GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
95
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 147. Leiden, 28 Juli 1930.
Door het vertrek van den tijdelijken leeraar in de Geschie
denis en Aardrijkskunde, Dr. T. S. van der Bij, is in deze
vakken een vacature ontstaan, waarin door benoeming van
een tijdelijken leeraar zal moeten worden voorzien.
Met overlegging voor wat de beoordeeling der sollicitanten
betreft van het advies van den Inspecteur der Gymnasia,
waarmede wij ons geheel kunnen vereenigen, bieden wij Uw
Vergadering voor de benoeming van een tijdelijken leeraar
in de Geschiedenis en de Aardrijkskunde aan het Gymnasium
voor den cursus 19301931 de volgende, niet-alphabetisclie
aanbeveling aan:
1. Dr. R. E. DINGER HATTINK, te 's-Gravenhage.
2. O. J. P. KARS, doctorandus in de geschiedenis, te
's-Gravenhage.
Curatoren van het Gymnasium te Leiden,
P. C. T. van der Hoeven, Voorzitter.
J. Bool, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 148. Leiden, 4 Augustus 1930.
Door het overlijden van den Heer H. I. Cohen eenigen
tijd geleden is aan het Gymnasium opengevallen de betrekking
van leeraar in het Hebreeuwsch. Zooals Uwe Vergadering
zich zal herinneren, werd reeds gedurende de ziekte van den
heer Cohen het onderwijs in dit vak tijdelijk opgedragen
aan Prof. Dr. G. J. Thierry, alhier, welke opdracht laatstelijk
tot 15 Juli 1930 werd verlengd.
Aangezien nu Prof. Thierry, naar ons tot onze groote
voldoening is gebleken, bereid is de lessen in het Hebreeuwsch
aan ons Gymnasium te blijven geven, zouden wij U in over
weging willen geven hem thans tot vast leeraar in die taal
te benoemen.
Waar echter uit de wet voortvloeit, dat voor de benoeming
van een leeraar onzerzijds aan Uwe Vergadering een aan
beveling van meer dan één persoon wordt uitgebracht,
bieden wij U, in overeenstemming met het advies van den
Inspecteur der Gymnasia, hetwelk wij hierbij overleggen,
de volgende niet-alphabetische aanbeveling aan:
1. Dr. G. J. THIERRY, hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit
te Leiden,
2. Dr. J. P. CANNEGIETER, predikant te Alphen aan den
Rijn,
en verzoeken U thaus tot benoeming van een leeraar in
het Hebreeuwsch aan het Gymnasium over te gaan.
Curatoren van het Gymnasium te Leiden,
P. C. T. van der Hoeven, Voorzitter.
J. Bool, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 149. Leiden, 9 Augustus 1930.
Door het ontslag van Dr. D. A. H. van Eek is de functie
van conrector aan het Leidsche Gymnasium opengevallen,
in welke vacature thans voorzien dient te worden.
Wij zijn van meening dat voor benoeming tot conrector
het meest in aanmerking komt Dr. C. de Jong, thans leeraar
in de Wiskunde aan ons Gymnasium, dien wij derhalve voor
benoeming in deze functie aanbevelen.
Blijkens zijn advies hetwelk wij hierbij overleggen
kan de Inspecteur der Gymnasia zich daarmede vereenigen.
Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot benoeming van
een conrector te willen overgaan.
Curatoren van het Gymnasium te Leiden,
P. C. T. van der Hoeven, Voorzitter.
J. Bool, Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
N°. 150. Leiden, 9 Augustus 1930.
Bij besluit van Uwe Vergadering van 6 Mei 1929 (Ingek.
Stukken no. 58) werd de heer J. N. van den Ende aangesteld
tot tijdelijk leeraar in de natuurkunde en schoolhygiène
aan de afdeeling B van de kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen alhier.
In verband met een benoeming elders is door den heer
van den Ende, met ingang van 1 September a.s., als zoo
danig ontslag gevraagd.
Aangezien bij ons College tegen inwilliging van dat ver
zoek geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in
overweging den heer J. N. van den Ende, met ingang van 1
September 1930, te ontheffen van zijne betrekking van
tijdelijk leeraar in de natuurkunde en schoolhygiène aan
de afdeeling B van de kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 151. Leiden, 9 Augustus 1930.
Bij zijn hiernevensgaand schrijven verzoekt de heer
C. de Koning hem wel eervol ontslag te willen verleenen,
uit zijne betrekking van Directeur van den Gemeentelijken
ReiDigings- en Ontsmettingsdienst.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek noch bij de
Commissie van Fabricage, noch bij ons College bedenkingen
bestaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den
heer C. de Koning, op diens verzoek, met ingang van
1 October a. s., eervol ontslag te verleenen uit zijne be
trekking van Directeur van den Gemeentelijken Reinigings-
en Ontsmettingsdienst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 Juli 1930.
De ondergéteekende, C. de Koning, Directeur v. d. Ge
meen tereinigings- en Ontsmettingsdienst heeft, om gezond
heidsredenen, de eer Uwen Raad beleefd te verzoeken hem
wel met ingang van 1 October 1930 als zoodanig eervol
ontslag te willen verleenen.
C. de Koning.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
N°. 152. Leiden, 9 Augustus 1930.
Bij het in de? Leeskamer ter inzage gelegd schrijven vraagt
het bestuur van de Roomsch Katholieke H. B. S. over het
jaar 1928 een bijdrage te mogen ontvangen van ƒ1956.15,
ten behoeve van die II.B.S.
Met de Commissie voor het Onderwijs, wier advies bij de
stukken is gevoegd, achten ook wij het billijk, dat deze
H.B.S. op geheel dezelfde wijze wordt gesubsidieerd als de
Christelijke H.B.S.
Onder mededeeling, dat het voor de Roomsch Katholieke
H.B.S. gevraagde subsidie geheel overeenkomstig de voor
de Christelijke H.B.S. geldende subsidieregeling is berekend,
geven wij U mitsdien in overweging te besluiten ten behoeve
van de Roomsch Katholieke Hoogere Burgerschool alhier
over het jaar 1928 een subsidie te verleenen van 1956.15
en in verband daarmede over te gaan tot vaststelling van
den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model E, dienst
1930. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan
dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog beschikbaar
13.320.85.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 153. Leiden, 9 Augustus 1930.
Onder mededeeling, dat ons College zich met het hier
onder afgedrukt voorstel van de Commissie van Beheer
over het Openbaar Slachthuis kan vereenigen, geven wij
Dwe Vergadering in overweging genoemde Commissie te
machtigen tot het doen uitvoeren van de daarin omschreven
werken voor de som van 30.000.te betalen uit de
middelen van het afschrijvings- en vernieuwingsfonds van
die inrichting.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.