerieele Besluit en naar dat van Gedeputeerde Staten. Echter is het College juist hedenochtend gebleken, dat opneming in het Provinciaal Blad niet meer, zooals voorheen, plaats heeft, zoodat de volledige begrenzing der districten thans in de verordening dient te worden op genomen. In verband hiermede wijzigt spreker namens Burge meester en Wethouders artikel 1 der Ontwerpverordening zoodanig, dat in dit artikel wordt opgenomen de volledige begrenzing van ieder der 51 stemdistricten overeenkomstig de in de Nederlandsche Staatscourant van 3 Maart 1931, No. 43, gepubliceerde verdeeling van de gemeente Leiden in stemdistricten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het gewijzigd artikel 1 en artikel 2 worden achtereen volgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen, waarna de verordening in haar geheel, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. II. Verordening, houdende aanwijzing van de stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is ver deeld voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 79). Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot met 3 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. (De heeren van Rosmalen en van der Reijden waren in middels ter vergadering gekomen. De punten III tot en met VI worden voorloopig aangehouden. VII. Voorstel tot overplaatsing van de onderwijzeres Mej. P. M. Aleman, van de school Vrouwensteeg A naar de school Larigebrug B. (Zie Ing. St. No. 76). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 2