GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 41 INe£KOH£ir STUKKEN. N°. 64. Leiden, 24 Februari 1931. Het is, mede in verband met de geleidelijke toeneming van bet aantal leerlingen, niet mogelijk gebleken voor den loopenden cursus alle te geven lesuren in de lichamelijke oefening voor de mannelijke leerlingen van het Gymnasium op te dragen aan den aan deze instelling verbonden leeraar. Voor enkele lesuren per week zal daarom een nieuwe leer kracht moeten worden benoemd. Aangezien thans nog niet vaststaat hoeveel lesuren in dit vak den volgenden cursus zullen moeten worden gegeven, noch welke regeling alsdan te dezen zal zijn te treffen, achten wij het wenschelijk, dat deze benoeming voorloopig slechts voor den verderen duur van den loopenden cursus zal gelden. Met overlegging van het advies ter zake van den waar- nemenden Inspecteur der Gymnasia hebben wij de eer Uw Vergadering de volgende aanbeveling te doen toekomen: 1. H. P. DEN BOUWMEESTER, te Oegstgeest; 2. J. HOLSTVOOGD, te 's-Gravenhage. Aangezien deze personen naar onze meening in gelijke mate voor een benoeming in aanmerking komen, bevelen wij hen in alphabetische volgorde aan. Wij verzoeken Uw Vergadering thans tot benoeming voor den verderen duur van den loopenden cursus van een tijdelijk leeraar in de lichamelijke oefening aan het Gymnasium over te gaan. Curatoren van het Gymnasium te Leiden, P. O. T. van der Hoeven Voorzitter. J. Bool Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 65. Leiden, 9 Maart 1931. Ter voorziening in de vacature, welke zal ontstaan aan de Centrale School voor het 7e en 8e leerjaar na het ver- leenen van het door Mejuffrouw G. A. de Blaauw gevraagde ontslag, bieden wij U hierbij de navolgende voordracht aan voor de benoeming van een onderwijzeres aan genoemde school 1°. Mej. J. J. VAN DOORN, onderwijzeres te Naaldwijk; 2°. Mej. A. H. G. ELLERBROEK, onderwijzeres te Steen- wijk; 3°. Mej. A. VAN DEN ENDE,onderwijzeres teKattendijke. Onder mededetling, dat de stukken, waaronder het advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in deze inspectie, in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in overweging tot benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 66. Leiden. 9 Maart 1931. Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mevrouw J. G. van SwietenVlieland bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging haar, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres aan de opleidingsschool voor U.L.O. aan de Langebrug B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Rijsenburg, 7 Maart 1931. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende, J. G. van SwietenVlieland, onder wijzeres aan de Openbare Opleidingsschool voor U. L. O. aan de Langebrug B, heeft hierbij de eer, U Edelachtbaren beleefd te verzoeken, haar wegens gezondheidsredenen eervol ontslag te willen verleenen uit hare betrekking bij het Openbaar Lager Onderwijs te Leiden, tegen een nader door Uwen Raad te bepalen datum. Met de meeste hoogachting, J. G. van SwietenVlieland. N°. 67. Leiden, 10 Maart 1931. In zijn ter visie liggend adres richt de heer L. A. Mennes tot U het verzoek, om Uw besluit, waarbij hem met ingang van 16 dezer op zijn verzoek eervol ontslag uit zijne be trekking van Directeur van den Markt- en Havendienst werd verleend, in te trekken, aangezien het hem tenge volge van zeer bijzondere omstandigheden onmogelijk is geworden zich te Rotterdam te vestigen in verband met zijne benoeming tot Directeur der Markten en Beurzen aldaar, Noch bij de Commissie voor den Markt- en Havendienst, noch bij ons College bestaat tegen inwilliging van dat ver zoek bezwaar en wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging Uw besluit van 16 Februari 1931, waarbij aan den heer L. A. Mennes eervol ontslag uit zijne betrekking van Directeur van den Markt- en Havendienst werd ver leend, in te trekken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 1