GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
43
IMGEKOMEM STUKKEN.
N°. 68. Leiden, 17 Maart 1931.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van. Dr. A.
Querido, bestaat noch bij de Commissie van Beheer over de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en Rhijngeest", noch
bij ons College bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Dr. A. Querido, op diens verzoek, met ingang van 1 Juni a.s.,
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van 2en
geneesheer aan de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en
„Rhijngeest".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad van de Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen:
De ondergeteekende, Dr. A. Querido; te Oegstgeest;
dat hij met ingaug van 1 Juni 1931 eervol ontslag ver
zoekt uit de functie van 2e Geneesheer aan de Gestichten
„Endegeest" c.a.
A. Querido.
Oegstgeest, 7 Maart 1931.
N°. 69. Leiden, 17 Maart 1931.
Het bestuur van het genootschap „Mathesis Scientiarum
Genitrix" verzoekt, evenals vorige jaren, ook nu weder het
kosteloos gebruik van eenige localiteiten van de Stads-Gehoor-
zaal, ten behoeve van het houden van de jaarlijksche alge-
meene vergadering en van de tentoonstelling van werk
stukken, door de leerlingen der school vervaardigd.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College
geenerlei bedenkingen bestaan, geven wij Uwe Vergadering in
overweging ons te machtigen de benoodigde localiteiten van
de Stads-Gehoorzaal van 27 tot en met 31 Mei a.s. kosteloos
aan het genootschap voor het beoogde doel af te staan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 70. Leiden, 19 Maart 1931.
Op 30 April a.s. eindigt de pacht van den tol aan het
Zijlhek en van de bruggelden aan de Spanjaardsbrug. Pachter
van genoemden tol is de heer L. Tyhuis voor f 4.336.
per jaar, en van de bruggelden de heer J. C. Hey voor
f 300.per jaar, te betalen aan de gemeente.
In verband met de aanhangige onderhandelingen met de
Provincie Zuid-Holland inzake overdracht van den Zijldijk
en de Spanjaardsbrug, is het gewenscht verdere verpachting
van beide objecten slechts voor korten termijn te doen
plaats hebben en dan nog slechts op dien voet, dat de
gemeente zich het recht van tusschentijdsche opzegging
voorbehoudt.
Beide pachters hebben een aanbod tot continuatie gedaan,
ieder zoowel voor elke pacht afzonderlijk als voor beide
pachten tezamen. Met de Commissie van Fabricage is ons
College van oordeel, dat het van den heer Hey ontvangen
voorstel het meest aannemelijk is. Deze heeft zich bereid
verklaard den tol aan het Zijlhek en de bruggelden van de
Spanjaardsbrug gezamenlijk te pachten voor de som van
4.400.en f 300.gedurende den tijd van één jaar, met
het recht der gemeente, om de overeenkomst zoonoodig met
een termijn van drie maanden tusschentijds te beëindigen.
Onder de pacht van de bruggelden zal niet meer zijn begrepen
de brugwachterswoning aan den Lagen Rijndijk, omdat
deze, zooals U bekend is, moet worden afgebroken ten behoeve
van de wegverbreeding ter plaatse. In plaats daarvan zal
een tijdelijk, eenvoudig brugwachtersposthuisje worden be
schikbaar gesteld.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
den heer J. C. Hey, met ingang van 1 Mei 1931 voor den
tijd van een jaar te verpachten:
1°. de tolgelden voor voetgangers, rijtuigen en vee aan
het Zijlhek, alsmede het gebruik van het woonhuis c.a. aan
den Zijldijk onder de gemeente Leiderdorp voor 4.400.
te betalen aan de gemeente Leiden;
2°. de bruggelden aan de Zijl- of Spanjaardsbrug voor
300.te betalen aan de gemeente Leiden;
een en ander onder bepaling:
a. dat de gemeente Leiden het recht heeft de pacht
tusschentijds met een termijn van drie maanden op te zeggen,
zonder deswege tot eenige schadevergoeding gehouden te zijn;
b. dat onder het genot van de sub 2 vermelde pacht niet
zal zijn begrepen de tot nog toe daarbij behoorende woning
aan den Lagen Rijndijk, zullende den pachter in de plaats
van deze af te breken woning een eenvoudig brugwachters
posthuisje ter beschikking worden gesteld;
en overigens onder de geldende, m.m. gewijzigde, voor
waarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 71. Leiden, 20 Maart 1931.
