136
de eigen do tnsgr ens een ruimte van ten minste 3 M. moeten
worden gelaten, terwijl de afscheiding van den te verkoopen
grond van aangrenzende erven moet worden gemaakt ten
genoegen van Burgemeester en Wethouders;
5e. gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens de
Hinderwet vergunning moet worden gevraagd, mogen op
den te verkoopen grond niet worden opgericht;
6e. de nakoming van de onder le, 3e, 4e en 5e genoemde
voorwaarden moet worden verzekerd door het vestigen van
een servituut;
7e. de kosten van opmeting en alle verdere kosten op
de overdracht vallende, komen ten laste van den kooper;
8e. de akte zal wordeh gepasseerd door een door Burge
meester en Wethouders kan te wijzen notaris;
B. door vaststelling van de hierbij overgelegde staten
tot wijziging van de begrooting van het grondbedrijf en
van de gemeente-begrooting, beide dienst 1930, een bedrag
van ƒ18.795.te onzer beschikking te stellen voor den aan
leg van een toegangsweg tot den Leidschen Hout langs de
terreinen A. B en 6, het verlengen van de Johan de Witt-
straat en de Fagelstraat tot dien toegangsweg, het ver-
breeden tot 10 M. van een gedeelte der Ledenberchstraat, het
verbreeden van den Warmonderweg met slootdemping en
rioleering en het dempen van de sloot ten zuidwesten van
terrein Aeen en ander-met bijkomende werken, als be
planting, enz.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
NJ 214. Leiden" 14 October 1930.
Ook van den heer N". A. van Zijp, alhier, ontvingen wij een
aanvraag om verkoop van een perceel bouwgrond. Deze
heeft ten behoeve van den bouw van een blok van drie
aaneengesloten woningen, het oog geslagen op een terrein,
gelegen nabij den Rijnsburgerweg, aan de Zui i-Westzijde
van den in aanleg zijnden weg langs de trambaan der
H. T. M.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van meening,
dat tegen de voorgenomen wijze van bebouwing, welke
blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken zal
bestaan in de plaatsing van flinke, aesthetisch goed ver
zorgde heerenhuizen, geen bezwaren bestaan, mits met het
oog op de gevelbreedte en de aan weerszijden van het blok
te laten open ruimte een terrein ter oppervlakte van
i 1656 M2. wordt gekozen.
De met adressant gevoerde onderhandelingen hebben zoowel
met betrekking tot dit punt als ten aanzien van den prijs
en de verkoopvoorwaarden tot overeenstemming geleid,
zoodat, indien Uwe Vergadering zicb daarmede eveneens
vereenigt, de uitgifte van bouwterrein langs bedoelden in
aanleg zijnden weg daarmede daadwerkelijk een aanvang
zal hebben genomen.
Voor het voorste gedeelte, ter diepte van 35 M. en ter
oppervlakte van 1260 M2., werd een prijs van 15.
per M2 bedongen en voor het daarachter gelegen stuk ter
grootte van 396 M2. een prijs van 10.per M2.
De voorwaarden komen overeen met de bij de gemeente
gebruikelijke bepalingen, waaronder derhalve het voorschrift,
dat het bouwplan, afgescheiden van de bouwvergunning, de
goedkeuring van ons College behoeft.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie
liggende stukken geven wij Uwe Vergadering, in overeen
stemming met het advies der Commissie van Fabricage, mits
dien in overweging aan den heer N. A. van Zijp te verkoopen
het perceel bouwgrond, gelegen aan de Zuid-Westzijde van
den in aanleg zijnden weg langs de trambaan der H. T. M.,
nabij den Rijnsburgerweg, ter grootte van 1656 M2., op
de overgelegde kaart in rood aangeduid, deel uitmakende
van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie
P, Nis 982 (ged.), 983, 1241 (ged.) en 1242 (ged.), zulks voor
den prijs van 15.per M2., voor zooveel betreft het
gedeelte ter diepte van 35 Meter, gerekend vanaf den in
aanleg zijnden weg, groot 1^60 M2., en van 10.per M2.,
voorzooveel het overige gedeelte, ter oppervlakte van 396
M2., aangaat, en voorts onder de volgende voorwaarden:
1°. de verkoop van den grond geschiedt ten behoeve van
den bouw van drie aaneengesloten heerenhuizen, met den
bouw waarvan niet mag worden aangevangen voordat, be
halve de vergunning ingevolge de bouwverordening, op de
plannen en de plaatsing van die huizen de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders is verkregen; gelijke goed
keuring is noodig bij herbouw of geheele of gedeeltelijke
