110 N° 180. Leiden, 25 Augustus 1930 lot uu toe werden de lessen in het Duitsch aan de lioogere Burgerschool met 5 jarigen cursus ten deele gegeven door leerkrachten verbonden aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Wegens toeneming van het aantal klassen aan deze in richtingen van onderwijs is zulks voor den nieuwen cursus niet meer mogelijk. In verband daarmede is het noodig, dat aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus voor den duur van den cursus 19301931 een tijdelijke leerkracht in het Duitsch wordt aangesteld. Met verwijzing naar de bij de stukken gevoegde adviezen van de Commissie van Toezicht op- en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, bevelen wij U ter benoeming aan en wel tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den duur van den cursus 19301931: 1°. mej. L. C. J. WERY te 's Gravenhage 2°. den heer J. W. VEENHOF, onderwijzer aan de school voor buitengewoon lager onderwijs te Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 181. Leiden, 25 Augustus 1930. Onder mededeeling, dat wij ons kunnen vereenigen met het hieronder afgedrukt voorstel van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten tot toekenning van een periodieke verhooging van wedde bij vervroeging, gerekend te zijn ingegaan 1 Juli 1930, aan Dr. F. J. Stuurman, Geneesheer-Directeur dier inrichtingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Augustus 1930. Wij hebben de eer Uw College mede te deelen, dat het opnieuw onze aandacht heeft getrokken, dat de salariëering van den Geneesheer-Directeur «nzer inrichtingen de verge lijking met die van zijne ambtgenooten aan andere ge stichten, geenszins kan doorstaan. Het belang onzer inrich tingen, dat ten nauwste verbonden is met de mogelijkheid om te allen tijde een bekwamen Geneesheer-Directeur te kunnen verkrijgen of behouden, brengt derhalve mede, dat het salaris wordt verhoogd. En wij zouden wellicht dan ook niet geaarzeld hebben een daartoe strekkend voorstel aan Uw College te doen, ware het niet, dat de salariëering van het geheele gemeente-personeel thans bij een Raadscommissie ad hoc in onderzoek is. Onder deze omstandigheden komt het ons noch doelmatig noch gewenscht voor de salariëering van den Geneesheer-Directeur afzonderlijk, dus buiten het verband met de salariëering van het overige gemeente- personeel, aan de orde te stellen. Doch wel heeft de grootst mogelijke meerderheid onzer Commissie in het bovenstaande, alsmede in de wijze, waarop de tegenwoordige functionaris zijn verantwoordelijke en veel omvattende taak uitoefent, aanleiding gevonden om; in afwachting van de door de salariscommissie ad hoc in te dienen voorstellen, U in overweging te geven te bevorderen, dat aan Dr. F. J. Stuurman zijn laatste periodieke verhooging van wedde, waarop hij eerst op 1 Juli 1932 recht heeft, bij vervroeging en wel gerekend te zijn ingegaan op 1 Juli 1930 wordt toegekend. De kleinst mogelijke minderheid onzer Commissie kan zich echter met het voorstel van de meerderheid niet vereenigen en is van meening, dat de kwestie van de salariëering van deu Geneesheer-Directeur tegelijk behoort te worden be handeld met die van het overige gemeente-personeel. Als Commissie geven wij Uw College mitsdien in over weging op grond van artikel 6 der algemeene salarisveror dening den Raad voor te stellen, aan Dr. F. J. Stuurman. Geneesheer-Directeur onzer inrichtingen, zijn laatste perio dieke verhooging van wedde bij vervroeging en wel gerekend te zijn ingegaan op 1 Juli j.l., toe te kennen. De Commissie van Beheer over de Gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" Aug. L. Reimeringer, Voorzitter, J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 10