MAANDAG 19
JANUARI 1931.
17
herscheppen, waar van de vruchtbaarheid en de vermeerdering van
arbeidsprestaties thans een zegen voor het land zijn geweest.
Voor soortgelijke werken moeten wij ook thans durven
leenen, wij moeten een energie van hersens en handen in
die richting ontplooien om de zoo dringend noodige nieuwe
kracht te verwerven.
Het staatsbudget moet sluitend gemaakt worden dat wil
zeggen, in de eigenlijke huishouding van den Staat moet een
evenwicht gebracht worden tusschen uitgaven en inkomsten;
voor buitengewone doeleinden die onze productiekracht zullen
verhoogen, mag echter ook thans nog geleend worden."
Dat is wel andere taal dan klinkt uit de troonrede met
haar aansporing tot versobering.
Nu moet men in deze scherp onderscheid maken tusschen
werkverruiming en werkverschaffing.
Werkverschaffing is werk, dat men laat verrichten om den
werkloozen werk te bezorgen; werkverruiming is het onder
nemen van nieuwe werken of het vervroegen of versnellen
van werken, waartoe reeds besloten was ot die reeds in uit
voering waren, met het doel om van de thans overtollig zijnde
arbeidskrachten een productief' gebruik te maken.
Bij de werkverschaffing is de drang sterk om de loonen te
laten blijven beneden die in het particuliere bedrijfhet werk
moet menigmaal verricht worden door daarvoor ongeschikte
arbeidskrachten, wien het werk moeilijk valt. Het is meestal
ondankbaar werk, zoowel voor hem, die het werk verricht
als voor hem, die het doet uitvoeren.
Werkverruiming is het doen uitvoeren van nuttig werk
door geschikte werkkrachten voor de daarvoor gangbare loonen.
Al moet werkverschaffing aanvaard worden, indien op geen
andere wijze werk kan worden verkregen, daar werk, welk ook,
beter is dan geen werk, het is duidelijk dat de werkver
schaffing een ondeugdelijk middel is ter bestrijding der werk
loosheid.
De werkverschaffing met haar lage loonen heeft niet tot
strekking de koopkracht der loonarbeiders te verhoogen, want
de loonen moeten laag blijven om de arbeiders niet weg te
halen uit het particuliere bedrijf, om het dit bedrijf mogelijk
te maken in bepaalde bedrijfstakken hongerloonen te blijven
uitbetalen. De werkverruiming met haar redelijke loonen
daarentegen heeft de strekking den loondalenden invloed der
werkloosheid tegen te gaan en de koopkracht der loonarbeiders
te doen toenemen.
Ten aanzien van de taak der gemeente Leiden op dit gebied
erkent spreker onmiddellijk dat het voor Leiden niet zoo ge
makkelijk is werk te vinden als voor het Rijk of een lande
lijke gemeente, die in het bezit is van woeste gronden, die
ontgonnen, of plassen, die drooggelegd kunnen worden. Toch
kan ook Leiden door verruiming der werkgelegenheid de
werkloosheid bestrijden. Spreker wijst op den bouw van arbei
derswoningen, de voltooiing van den Leidschen Hout, de ver
betering der straten, demping van grachten, aanleg der vee
markt, bouwrijp maken van grond.
Blijft de werkloosheid zich ontwikkelen als tot nu toe, dan
zal de gemeente een stap verder moeten gaan en moeten
overwegen, of het niet geweuscht is zich de beschikking te
verzekeren over plassen in de buurt, om die droog te leggen,
en om weiland te laten omzetten in tuinland, otn eventueel,
zoo noodig, kleermakers en schoenmakers aan het werk te
zetten voor Maatschappelijk Hulpbetoon of Kinderkleeding, om
tijdelijk hulp te verleenen aan noodlijdende bedrijven. Aan
dat alles zijn groote bezwaren verbonden. Groote moeilijk
heden zijn te overwinnen, maar in buitengewone omstandig
heden moeten buitengewone maatregelen genomen worden.
Al zijn de werken, die de gemeente hier kan ondernemen,
niet alle uit financieel oogpunt voordeelig en zelfs niet alle op
geld waardeerbaar, zooals b.v. de voltooiing van den Leidschen
Hout, of de verbetering der straten, aan het verrichten ervan
zijn twee voordeelen verbonden, een negatief en een positief.
Het negatieve voordeel, dat voor eiken werker, die arbeid
verricht, gemeentelijke steun wordt uitgespaard, en het posi
tieve voordeel, dat elke arbeid wederom nieuwen arbeid schept,
doordat hij nieuwe arbeidskrachten aan het werk zet ten be
hoeve van het aanvoeren en produceeren der vereischte mate
rialen. Spreker laat buiten bespreking het algerneene voordeel,
dat werkers hoogere inkomsten hebben dan niet-werkers en
dat hun koopkracht grooter is, waardoor het gevaar voor over
productie wordt verminderd.
Het is bekend, dat de gemeente Leiden niet alle werk
loozen aan werk kan helpen en dat er honderden zullen
overblijven, die geen arbeid kunnen vinden en aan wie een
behoorlijke uitkeering zal moeten worden verschaft. Uitkee-
ringen, welke er voor waken, dat het maatschappelijk peil
van het gezin zooveel mogelijk op dezelfde hoogte wordt ge
houden, uitkeeringen, welke dus bij langen duur zouden
moeten rijzen in plaats van dalen en waarbij geen rekening
wordt gehouden met den kapitalistischen eisch, dat zij moeten
blijven beneden de laagste hongerloonen der particuliere
bedrijven.
