MAANDAG 22 DECEMBER 1930.
330
Vóór stemmen: de heeren Manders, van Es, van Tol,
de Reede, Eikerbout, Tepe, Reimeringer, Splinter, Goslinga,
van der Reijden, Bergers, Donders, Wilbrink, Wilmer, Parmen-
tier, Zitman, Meijnen en Coster.
Tegen stemmen: mevrouw Braggaarde Does, de heeren
van Stralen, Vallentgoed, Kooistra, de Waal, Koole, van Eek,
Verweij en Schüller.
(Tijdens deze stemming had de heer Romijn de vergadering
tijdelijk verlaten.)
De heer van Eck zegt hierop namens zijn tractie gebruik
te zullen maken van zijn recht om een spoedeischende verga
dering aan te vragen.
5°. Adres van de gezamenlijke Werkloozen-Agitatie Comités,
houdende eischen in zake wijziging van den steun aan
werkloozen.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethonders
om praeadvies.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
1°. dat op 5 December j.l. heeft plaats gehad de opneming
van de boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waar-
Van proces-verbaal in duplo is opgemaakt, dat aan Gedep.
Staten is toegezonden en in de Leeskamer ter inzage neder-
gelegd;
2°. dat het door Burgemeester en Wethouders uit te brengen
praeadvies op het in de zitting van 1 December j.l. in hun
handen gestelde beroepschiift van C. C. van den Bosch in
zake weigering van een bouwvergunning nog in voorbe
reiding is;
In verband daarmede wordt zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 79 der
Bouwverordening, besloten de beslissing omtrent dat beroep
schrift voor den tijd van 30 dagen te verdagen.
3°. dat het voornemen bestaat om de eerstvolgende raads
zitting te houden op Maandag 12 Januari a.s. en de behande
ling van de begrooting aan de orde te stellen op Maandag
19 Januari d. a. v. en zoo noodig ook de volgende dagen.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van 5 leden van de Plaatselijke Schoolcom
missie.
(Zie Ing. St. No. 251.)
De Voorzitter verzoekt den heeren van Stralen, Manders,
van der Reijden en van Es het stembureau te vormen.
Mevrouw Braggaar—de Does vraagt, ot de voordracht
alleen aan de heeren leden van den Raad is gericht of dat
de Secretaris van de Plaatselijke Commissie niet weet, dat
er ook een vrouw in den Raad zitting heeft.
De Voorzitter veronderstelt, dat het een vergissing is en
biedt namens de Plaatselijke Schoolcommissie hetgeen hij
meent wel te kunnen doen mevrouw BraggaarDe Does
zijn verontschuldigingen aan.
Worden benoemd mevrouw J. C. de Cler—de Bruyn en de
heeren A. L. Boot, W. P. Melief en A. B. Mulder, ieder met
algemeene (29) stemmen, en de heer Jac. Tjalsma met 28
stemmen de heer D. Bosma verkreeg 1 stem.
De Voorzitter dankt den leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
II. Praeadvies op het verzoek van Ir. Ch. C. van der Vlis
om eervol onslag als Ingenieur der Gemeentewerken.
(Zie Ing. St. No. 252.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
III. Voorstel tot verhuring van verschillende perceelen wei
en teelland.
(Zie Ing. St. No. 259.)
De heer Bosman wijst er op, dat het perceel weiland in
den Maredijkschen Polder, dat voorkomt onder No. 1, bestemd
is voor sportterrein. Moet hij, vraagt spreker, uit het voorstel
om dit publiek te verhuren besluiten, dat het praeadvies
betreffende het sportterrein ongunstig zal luiden, zoodat er
van een sportterrein wellicht niets komt? Wanneer dit echter
niet het geval is, wil spreker voorstellen dit terrein niet
publiek te verhuren, doch het te reserveeren, opdat de Raad
kan besluiten daar een sportterrein te vestigen.
