GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 27 INCtEKOMEir STUKKEN. No. 43. Leiden, 6 Februari 1931. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten tot ver hooging van verschillende posten der gemeentebegrooting voor 1930, waarvan thans reeds bekend is, dat de beschikbaar gestelde gelden onvoldoende zijn, alsmede tot toevoeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting. De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de na volgende: Volgn. 164. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren4.401.625 Op dit volgnummer moeten nog verschillende betalingen, vorige dienstjaren betreffende, wor den geregeld. Een gedeelte daarvan betreft posten, waarvan de oorspronkelijk ingediende rekeningen bij den Stadhuisbrand zijn verloren gegaan. De bedoelde betalingen zijn: 1°. een bedrag van 581.09 wegens betaalde bijdragen over de jaren 1926 en 1927, ingevolge art. 25, lid 4, der Nijverheidsonderwijswet, welke bijdragen, aangezien de vaststelling der betrekkelijke schoolrekeningen door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vóór 1930 heeft plaats gehad, op dit volgnummer moeten worden verantwoord. 2°. een bedrag van 144.30 wegens restitutie van betaalde schoolgelden over de jaren 1928 en 1929. 3U. een bedrag van 115.— wegens restitutie van betaalde recognitie over de jaren 1928 en 1929; 4°. een bedrag van 423.085 ter zake van nog over de jaren 1928 en 1929 verschuldigde gelden voor operatieve en radiologische behande ling enz. van onvermogende ingezetenen; 5°. een aan de Noord-Zuid-Holl. Tramweg- Maatschappij betaald bedrag van 1.722.755, zijnde het ten laste van de gemeente gekomen aandeel in de in 1928 gemaakte kosten 3.445.51) voor het verwijderen van de boven- leidingspalen in het midden van den rijweg van den Hoogen Rijndijk; 6°. een bedrag van 1.125.zijnde de, ingevolge besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 21/28 October 1930, goedgekeurd bij Kon. besluit van 25 November 1930 No. 26, uitgekeerde tijdelijke verhooging der jaarwedden van den secretaris eu den ontvanger dezer gemeente over het jaar 1929, respectievelijk bedragende 625.— en f 500.— (Aangezien deze uitgaaf behoort te komen ten laste van het Stadhuisfonds wordt ouder de ontvangsten van dit hoofdstuk een bijdrage van genoemd fonds tot dit bedrag uitgetrokken. Zie de toevoeging van volgn. 732» ter zake); 7°. een bedrag van 500.dat verschuldigd was aan het accountantsbureau „Kreukniet" voor het uitbrengen van een rapport betref fende het onderzoek naar de administratieve organisatie en inrichting van de boekhouding der bedrijven en diensten; 8°. een bedrag van 1.008.30, dat alsnog aan de „Stichting tot beheer en exploitatie van woningen" moest worden uitgekeerd als bij drage in de betaling van de in 1928 versche nen le annuïteit over het toegekende voor schot voor den bouw van 40 woningen op een terrein bezuiden den Haagweg 9°. een bedrag van 992.04®, dat alsnog aan de woningbouwvereeniging ,,Tuinstadwijk" moest worden uitgekeerd als bijdrage in de betaling van de in 1929 verschenen 3e annuï teit van het toegekende voorschot voor den bouw van 208 woningen aan en nabij de Hee renstraat (De Rijksbijdragen in de sub 8 en 9 be doelde annuïteiten konden nog op den dienst 1929 worden verantwoord). 10°. een bedrag van 89.95, dat aan het Rijk moest worden gerestitueerd wegens te veel ontvangen bijdrage in de betaling van de in 1929 verschenen 5e annuïteit over het aan de woningbouwvereeniging „de Eendracht" toege kende voorschot voor den bouw van 9 wonin gen ten noorden van den Lagen Rijndijk De ter zake van de woningbouwvereeniging terugontvangen som van 119.93 is verant woord op volgn. 3 „Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren". (Zie de verhooging van dat volgnummer). 11°. een bedrag van 672.10 ter betaling van een twintigtal posten van uiteenloopenden aard, welke betrekking hebben op vorige dienstjaren. Bovengenoemde bedragen zouden dus eene verhooging van volgn. 164 „Achterstallige uit gaven van vorige dienstjaren" met 7.373.62® noodzakelijk maken. Aangezien echter van de van den dienst 1929 op dien van 1930 overgebrachte som van 10.000.ter betaling van de bijdragen over 1929 aan de Ver. „Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging" en aan de afd. Zieken- huisverpleging van de Coöperatie «Vooruit" slechts 7.028.dus 2972.minder, behoefde te worden uitgegeven, kan met eene verhooging van volgn. 164 met 7.373.62® 2.972. 4.401.62® worden volstaan. Volgn. 169. Presentiegelden der leden van den Raad20. De uitgaven op dit volgnummer overtreffen de beschikbaar gestelde som van 5.000. met 20. Volgn. 191. Bevolkingsregisters en huisnum mering. a. belooning van de bevolkingsagenten 16.66 De toekenning van eene periodieke salaris- verhooging aan een der bevolkingsagenten, waar voor op de begrooting geen gelden waren uit getrokken, maakt eene aanvulling van dit volgnummer met 16.66 noodzakelijk. Volgn. 193. Verteringen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur en van commissi'èn 146.83 De uitgaven op dit volgnummer, welke waren geraamd op 900.hebben bedragen f 1.046.83. Volgn. 230a. Gratificatiën aan gemeente-ambte naren bij gelegenheid van de vervulling van hun 25-jarigen, 40-jarigen of 50-jarigen diensttijd (nieuw volgnummer)100. Voor de uitkeering van bovenbedoelde grati ficatiën is op volgnummer 218 een bedrag van ƒ200.uitgetrokken; de uitgaven ter zake heb ben over 1930 bedragen ƒ180. Vermits deze gratificatiën behooren te worden gebracht ten laste van de hoofdstukken, waarop zij naar haren aard behooren, is van het bedrag van 180.te brengen ten laste van Hoofd stuk III 100.van Hoofdstuk VI 40. en van Hoofdstuk VIII 16 40. Volgn. 218, waarop geen uitgaaf behoeft te geschieden, kan met 200.worden ver minderd. Volgn. 310a. Gratificatiën aan gemeente-ambte naren bij gelegenheid van de vervulling van hun 25-jarigen, 40-jarigen of 50-jarigen diensttijd (nieuw volgnummer)40. Zie de toelichting bij volgn. 230». Volgn. 345. Teruggave van schoolgelden291.01 Van de voor „openbaar gewoon lager onder wijs" ontvangen schoolgelden moet een bedrag van 291.01 worden gerestitueerd. De post is voor „memorie" geraamd. Volgn. 369. Teruggave van schoolgelden97.75 Van de voor „openbaar uitgebreid lager onderwijs" ontvangen schoolgelden moet een bedrag van f 97.75 worden gerestitueerd. Aanvulling van den voor „memorie" geraamd en post met 97.75 is derhalve noodig. Volgn. 386. Teruggave van schoolgelden 11.65 Van de voor „openbaar buitengewoon lager onderwijs" ontvangen schoolgelden moet een bedrag van 11.65 worden gerestitueerd. De post is voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 409. Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-Onderwijswet 1920, aan de besturen van bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in aanmerking komenvoor aan die scholen verbonden boventallige onderwijzers12.062.505 Bij raadsbesluit van 19 Mei 1930 werd de aan bijzondere scholen voor lager onderwijs over het jaar 1928 toe te kennen vergoeding, krachtens art. 100 der Lager-Onderwijswet 1920, vastgesteld op 72.062.50®. Verhooging van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 1