In verband met ver- en bebouwing ter plaatse, moeten
eenige strookjes grond en water aan de gemeente worden
overgedragen.
Wij stellen U mitsdien voor te besluiten kosteloos in
eigendom eu onderhoud bij de gemeente over te nemen:
a. van C. de Kemp, te Leiden, het strookje grond ter
grootte van 0.8 M2., deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G, No. 1831, op
de overgelegde situatieteekening I in roode kleur aangeduid,
gelegen aan de Botermarkt, hoek Koorlammersteeg
b. van D. J. C. Speet, te Haarlem, c.s. net strookje grond,
ter grootte van 0.8 M2., deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G, No. 412, op
de overgelegde situatieteekening II in roode kleur aan
geduid, gelegen aan de Breestraat, hoek Korte Diefsteeg;
c. van de Naamlooze Yennootschap Bouw-en Exploitatie-
Maatschappij van onroerende goederen „Ons Eigendom", ge
vestigd te Leiden, het strookje grond en sloot, ter grootte
van 150 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 4837, op de over
gelegde situatieteekening III in groene kleur aangeduid,
gelegen aan de Rijn- en Schiekade;
d. van de Naamlooze Vennootschap „Hollandsche Con
structiewerkplaatsen", gevestigd te Leiden, het strookje
grond en sloot ter grootte van 230 M2., deel uitmakende
van de perceelen, kadastraal bekecd gemeente Leiden, sectie
O, Nis 193, 194, 195 en 196, op de overgelegde situatie
teekening IV in groene kleur aangeduid, gelegen aan den
Zoeterwoudschen weg;
e. van A. W. van der Poel, te Leiden, het strookje grond,
ter grootte van 0.8 M2. deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie H, No. 1886, op
de overgelegde si uatieteekening V in roode kleur aangeduid,
gelegen aan den Ouden Rijn, hoek Hooglandsche Kerksteeg;
f. -van A. Mol en N. Mol, beiden te Leiderdorp, het
strookje grond en sloot, ter grootte van 30 M2., deel
uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie O, No. 200, op de overgelegde situatie
teekening VI in groene kleur aangeduid, gelegen aan den
Zoeterwoudschen weg;
g. van N. Mol, te Leiderdorp, het strookje grond en sloot,
ter grootte van 30 M2., deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie O, No. 200, op
de overgelegde situatieteekening VII in groene kleur aan
geduid, gelegen aan den Zoeterwoudschen weg;
h. van H. E. Christiaanse, te Oegstgeest, het strookje
grond en sloot, ter grootte van ±30M2., deel uitmakende
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie O,
No. 200, op de overgelegde situatieteekening VIII in groene
kleur aangeduid, gelegen aan den Zoeterwoudschen weg.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 72. Leiden, 20 Maart 1931.
De heer D. Stijger is voornemens zijn perceel aan den
Haarlemmerweg No. 43a te verbouwen en uit te breiden in
dien zin, dat de Zuidelijke gevel aan de Groenoordstraat
komt te staan. Teneinde een regelmatiger bouwterrein te
verkrijgen, wenscht hij den gevel aan den Haarlemmerweg,
die thans een knik vertoont, recht door te trekken.
Daartoe behoeft hij de beschikking over het aan de ge
meente toebehoorend, op de overgelegde kaart met groene kleur
aangegeven, gedeelte van den Haarlemmerweg, groot 1 M2.
Adressant is bereid voor deze strook, tegen den verkoop