MAANDAG 19
JANUARI 1931.
39
zoover het dit wenscht, bevredigt spreker uiteraard niet
geheel. Aan dit antwoord ligt ten grondslag een miskenning
van de waarde van den 1-Meidag, zooals die wordt gevoeld
door hen, die daaraan deelnemen. Langzamerhand zal de
Overheid toch rekening moeten gaan houden met de groeiende
belangstelling voor dien dag en met de stijgende behoefte om
dien dag te vieren. Het is uiteraard heel moeilijk voor anderen
om zich in te denken in den gedachtengang van hen, die
voorstanders zijn van de viering van den 1-Meidag.
Voor hen, die dezen dag gaarne vieren, is het een feest
dag. Hiervoor gelden bijzondere motieven. Aan de viering
van dezen dag ligt een bijzondere gedachte ten grondslag.
Het College van Burgemeester en Wethouders staat echter
zonder meer afwijzend tegenover deze zaak. Spreker heeft
gemeend hieromtrent geen voorstel te moeten indienen, omdat
dit toch geen kans van aanneming zou hebben. Hij achtte
het echter wel van belang de waarde en de beteekenis van
den 1-Meidag ook in den Raad te belichten.
De Voorzitter schorst de vergadering tot Dinsdag 20
Januari 1931, des namiddags te 2 uur.
Te LeideD ter Boekdrukkerij van J J. GROEN ZOON.