350 MAANDAG 22 DECEMBER 1930. College van Burgemeester en Wethouders dankende voor de tegemoetkomingen, welke in het voorstel vervat zijn, het betreurende evenwel, dat het CJlege gemeend heeft niet verder te kunnen gaan. Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 18 tegen 10 stemmen. Vóór stemmen: de heeren van Es, van Tol, de Reede, Eikerbout, Tepe, Reimeringer, Splinter, Goslinga, van der Reijden, Bergers, Donders, Wilbrink, Wilmer, Parmentier, Busman, Zitman, Meijnen en Coster. Tegen stemmen: mevrouw Braggaarde Does, de heeren van Stralen, Manders, Vallentgoed, Kooistra, de Waal, Koole, van Eek, Verweij en Schriller. (De heeren Romijn en Groeneveld hadden de vergadering inmiddels verlaten.) De Voorzitter vraagt, of een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer van Stralen verzoekt Burgemeester en Wethou ders de vergunningen voor bouwaanvragen zooveel mogelijk te bespoedigen. Hem is een geval bekend, waarin iemand drie maanden heeft moeten wachten op een vergunning voor het bouwen van zes huizen. Hij heeft zijn menschen moeten ontslaan, terwijl hij ze aan den gang had kunnen houden, indien hij spoediger de vergunning had gekregen. De Voorzitter raadt den heer van Stralen aan daarover overleg te plegen met den heer Splinter. Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter de vergadering. Te Reiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 18