MAANDAG 7 JULI 1930. 203 Zitting Tan Maandag 7 Juli 193©. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Te behandelen onderwerpen: 1° Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 4 Maart 1929, in zake de verhuring van het perceel Heerenstraat No. 48 aan P. J. den Ambtman Jr. (121) 2° Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1929, van den Keuringsdienst van Waren in het district Leiden. (125) 3° Voorstel om goed te keuren, dat over het jaar 1929 wegens normale uitbreidingen der Gasfabriek 54.000.en der Electriciteitsfabriek 237.000.is besteed. (122) 4° Voorstel om te besluiten tot het indienen van bezwaren tegen een viertal aanslagen in de Forensen belasting in eene andere gemeente. (126) 5° Voorstel tot verhooging van verschillende posten der be grooting, dienst 1929, waarvan de raming te laag is gebleken, en tot toevoeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting. (127) 6° Voorstel tot verhooging van eenige posten van den kapi- taaldienst van de begrooting, dienst 1929. (128) 7° Voorstel om de Commissie van Beheer over de gestichten «Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest" te machtigen tot het doen aanbrengen van een klinkerbestrating op den Hoogevoortschen weg (Endegeesterlaan). (123) 8° Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de inrichting van een terrein ten zuiden van den Haagweg als kinderspeeltuin b. tot vaststelling van een ontwerp-overeenkomst in zake de kostelooze ingebruikgeving van het sub a bedoelde terrein als kinderspeeltuin aan de speeltuinvereeniging »Westerkwartier". (124) 9' Voorstel in zake den bouw van 289 arbeiderswoningen, waaronder 117 voor groote gezinnen. (119) 10° Voorstel in zake de aanwijzing van het terrein voor den bouw van een nieuw Raadhuis zonder behoud van den ouden gevel. (120) Tegenwoordig zijn alle (33) leden, namelijk: de heeren Manders, van Eek, Verweij, Coster, Schüller, Koole, van Stralen, de Meij, Kooistra, Zitman, Vallentgoed, van Tol, Meijnen, Reimeringer, Goslinga, Splinter, Tepe, Parmentier, Kuiven- hoven, Romijn, Eikerbout, van Rosmalen, Bosman, Bergers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Wilbrink, de Reede, van Es, Huurman, Wilmer, Donders, van der Reijden en Groeneveld. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 30 Juni 1930 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurde raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst 1929, ten behoeve van het aandeel der gemeente in de werkver- schaffingsloonen van »de Leidsche Hout". Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van de Federatie van te Leiden gevestigde Woningbouwvereenigingenhoudende bezwaren tegen de voorwaarden, waaronder voor den bouw van 289 arbeiders woningen voorschotten zullen worden verleend. Zal worden behandeld bij punt IX. 2°. Verzoek van het Bestuur van de Gereformeerde School- vereeniging om medewerking te verleenen tot uitbreiding van de bijzondere school Hooglandsche Kerkgracht 20a met 2 les lokalen, benevens het benoodigde meubilair en leermiddelen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester on Wethouders om praeadvies. 3°. Adres van de N.V. Leidsche Manufacturenhandel van Vroom en Dreesmann, houdende klacht over hinder van de kaaswagens bij de Waag. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 4®. Verzoek van J. J. de Cler, namens de Maatschappij «Uitgebreid Bezit", om goedkeuring van een stratenplan op het perceel Rijn- en Schiekade Sectie M, No. 2923. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5°. Voorstel van de heeren Wilmer, Wilbrink en van Es, om de aanwijzing van een terrein voor den bouw van een nieuw Raadhuis zonder behoud van den ouden gevel aan te houden tot na de indiening van het plan met behoud van den ouden gevel. Zal worden behandeld bij punt X. 6°. Voorstel van de heeren Schüller en van Stralen, in zake de demping van het Levendaal. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders be reid zijn aan den Directeur der Gemeentewerken op te dragen met bekwamen spoed een plan tot demping van het Leven daal met kostenberekening te maken en aan hun College voor te leggen. Mitsdien geeft het College in overweging dit voorstel in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wet houders. 7°. Verzoek van J. Nijhuis ter verkrijging van werk bij den bouw van de 289 arbeiderswoningen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, ten einde adressant te verwijzen naar de Arbeidsbeurs. Aan de orde is alsnu: I. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 4 Maart 1929, in zake de verhuring van het perceel Heerenstraat No. 48 aan P. J. den Ambtman Jr. (Zie Ing. St. No. 121.) De heer Kooistra heeft op 14 April j.l. voorgesteld de huur van deze woning te verlagen, welk voorstel is verworpen. Nu wordt dit echter door het College voorgesteld. Welke aan leiding is er geweest om de huur van deze woning nu in deze mate te verlagen? De heer Splinter heeft bezoek gehad van Mej. den Ambtman, die hem vroeg, of het niet mogelijk was, mede in verband met haar financiëele omstandigheden, de huur eenigszins te verlagen, daar het contract nog 1 jaar liep. Spreker heeft dit verzoek in gunstige overweging genomen en dit is wel de voornaamste aanleiding tot dit voorstel geweest. De heer Kooistra zegt, dat het dus philanthropische daad van den Wethouder geweest is, in verband met den financieelen toestand van de bewoonster. Wanneer er nu een andere be woner komt, wordt de huur dan weer verhoogd? De heer Splinter zegt, dat het niet de bedoeling is de huur opnieuw te verhoogen. Zij blijft op 500.vastgesteld. De heer Kooistra zegt, dat hij dit juist wilde weten. Het geeft hem aanleiding tot het maken van de volgende op merking. In de vergadering van 14 April heeft spreker een voorstel gedaan, dat met veel bombarie en een sarcastischen lach van de hand werd gewezen. Nu blijkt echter, dat dat voorstel nog niet zoo heel gek was, want nu zal men er wel van overtuigd zijn, dat de huur, die altijd geïnd is, te hoog is geweest. De heer Splinter zegt, dat de heer Kooistra graag de hulde voor dit voorstel schijnt te willen ontvangen. De heer Kooistra: Daar is geen sprake van! Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer van Eck wil gaarne iets zeggen over de orde. Spreker heeft Burgemeester en Wethouders schriftelijk mede gedeeld, dat hij gaarne vragen aan het College wilde stellen. De Voorzitter heeft dit echter niet aan den Raad medegedeeld. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders de mededeeling van den heer van Eck hebben beschouwd als een kennisgeving aan het College van diens voornemen, om aan den Raad verlof te vragen eenige vragen tot Burge meester en Wethouders te mogen richten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 1