De heer van Eck zegt, dat, in verband met den nood,
waarin de landbouw en de tuinbouw verkeeren, het voor de
boeren en tuinders heel moeilijk zal zijn aan hun verplich
tingen te voldoen. In de provincie Noord-Holland is een voor
stel aangenomen, waarbij aan de noodlijdende tuinders cre-
dieten worden verschaft, en op het oogenblik is in de Staten
van Zuid-Holland een voorstel aanhangig naar aanleiding van
een adres van tuinders uit Ter Aar om eventueel tot hetzelfde
te besluiten. Men is overtuigd, dat tot behoud van de volks
kracht het gewenscht kan zijn, dat niet streng de hand wordt
gehouden aan de overeengekomen bepalingen, dat daarentegen
door een tegemoetkomende houding aan die menschen, die
voor een belangrijk gedeelte slovers zijn, de kans moet worden
gegeven om hun bedrijf voort te zetten. Wanneer dus door
een overheidslichaam hulp wordt verleend, moet een ander
overheidslichaam toch voorzichtig zijn en zorgen, dat het die
menschen niet in moeilijkheden brengt. Het is niet sprekers
bedoeling om te oordeelen over al die pachten; sommige
zullen te hoog zijn, terwijl andere best betaald kunnen wor
den. Maar, naar spreker vernomen heeft, vond de taxatie
plaats in Juli en er staat in het rapport van Burgemeester
en Wethouders, dat er verhuurd zal worden tegen prijzen,
gelijk aan of hooger dan de taxatie. Nu kan men zeggen:
de tuinders willen zelfs meer betalen dan de taxatie, maar
zij moeten land hebben om te kunnen leven. Al hebben zij
in de prijzen toegestemd, dan kan het dus toch voor hen
wel buitengewoon moeilijk zijn de pacht te betalen.
Spreker denkt er niet over om op een algemeene verlaging
van de pacht aan te dringen, want er kunnen menschen bij
zijn, die het best kunnen betalen of die vroeger heel goede
jaren hebben meegemaakt. Maar in andere gevallen kan het,
niet slechts uit welwillendheid, maar terwille van het behoud
van de volkskracht, noodzakelijk zijn de pacht te verlagen,
althans restitutie te verleenen. Spreker verzoekt Burgemeester
en Wethouders om bij eventueele inkomende verzoeken daar
mede rekening te houden en zich niet op het standpunt te
plaatsen, dat de betrokkenen zelf in het bedrag van de pacht
hebben toegestemd.
Naar aanleiding van het feit, dat aan den huurder J. Bol
is medegedeeld, dat zijn land langs de trambaan binnen een
maand kan worden opgezegd, vraagt spreker, of die termijn
voor een tuinder niet veel te kort is. Indien het voor de
gemeente noodzakelijk is dezen termijn aan te houden,' dan
zou er in ieder geval een schadevergoeding gegeven moeten
worden, wanneer van dien termijn gebruik wordt gemaakt.
De heer Splinter zegt in antwoord aan den heer Bosman,
dat openbare verhuring van het door dezen bedoelde terrein
niet van invloed is op het eventueele tot stand komen van
een sportveld daar ter plaatse, aangezien de verhuring met
drie maanden kan worden opgezegd.
Spreker zegt verder in antwoord aan den heer van Eck,
dat ongetwijfeld een ieder er van doordrongen is, dat er nood
heerscht in den land- en tuinbouw. De heer van Eck heeft
medegedeeld, dat de Provinciale Staten van Noord-Holland
en wellicht ook die van Zuid-Holland credieten zullen ver
leenen aan de land- en tuinbouwers. Maar de hier voor
gestelde huren zijn niet te hoog. De heer de Graaf, die het
land getaxeerd heeft, is niet te hoog geweest en slechts
enkele perceelen zijn wat hooger dan de pachters vroeger
betaalden.
Spreker zegt, dat een verzoek, als waarop de heer van Eck
doelde, niet is ingekomen. Mochten Burgemeester en Wet
houders een dergelijk verzoek ontvangen, dan zijn zij bereid
de zaak nader onder de oogen te zien.
Het stuk grond aan de trambaan is met een maand opzegbaar,
daar het bouwgrond is en, als het verkocht wordt, op korten
termijn moet kunnen worden teruggenomen.
De heer Bosman merkt op, dat, als er plannen zijn om
binnenkort met het sportterrein te beginnen, het hem niet
verstandig lijkt dezen grond publiek te verhuren. "Want het
is weiland, waaraan men dus eerst in het voorjaar en in den
zomer wat heeft, zoodat, wanneer spoedig met den aanleg
van een sportterrein zou worden begonnen, men meer last
dan profijt van het verhuren zou hebben.
De Voorzitter wijst er op, dat niet in ieder geval ver
huurd zal worden, maar dat alleen de mogelijkheid daartoe
geschapen wordt. Bij het opmaken van de plannen voor den
aanleg van sportvelden maakt de bestemming van dezen
grond natuurlijk een punt van overweging uit en dan zal