174 Voorstel meerderheid en minderheid, resp. als meerderheidsvoorstel punt VI en als minderheidsvoorstel punt IV de jaarwedde van een hoofd van eene openbare bewaarschool na 2, 4 en 6 jaren dienst als hoofd eener bewaarschool telkens te verhoogen met 100. Voorstel meerderheid en minderheid, resp. te nummeren VII en V te bepalen, dat de onderwijzeressen van de openbare bewaarscholen eene jaarwedde genieten van 1.000.met vijf tweejaarlijksche verhoogingen van 100.en dat voor het bezit van de bevoegdheid om als hoofdonderwijzeres op te treden het salaris met 200.per jaar wordt verhoogd; De minderheid stelt voor aan laatstgenoemd voorstel toe te voegen: „Tijdelijke onderwijzeressen ontvangen eene belooning berekend naar 1000.per jaar". De meerderheid stelt voor aan laatstgenoemd voorstel toe te voegen: „De op het tijdstip van in werking treding van dit besluit in functie zijnde onderwijzeressen zullen door deze verandering in de regeling van het salaris, niet in jaarwedde achteruit gaan."; Voorstel meerderheid en minderheid, resp. te nummeren VIII en VI: te bepalen, dat de hoofden van de openbare bewaarscholen niet meer ambulant zullen zijn; Voorstel van meerderheid en minderheid, resp. te nummeren IX en VII: uit de verordening van 17 Mei 1920 (Gem. Blad no. 27) te laten vervallen artikel 4 luidende: „De kweekelingen en, indien noodig ook de onderwijzeressen, ontvangen kosteloos onderwijs en leermiddelen"; VIII. te besluiten, dat ten behoeve van een na den datum van dit besluit te stichten bijzondere bewaarschool geen subsidie wordt verleend, indien niet te voren de goedkeuring van den Gemeenteraad is verkregen omtrent de plaats van vestiging; IX. te bepalen, dat het sub II bedoelde bouwsubsidie wordt toegekend zoo spoedig mogelijk na den dag waarop de school wordt geopend, met dien verstande, dat, indien de school op den dag van opening minder dan 72 leerlingen telt, het bouwsubsidie wordt toegekend zoodra mogelijk na afloop van het jaar waarin geregeld ten minste 72 leerlingen de school hebben bezocht. X. te besluiten, dat ten behoeve van een na den datum van dit besluit te stichten bijzondere bewaarschool geen subsidie wordt verleend, indien niet te voren de goed keuring van Burgemeester en Wethouders is verkregen omtrent de plaats van vestiging, behoudens beroep op den Gemeenteraad; XI. te bepalen, dat geen subsidie wordt verleend aan eene bewaarschool met minder dan 72 geregeld ter school gaande kinderen. XII. uit artikel 4 van de sub III genoemde verordening te doen vervallen de bepaling: „Minder dan 3 onderwijzeressen mag de school echter niet hebben, tenzij het aantal leer lingen minder dan 70 bedraagt, in welk geval met twee leerkrachten kan worden volstaan"; XIII. te bepalen, dat aan de besturen der van gemeentewege gesubsidieerde bewaarscholen, die in het jaar 1931, als ge volg van het sub XII genoemd besluit aan onderwijzeressen hunner scholen ontslag mochten verleenen, een bedrag uit de gemeentekas zal worden toegekend om hen in staat te stellen aan de ontslagen onderwijzeressen gedurende één jaar, te rekenen van den datum van ingang van het ont slag, eene uitkeering te verleenen op den voet van de verordening van 20 Februari 1922 (Gem. Blad No. 5) rege lende het verleenen van wachtgeld aan gemeenteamb tenaren XIV. het maximum aantal leerlingen per klasse van de openbare bewaarscholen te bepalen op 48; Voorstel van meerderheid en minderheid, resp. te nummeren XV en X: de genomen besluiten te doen ingaan op 1 Januari 1931. Met verwijzing naar de ter inzage gelegde adviezen van de Commissie voor de bewaarscholen en de Commissie voor het onderwijs geven wij U in overweging deze zaken in behandeling te nemen en na Uwe beslissingen inzake de evenvermelde voorstellen nog te besluiten: a. aan de Vereeniging tot opleiding van Christelijke bewaarschoolonderwijzeressen alhier, te rekenen met ingang van 1 September 1930, een jaarlijksche subsidie uit de gemeentekas te verleenen van 50.per Leidsche leerling, onder voorwaarde, dat de Vereeniging verplicht zal zijn na afloop van elk jaar een rekening en verantwoording aan Burgemeester en Wethouders over te leggen; b. de verschillende tot U gerichte adressen in zake het bewaarschoolonderwijs alsmede het voorstel van wijlen den heer K. Sijtsma betreffende het instellen van een onderzoek naar de behoefte aan openbare bewaarscholen in verschil lende stadswijken, thans als afgedaan te beschouwen. Ten slotte deelen wij U mede, dat wij zoo spoedig moge lijk na Uwe beslissingen de daardoor noodig geworden vaststelling van nieuwe of wijziging van bestaande veror deningen bij U aanhangig zullen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 24