142 Een ontwerp van de aldus gewijzigde Statuten biedt de Yennootschap bij haar hieronder afgedrukt schrijven Uwe Vergadering ter goedkeuring aan, tegen het verleenen van welke goedkeuring noch bij den Commissaris der gemeente, noch bij ons College bezwaar bestaat. Onder mededeeling, dat de verdere wijzigingen, in de Statuten aan te brengen in verband met den nieuwen toe stand als gevolg van de overneming van de aandeelen, zoo spoedig mogelijk bij U aanhangig zullen worden gemaakt, geven wij Uwe Vergadering thans in overweging toe stemming te verleenen tot wijziging van de Statuten der N. V. Leidsche Duinwater Maatschappij volgens het bij haar verzoek overgelegd, in de Leeskamer ter visie gelegd ontwerp. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden; dat zij in hare Statuten eenige wijzigingen wenscht aan te brengen, in hoofdzaak teneinde die in overeenstemming te brengen met de bepalingen der Wet op de Vennootschappen; dat zij ingevolge Art. 18 der Concessie-voorwaarden de goedkeuring van Uwen Eaad behoeft; reden waarom zij de eer heeft Uwen Eaad hierbij aan te bieden een ontwerp van de Statuten, zooals zij die na de wijziging zou wenschen te doen luiden. 't Welk doende enz. N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij. C. J. van Spall, wnd. Dir. Leiden, 24 October 1930. N°. 229. Leiden, 30 October 1930. Tengevolge van de toeneming van de werkloosheid stijgen gedurende de laatste weken voortdurend de bedragen, die voor de wekelijksche uitkeeringen aan uitgetrokken werk- loozen benoodigd zijn. De op de begrooting van den loopenden dienst voor dat doel beschikbaar gestelde som van 75000. zal dan ook niet toereikend zijn. Zooals de toestand zich thans laat aanzien moet een verhooging van dezen post met ƒ25000— noodzakelijk worden geacht. Voorts dient de begrooting nog in overeenstemming te worden gebracht met Uw besluit van 19 Mei j.l., om het aandeel der gemeente m de werkverschaffingsloonen van den Leidschen Hout, geraamd op ƒ13000.niet ten laste van het „Fonds voor Stadsverbetering, Werkverschaffing en andere Sociale Doeleinden" te brengen, maar uit den gewonen dienst te bestrijden. In verband hiermede zal tevens uit den naam van het Fonds het woord „werkverschaffing" dienen te vervallen. In totaal moet derhalve in een bedrag van ƒ25000.f- ƒ13000.ƒ38000.worden voorzien, hetwelk kan worden gevonden door verhooging van volgn. 141 (sub b) „Plaat selijke belasting naar het inkomen." Op dat onderdeel zal ongeveer 50000.meer worden ontvangen dan ge raamd was, van welke meerdere opbrengst intusschen reeds ƒ10.000met het oog op de dekking van de kosten van uitdieping van vaarwateren (Iugek. Stukken No. 216), werd aangewend voor verhooging van den post „Onvoorziene Uitgaven". Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging den hierbij overgelegden begrootingsstaat model D, dienst 1930, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 230. Leiden, 30 October 1930. Nu de werkzaamheden, verbonden aan het leggen van een stamriool der centrale rioleering in den Heerensingel, gereed zijn gekomen, achten wij het wenschelijk, dat deze singel over zijn geheele lengte tusschen Julianastraat en Lagen Eijndijk 525 M.) wordt verbreed en verbeterd. De bestaande grint verharding van den rijweg toch voldoet sedert lang niet meer aan de eischen van het tegenwoordige verkeer, terwijl de breedte van den rijweg eveneens onvol doende is (tusschen Medusastraat en Lagen Eijndijk bijv. slechts 5 M.). Op de hierbij overgelegde teekening is het plan voor de verbetering van dezen weg aangegeven. De breedte van den rijweg varieert tusschen 8,30 en 9 M. Als verharding van den rijweg is een gesloten bitumineus wegdek gedacht op gewalste puinfundeering, in den geest als op den Eijnsburger- singel is aangebracht. Langs den huizenkant is een tegel trottoir met betonnen trottoirbanden ontworpen, waarvan de breedte in het algemeen wisselt tusschen 2,32 en 3,60 M.; op één plaats, waar een gebouw buiten de rooilijn vooruit steekt, kan het