vernieuwing;
2°. de kooper is verplicht met de bebouwing van den te ver
koopen grond aan te vangen uiterlijk zes maanden na de over
dracht van den grond en deze bebouwing te voltooien uiterlijk
twee jaren na die overdrachtindien de kooper in gebreke blijft
aan een en ander te voldoen, vervalt hij in een boete aan de
gemeente Leiden van 100.voor elke maand, dat hij te
dien aanzien in gebreke mocht blijven, welke boete ver
schuldigd en invorderbaar zal zijn door de enkele nalatig
heid, zonder dat eenige ingebrekestelling noodig zal zijn;
3°. de voortuin, ter diepte van 10 Meter, moet van den
openbaren weg worden afgescheiden door een behoorlijk hek
op doorgaanden steenen voet ten genoegen van Burge
meester en Wethouders, en moet worden aangelegd en onder
houden volgens nadere aanwijzing en ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders;
4°. ter weerszijden van het bouwblok moet een open ruimte
van ten minste 3 Meter worden gelaten, terwij! de afschei
ding van den te verkoopen grond van aangrenzende erven
moet worden gemaakt ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders
5°. gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens de Hin
derwet vergunning moet worden gevraagd, mogen op den
te verkoopen grond niet worden opgericht
6°. de nakoming van de onder 1°, 3°, 4° en 5° genoemde
voorwaarden moet worden verzekerd door het vestigen van
een servituut
7°. de kosten van opmeting en alle verdere kosten op de
overdracht vallende, komen ten laste van den kooper
8°. de akte zal worden gepasseerd door een door Burge
meester en Wethouders aan te wijzen notaris.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 215. Leiden, 14 October 1930.
Nu de Maredijk met omgeving op het stamriool in den
Rijnsburgersingel is aangesloten, blijkt het riool in eerstge
noemde straat, tusschen den singel en de Aloëlaan, voor
namelijk wegens zijn hooge ligging en het te kleine profiel
van het gedeelte tusschen Pief; Heinstraat en Aloëlaan, niet
in staat het rioolwater van de achterliggende straten vol
doende op het stamriool af te voeren, zoodat dit water zijn
loozing vindt in de sloot langs de Aloëlaan en in do Haar
lemmertrekvaart langs den gebouwden nooduitlaat. Daar
deze toestand niet kan worden bestendigd, zal tot verbete
ring van het riool in het genoemde gedeelte van den Maredijk
moeten worden overgegaan. Daartoe ware een geheel nieuw
betonriool, wijd 40/60 cM., op grootere diepte dan het thans
aanwezige te leggen, gaande van de bestaande damkast bij
den Rijnsburgersingel onder één doorgaande helling in aan
sluiting aan het riool in de Aloëlaan. Een en ander is op
de hierbij overgelegde teekening nader aangegeven.
De kosten, aan dit werk verbonden, worden, met inbegrip
van die voor de noodige rioolkasten en aansluitingen en van het
opruimen van het oude riool, geraamd op 8.000.welk
bedrag, evenals de kosten, verbonden aan den aanleg van
de centrale rioleering, uit geldleening zal kunnen worden
gevonden.
Wij geven mitsdien, in overeenstemming met de Commissie
van Fabricage en met verwijzing naar de in de Leeskamer
neergelegde stukken, Uwe Vergadering in overweging, door
vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D,
dienst 1930, een bedrag van ƒ8.000.te onzer beschikking
te stellen ten behoeve van de vernieuwing van het riool
in den Maredijk, tusschen den Rijnsburgersingel en de
Aloëlaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
NT". 216. Leiden, 14 October 1930.
Het is ons gebleken, dat in de vaarwateren in deze
gemeente op tal van plaatsen ondiepten voorkomen, welke
hinderlijk zijn voor de scheepvaart en daarom zoo spoedig
mogelijk dienen te verdwijnen. Behalve in verschillende
andere wateren, zijn in den doorgaanden scheepvaartweg
HavenOude Vestturfmarkt, aan weerszijden langs de
walkanten belangrijke verondiepingen vastgesteld, hetgeen
vooral bij het elkander voorbij varen van schepen, alsmede
bij het laden en lossen aan den wal tot ernstige moeilijk
heden aanleiding kan geven. In het midden is over het
algemeen een voldoende diepte (tenminste 2.80 M.) aanwezig.
Ten einde dit vaarwater in behoorlijk bevaarbaren staat
te brengen, zonder gevaar voor de walmuren te veroor
zaken, zal het moeten worden uitgediept, zoodanig, dat tot op