Dat aan deze taktiek bezwaren verbonden zijn, daarvan is
spreker overtuigd, maar door die bezwaren mag men zich
niet laten afleiden van den weg, welke ingeslagen behoort te
worden, ais de noodzakelijkheid dringt. Er staan hier groote
levensbelangen op het spel, zoowel individueel als maat
schappelijk.
Het stoffelijk gebrek doet in het gezin van den werklooze
spoedig zijn intrede. Het is buiten de werkelijkheid gerekend,
als men meent, dat de arbeiders, die redelijke loonen ver
dienen, gemakkelijk kunnen sparen voor de mogelijk komende
dagen der werkloosheid. Wanneer dergelijke arbeiders aan
elementaire beschavingseischen voldoen door te zorgen, dat
het gezin een gezonde woning bewoont en voldoende wordt
gevoed en gekleed, dat de woning voldoende wordt verwarmd,
dat de kinderen een opvoeding krijgen overeenkomstig hun
aanleg; wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat een
arbeider ook maatschappelijke plichten heeft te vervullen op
politiek, vakvereenigings- en philanthropisch gebied, en hem
niet misgunt ook eenige uitgaven voor ontspanning, dan moet
men toegeven, dat ook bij arbeiders, die redelijke loonen ver
dienen, van sparen voor mogelijke werkloosheid geen sprake
kan zijn. Spreker zondert uit de vakken, waarin het loon is
berekend op periodiek intredende of seizoenswerkloosheid.
Het leed, dat arbeiders ondervinden, die gaarne nuttig
werk willen verrichten en door werkgebrek hun gezin niet
het noodige kunnen verschaffen, is ontzaglijk groot en men-
schenliefde gebiedt hier al het mogelijke te doen om dit
individueele leed te verzachten.
Er is echter nog een dringende reden, welke tot optreden der
publieke lichamen noopt. Als de arbeiders door werkgebrek
in nood verkeeren, niet alleen in stofïelijkeu nood, maar ook
in geestelijken nood, doordat het maatschappelijk productie
stelsel hen als overtollige werkkrachten uitwerpt, tot wie
moeten zij zich dan om steun anders wenden dan tot de
publieke lichamen? De tijd is voorbij, dat particulieren of
liefdadigheidsinstellingen in dit opzicht belangrijke hulp kun
nen verstrekken; zij staan machteloos tegenover het groote
vraagstuk der werkloosheid en haar ellendige gevolgen, waar
tegen alleen de groote financieele macht en de goed toegeruste
technische hulpmiddelen der publieke lichamen iets van be-
teekenis vermogen te doen. Trouwens, de volwaardige arbeider,
die nog zijn gevoel van menschenwaarde niet heeft verloren,
verlangt geen aalmoes doch rechthij verlangt bescherming
tegen de noodlottige werking van het maatschappelijk stelsel,
waaronder hij gedwongen is te leven.
In dit verband wenscht spreker iets te zeggen over de
poging, welke te Leiden wordt gedaan om door middel van
een commissie gelden bijeen te brengen, teneinde den nood
eenigszins te lenigen. Spreker is er in het algemeen geen
tegenstander van, dat zij, die over veel middelen beschikken,
uit philanthropische overwegingen een deel daarvan afstaan
om den nood eenigermate te verminderen.
Aan deze pogingen zijn echter ook groote nadeelen ver
bonden, want wanneer die commissie aan het werk gaat, ont
staat het gevaar, dat men al spoedig meent dat de gemeente
en Maatschappelijk Hulpbetoon reeds nu voldoende doen om
den nood te lenigen; m. a.w. het gevaar ontstaat, dat men,
wijzende op hetgeen van particuliere zijde gedaan wordt, niet
voldoende zal blijven aandringen op meerderen steun van de
gemeente en van Maatschappelijk Hulpbetoon; het voordeel
van de kleine bedragen, die men aldus bijeenbrengt, weegt
niet op tegen het nadeel, dat de gemeente en Maatschappelijk
Hulpbetoon niet voldoende hun plicht doen. Spreker respec
teert de goede bedoelingen, maar acht het in deze omstandig
heden beter een dergelijke commissie niet in het leven te
roepen. De werklooze verlangt geen aalmoes, maar vraagt
recht van de publieke lichamen en wanneer de eenige macht,
die hem helpen kan, zulks door onwil of door onmacht weigert,
dan dreigt groot gevaar, dat in dien arbeider iets breekt, iets
stuk wordt geslagen, dat hij verliest het geloof in zijn mede-
menschen en in de waarde van de parlementaire instellingen
wanneer de arbeider bespeurt,hoe onverschillig de maatschappij
en haar krachtigste instellingen zich gedragen tegenover zijn
leed en zijn ellende, dan dreigt het gevaar dat hij ook on
verschillig wordt tegenover zijn medemenschen en de parle
mentaire instellingen. Gelukkig die arbeider, die door harden
onzelfzuchtigen arbeid in het algemeen belang die teleur
stelling te boven weet te komen, die de cynische houding
der publieke lichamen bij hem heeft gewekt.
Welke gevaren het land bedreigen, als het niet door krachtig
optreden de maatschappelijke ellende weet te beteugelen,
bewijst Duitschland. Als dit land gered wordt van den maat-
schappelijken chaos en de vreeselijke ellende, die een burger
oorlog in het leven zou roepen, dan zal dit te danken zijn
aan de houding van de sociaal-democraten.
Ook hier dreigt gevaar voor het parlementaire stelsel, d.w.z.
voor de geleidelijke en ordelijke ontwikkeling der maat
schappelijke verhoudingen. Als het geloof in de democratie
verdwijnt, neemt het gevaar van den burgeroorlog toe.