trottoir slechts 1,75 M. breed worden. Voorts is een trottoir ontworpen langs de los- en laadplaats tusschen Medusastraat en Lagen Eijndijk, ter breedte van 2,672,95 M. De boomen aan de huizenzijde zullen moeten verdwijnen; die aan den waterkant kunnen blijven staan, met uitzon dering van die langs de zooeven genoemde los- en laadplaats, welke naar het daarlangs ontworpen trottoir moeten worden verplaatst. Voor de uitvoering moet worden beschikt over de op de teekening rood gekleurde, aan de gemeente toebehoorende, doch als voortuinen in gebruik gegeven strook. Het is niet mogelijk gebleken tegen de gebruikelijke ver goeding van 10.per M2. tevens den eigendom te verkrijgen van de aan die strook grenzende gedeelten voortuin; dien tengevolge zal de rijweg ter plaatse geen grootere breedte dan 8,30 M. kunnen verkrijgen. De eigenaren van de groen gekleurde openbare stoepen zijn daarentegen bereid die stoepen om niet af te staan. De kosten, aan de verbetering van den Heerensingel ver bonden, worden geraamd op 46.500.Hierbij is er van uitgegaan, dat de kosten van de nieuwe hekafschei dingen langs de voortuinen tusschen Medusastraat en Lagen Eijndijk, nu deze voortuinen, voorzooverre zij particulier eigendom zijn, niet aan de gemeente overgaan, overeen komstig het bepaalde in de verordening op het bouwen en sloopen door de eigenaren van de aangrenzende perceelen zullen worden gedragen. Verder zal met het verleggen van eenige electriciteitskabels en gasleidingen een uitgave van 5.535.gemoeid zijn, welk bedrag, gelijk gebruikelijk is, voor rekening van het bedrijf der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit komt. Het beschikbaar te stellen bedrag van 46.500.zal ge vonden kunnen worden uit het Fonds voor Stadsverbetering en andere Sociale Doeleinden. Weliswaar bedraagt het saldo van dit fonds thans slechts 33.315.doch blijkens den geleidebrief, behoorende bij de gemeentebegrooting voor 1931, ligt het in het voornemen dit fonds aan te vullen met het batig slot van den dienst 1929, ad 160.165.In verband hiermede zal de financieele regeling dezer aangelegenheid later worden aanhangig gemaakt. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage ge legde stukken geven wij Uw Vergadering, in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, derhalve in overweging: a. goed te keuren, dat te zijner tijd een bedrag van 46.500.uit het Fonds voor Stadsverbetering en andere Sociale Doeleinden zal worden geput ten behoeve van de verbreeding en verbetering van den Heerensingel; b. om niet in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen de openbare stoepen, gelegen aan den Heeren singel voor de perceelen Sectie K, nis 3975, 3785, 2883 en 1373, op de teekening met een groene kleur aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 231. Leiden, 30 October 1930. In Uwe Vergadering van 30 September 1929 werd het hieronder afgedrukte adres van de Leidsche Koetsiers- vereeniging „Verbetering Zij Ons Streven" in handen van ons College gesteld om praeadvies. Dienaangaande deelen wij U thans het volgende mede. Het gedeelte van den Morschsingel tusschen den Morschweg en de Pesthuislaan is zeer smal: de afstand tusschen de aan weerszijden van den weg staande boomen bedraagt slechts M., terwijl geen trottoir aanwezig is, zoodat niet alleen het rijverkeer, maar ook de voetgangers op dien smallen weg zijn aangewezen. Bovendien is te verwachten, dat na de openstelling van de brug over het Galgewater het verkeer langs den Morschsingel nog aanmerkelijk zal toenemen. Verbreeding van dezen singel tusschen Morschweg en Spoor- havenbrug achten wij dan ook urgent. Het verdere gedeelte van dezen singel tot den Stationsweg heeft een rijwegbreedte van 4.80 M. en een voetpad van 1.50 M. breedte, zoodar, de verbetering daarvan naar onze meening voor- loopig nog achterwege kan blijven. Voor de verbreeding van eerstgenoemd gedeelte hebben wij een plan doen opmaken, hetwelk op de hierbij overge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 4