MAANDAG 25
AUGUSTUS 1930.
259
De heer Goslinga zegt, dat Burgemeester en Wethouders I
een nieuw voorstel daaromtrent hebben uitgewerkt naar aan
leiding van de tegen het eerste voorstel ingebrachte bezwaren.
Het overleg daaromtrent met den Minister van Arbeid is ge
ëindigd, het voorstel is bij de Commissie van Fabricage ge
weest, is thans om advies bij de Commissie van Financiën
en zal, naar spreker hoopt, nog in September behandeld worden
hoe eerder, hoe liever.
De heer Coster zegt, dat de Wethouder van Fabricage
indertijd wijziging van de rioolbelasting heeft toegezegd. Kan
daarmede geen spoed betracht worden? Anders bestaat de
kans, dat in Januari ingezetenen in die belasting aangeslagen
blijven, die er niet onder vallen.
De heer Goslinga zegt, dat inderdaad een wijziging van
de precario-verordening zoover gevorderd is, dat zij naar de
Commissie van Fabricage om advies is; dan zal zij naar de
Commissie van Financiën moeten. De Commissie en het
College hebben het echter zeer volhandig gehad met de pas
behandelde belastingvoorstellen; binnenkort zal echter de
wijziging van de precario-verordening als een aanvullend
dessert op dien grooten maaltijd den Raad bereiken.
De heer Groeneveld zegt, dat de oppervlakte van de auto
garage aan den Morschsingel blijkbaar te klein is, daar de
ondernemer nu maar den openbaren weg geannexeerd heeft
als uitbreiding van zijn garage. Spreker acht dit een vreemde
manier van doen; dikwijls staan 10 auto's op den openbaren
weg, zoodat er zelfs voor de voetgangers vaak geen door
komen aan is. De openbare weg is er echter voor het verkeer
en niet om gebruikt te worden als bergplaats voor auto's.
De Voorzitter zal de aandacht van de politie hierop vestigen.
De heer Manders stelt de vraag, of het niet gewenscht is
maatregelen te treffen, waardoor aan de wedstrijden, die in
de zweminrichting aan den Hoogen Rijndijk worden gehouden,
geen personen uit Gouda of omgeving kunnen deelnemen.
Spreker stelt deze vraag in verband met het heerschen van
de kinderverlamming in Gouda en omgeving en de mogelijk
heid van overbrenging dezer ziekte door middel van het
water. Als spreker goed is ingelicht, heeft onlangs een
Goudsche club aan een polowedstrijd in de zweminrichting
deelgenomen.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders
dergelijke maatregelen reeds hebben genomen en dat als
gevolg daarvan geen personen uit Gouda aan den gehouden
wedstrijd hebben deelgenomen.
De heer Wilbrink vestigt de aandacht op den gevaarlijken
verkeerstoestand op de Uiterstegracht en vraagt, of het niet
gewenscht is ook op die gracht het eenrichtingsverkeer voor
auto's en andere voertuigen in te voeren.
De Voorzitter zegt toe hierover het oordeel van den Com
missaris van Politie te zullen vragen.
De heer Schüller wijst op den verkeerstoestand in de
St Jorissteeg en stelt de vraag, of het niet gewenscht is deze
steeg voor het berijden met rijwielen af te sluiten.
De Voorzitter zegt daarop de aandacht van de Politie te
zullen vestigen.
De heer Vallentgoed deelt mede, dat in de Hoefstraat
doorloopend een auto geparkeerd staat, die een belemmering
voor het verkeer vormt. Spreker verzoekt den Voorzitter
maatregelen te nemen, waardoor deze hinder wordt opgeheven.
De Voorzitter zegt de aandacht van den Commissaris van
Politie ook hierop te zullen vestigen.
Indertijd heelt de heer Groeneveld een vraag gesteld in
verband met het feit, dat vaak een auto werd geplaatst op
"het trottoir van de Haarlemmerstraat, hoek Donkersteeg. In
antwoord op die vraag kan spreker thans mededeelen, dat de
politie, sedert de Haarlemmerstraat is voorzien van dubbel
tramspoor, steeds heeft aangenomen, dat gedurende de weinige
oogenblikkeu, dat de auto met twee wielen op het trottoir
voor de zaak van den heer de Koning is geplaatst tot het
laden of lossen, inderdaad noodzaak aanwezig is, aangezien in
de onmiddellijke nabijheid van de zaak geen gelegenheid is,
om goederen in of uit te laden. Het verkeer ondervindt geen
belemmering. Voor de voetgangers blijft een strook van 1.15 M.
van het trottoir vrij en de tram kan ongehinderd passeeren.
Wanneer de auto op den rijweg tegen het trottoir werd
geplaatst, zou de tram moeten stoppen en wachten tot de
autobestuurder zijn wagen verhaald had.
Het belang van den heer de Koning brengt mede, dat hij
het laden en lossen zoo snel mogelijk laat plaats hebben, aan
gezien het publiek anders niet in de gelegenheid is rustig de
étalage van zijn zaak te bekijken.
In het onderhavige geval meent de politie het beste te
doen met het plaatsen van de auto op het trottoir oogluikend
toe te laten.
De heer Groeneveld zeg, dat vele winkeliers aan de Haar
lemmerstraat in dezelfde ongunstige positie verkeeren als de
heer de Koning, terwijl voor hen de desbetreffende bepaling
van de verordening op het rijden blijft gelden. Spreker acht
het niet gewenscht, dat ten opzichte van een winkelier een
uitzondering op den regel wordt gemaakt.
De Voorzitter zegt toe deze vraag te zullen onderzoeken.
Op het oogenblik vermoedt hij, dat in de andere gevallen,
ook wanneer de auto met twee wielen op het trottoir wordt
geplaatst, geen voldoende ruimte voor het verkeer overblijft.
De Voorzitter doet thans de deuren sluiten.
Na hervatting van de openbare vergadering stelt de Voor
zitter namens Burgemeester en Wethouders spoedeischend
voor om te besluiten:
a. tot aankoop in het belang van de volkshuisvesting tegen
den prijs van 2.per M2 van de perceelen land, kadas
traal bekend gemeente Oegstgeest, Sectie E, No. 248, groot
*0.70.00 H.A., Sectie E. No. 2511, groot 2.70 00 H. A.,
en Sectie A, No. 2509, groot 3.18.76 H. A., dit laatste
nummer met uitzondering van de zich daarop bevindende
woning en schuur met erf, op de overgelegde teekening in
groene kleur aangegeven;
b. tot aankoop in het belang van de volkshuisvesting tegen
den prijs van 10.000.van de sub a bedoelde woning en
schuur met ert, groot 864 M2.
c. de sub o genoemde perceelen en de sub b bedoelde
woning en schuur met erf in te brengen in het Gemeentelijk
Grondbedrijf voor de koopsom, vermeerderd met de kosten,
op den aankoop vallende;
d. tot vaststelling van de overgelegde wijziging van de be
grooting van het Gemeentelijk Grondbedrijf, dienst 1930, en
van den mede bijgevoegden begrootingsstaat, model D, dienst
1930, groot, met inbegrip van de kosten van overdracht,
f 143.000.—.
Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
dadelijke behandeling is besloten, wordt, eveneens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
vervolgens de vergadering.
Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel
van Burgemeester en Wethouders betreffende aankoop van
de perceelen grond, kadastraal bekend gemeente Oegstgeest,
Sectie E, Nis 248 en 2511, en Sectie A, No. 2509, en tot het
inbrengen van deze perceelen in het Grondbedrijf.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.